72
Schroef de schroefdraad indien mogelijk niet helemaal uit elkaar waardoor de draadring met inkepingen
eraf kan vallen. Hij kan ook eruit vallen en eventueel verloren raken. Verdraai het inwendig gemonteerde
kabel niet en trek er niet aan.
• Draai vervolgens de kartelmoeren aan de draaikoppeling (23) los.
• Stel de horizontale positie van de zoeksonde (1) zo in dat deze altijd parallel ten opzichte van de ondergrond kan
worden geleid. Trek de kartelmoeren enigszins handvast aan, zodat de zoeksonde (1) ook bij meervoudig proberen
nog soepel kan worden ingesteld, maar toch ook niet meteen wegglijdt.
•
Draai ten slotte de kartelmoeren van de draaikoppeling (23) voldoende vast, zodat de positie van de zoeksonde (1)
tijdens de metaaldetectie niet zomaar veranderd.
c) Transmissiekabel verbinden
• Wikkel de transmissiekabel los maar niet te los om de telescoopbuis. Verbind de stekker met de
aansluitbus (19). Let hierbij op de juiste oriëntatie van de stekker. De balg in de stekker moet in
de rechthoekige uitsparing van de bus passen.
9. Ingebruikname
a) Plaatsen resp. vervangen van de batterijen/accu’s
Alvorens de metaaldetector te kunnen gebruiken, moeten eerst de batterijen geplaatst worden. Ga als volgt te werk:
Het rechter batterijvak op de afbeelding is een mono-batterijvak voor een batterij. Het
linker is een duo-batterijvak en heeft plaats voor twee batterijen.
• Voor het plaatsen van de eerste batterij verwijder het batterijvakdeksel van het mono-batterijvak aan de achterzijde
van de bedieningseenheid (22). Druk hiervoor de vergrendeling lichtjes bij elkaar en schuif hem in de richting van
de pijl “OPEN”. Klap hierbij het batterijvakdeksel naar buiten open.
• Til het batterijvakdeksel uit het batterijvak.
• Voor het plaatsen van de batterijen verwijdert u nog het batterijvakdeksel van het duo-batterijvak aan de achterkant
van de bedieningseenheid (22).