127
• Gebruik het laadapparaat nooit direct wanneer het van een koude ruimte in een warme ruimte is gebracht.
Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstandigheden het apparaat beschadigen of
storingen veroorzaken!
Laat het laadapparaat daarom eerst op kamertemperatuur komen, vóórdat u het aansluit en in gebruik
neemt. Dit kan een paar uur duren!
• Indien kan worden aangenomen dat gebruik zonder gevaren niet meer mogelijk is, dan moet het laadap
-
paraat buiten bedrijf worden gesteld en worden beveiligd tegen onopzettelijk gebruik. Koppel vervolgens
het laadapparaat los van de stekkertransformator.
Men mag aannemen dat een gevaarloze werking niet meer mogelijk is wanneer het laadapparaat zicht-
baar is beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
tijdens transport te zwaar is belast.
d) Voor de ingebruikname
• Schakel eerst altijd de zender in en sluit pas daarna de vliegaccu aan de racecopter aan. Enkel op deze
manier kan een afstemfunctie tussen zender en ontvanger (digitale koppeling) plaatsvinden opdat uw
model betrouwbaar op de stuurbevelen van uw zender reageert.
• Controleer de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let hierbij op zicht
-
bare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels.
• Alle bewegende onderdelen van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling
vertonen.
• De voor de werking nodige vliegaccu moet voor het gebruik worden opgeladen.
• Let bij de batterijen in de zender op een nog voldoende restcapaciteit (zenderindicator). Als de batterijen
leeg zijn, moet u steeds de hele set batterijen vervangen.
e) Tijdens het gebruik
• U mag bij het gebruik van het product geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving
is afhankelijk van uw verantwoord gebruik van het model.
Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Houd
daarom bij het vliegen voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen. Probeer ook nooit om het
vliegende model met de hand vast te nemen!
• Let er bij het gebruik van een model altijd op, dat er zich nooit lichaamsdelen of voorwerpen in de geva
-
renzone van de propellers bevinden.
• U mag het model alleen besturen indien uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïn
-
vloeding door alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Zowel de motoren, de motorregelaar en de vliegaccu kunnen bij de werking heet worden. Pauzeer daar
-
om 10 - 15 minuten voordat u de vliegaccu weer oplaadt of met een tweede reeds opgeladen vliegaccu
opnieuw start.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Steek na de
landing altijd eerst de vliegaccu van de racecopter af voor u de afstandsbediening uitschakelt.
• Schakel tijdens het gebruik nooit de zender uit zolang de racecopter nog is ingeschakeld.
• Stel het model en de afstandsbediening niet gedurende langere tijd bloot aan direct zonlicht of grote hitte.