Z
Y
X
O
1
���
h / v
a
G
/ PM6
TR...V
40
60
80
dB(A)
50 Hz
78
80
82
60 Hz
79
81
83
kg
36
23
79
mm
479
612
666
mm
341
411
441
mm
251
330
343
2.2001
Geluidsniveau (max.)
Gewicht (max.)
Lengte
Breedt
Hoogte
Storingen en oplossingen
1.
De vacuümpomp wordt door motorbeveiligingsschakelaar uitgeschakeld:
1.1 Netspanning/Frequentie komt niet overeen met motorgegevens.
1.2 Aansluiting aan motorklemmenstrook in niet juist.
1.3 Motorbeveiligingsschakelaar is niet juist afgesteld.
1.4 Motorbeveiligingsschakelaar valt te snel uit.
Oplossing: Gebruik van een motobeveiligingsschakelaar met vertraagde overbelasting uitschakeling, die de kortstondige overbelasting bij
starten toestaat. (uitvoering met kortsluit- en overbelastingschakeling vlgs. VDE 0660 Deel 2 resp. IEC 947-4).
1.5 De tegendruk bij de uitlaatzijde is te hoog.
2.
Zuigcapaciteit is onvoldoende:
2.1 Aanzuigfilter is vervuild.
2.2 Leiding te lang of te klein in diameter.
2.3 Lekkage aan de pomp of in systeem.
2.4 Beschadigde lamellen.
33. Einddruk (max vacuüm) wordt niet bereikt.
3.1 Lek aan de zuigzijde van de pomp of in het systeem.
3.2 Lamellen zijn versleten of beschadigd.
4.
De vacuümpomp wordt te heet.
4.1 Omgeving- of aanzuigtemperatuur is te hoog.
4.2 Koelluchtstroom wordt verstoord.
4.3 Als onder 1.5
5.
De vacuümpomp maakt abnormaal lawaai:
5.1 Het pompenhuis is versleten. (wasbord effect).
Oplossing: Reparatie door fabriek of vertegenwoordiger daarvan.
5.2 Het regelventiel vibreert.
Oplossing: Ventiel vervangen.
5.3 Lamellen zijn beschadigd.
Noot:
Reparatie werkzaamheden: Bij reparatie ter plaatse moet de motor door een elektricien van het net losgekoppeld worden, zodat geen onverwachte
start plaatsvinden kan. Voor reparatie adviseren wij de fabrikant, zijn dochtermaatschappijen of vertegenwoordigingen in de arm te nemen, in het
bijzonder wanneer het eventuele garantie reparaties betreft. Het adres van de betreffende service afdeling kan bij de fabrikant opgevraagd worden
(zie adres fabrikant). Na een reparatie resp. voor de weer inbedrijfsname zijn de onder ”Installatie” gegeven maatregelen voor de eerste
inbedrijfsname uit te voeren.
Intern transport: Voor het hijsen en transporteren is de TR...V van een hijsoog voorzien.
Gewichten volgens tabel
Opslag: De TR...V moet in een droge ruimte met normale vochtig-
heidsgraad opgeslagen worden. Bij een relatieve vochtigheid van meer
dan 80% adviseren wij de opslag in een gesloten verpakking met
bijgevoegd droogmiddel.
Afvoer: De slijtdelen ( als zodanig in de onderdelenlijst aangegeven)
zijn geen gewoon afval en dient volgens geldende regels te worden
afgevoerd.
Onderdelenlijst:
E 121
➝
TR 40 V - TR 80 V