154
12. LED-aanduidingen
Als tijdens de zelftest, het starten van de motoren of tijdens het vliegen defecten van de Flight Control worden vastgesteld,
worden deze via LED-indicatoren door „LED1“ en „LED2“ optisch gemeld. De volgende LED-codes zijn mogelijk:
Normale werking:
Initialisering
rood en groen continu aan
Initialisering OK, niet gestart
groen aan, rood uit
Motor gestart, gas op Low
rood aan, groen knippert langzaam (2 Hz)
Vliegen
rood aan, groen aan
Noodlanding (*)
rood en groen knipperen langzaam op hetzelfde tempo (2 Hz)
Afstemmen neutrale toestand
rood uit, groen knippert snel (8 Hz)
Afstandsbediening uitgevallen (*)
rood en groen knipperen langzaam in tegengesteld tempo (2 Hz)
Gas niet volledig in de onderste stand (*)
rood en groen knipperen snel in tegengesteld tempo (10 Hz)
Low-Bat level 1 en 2 (*)
groen aan, rood knippert snel (8 Hz)
Motorfout (*)
groen uit, rood knippert 2x kort, korte pauze
Bij de LED-aanduidingen die bovenaan met een sterretje (*) zijn gemarkeerd, gaat het om veiligheids-
indicatoren. De oorzaken daarvoor moeten nagegaan en verholpen worden!
Afstandsbediening uitgevallen (gestoorde radioverbinding)
Mogelijke oorzaken: Ontvangerkwarts uit de sokkel gevallen; ontvangerkwarts defect, ontvangerantenne afgebroken;
ontvanger heeft de „binding“ verloren en moet opnieuw worden „gekoppeld“; zenderantenne niet uitgetrokken; tweede
zender met hetzelfde zendkanaal ingeschakeld; batterijen/accu’s van de zender leeg.
Controleer de mogelijke oorzaken en probeer opnieuw te starten.
Mocht tijdens het vliegen een duurzame radiostoring optreden, bereidt de QuadroCopter een noodlanding voor en de
LED’s tonen weer door te knipperen een gestoorde radioverbinding.
Noodoplaadfunctie
Tijdens het gebruik is de radioverbinding duurzaam gestoord. De QuadroCopter bereidt hierbij zelfstandig een
noodlanding voor. De rode en groene LED’s knipperen langzaam en gelijktijdig. Let op het hoofdstuk „Radioverbinding
uitgevallen“ en zoek naar de oorzaak.
Als u een computerafstandsbediening met geïntegreerde Failsafe-functie gebruikt om de QuadroCopter
te besturen, dan moet de Failsafe worden gedeactiveerd. Als een volledige deactivering van de Failsafe
niet mogelijk is, wordt het Failsafe-signaal door de Flight Control als stuursignaal herkend. Door deze
omstandigheid kan de Flight Control in tegenstelling tot de informatie in de gebruiksaanwijzing geen
noodlanding inleiden. Ook reageren signaalgevers en LED-indicatoren niet zoals in de gebruiksaanwijzingen
getoond. In dit geval raden wij aan om bij Failsafe-gebruik een geschikte gaspositie te proberen te bepalen
die een „zachte“ landing door overeenkomstig gassturing inleidt.
Содержание 450 ARF QC09
Страница 166: ...166 ...
Страница 167: ...167 ...