141
g) Vliegmodi omschakelen
De afstandsbediening van de racecopter beschikt over
drie voorgeprogrammeerde vliegmodi die via de scha-
kelaar (zie afbeelding 18) kunnen worden geselecteerd.
De vliegmodi zijn als volgt toegewezen:
1 Beginnersmodus (rustig vlieggedrag)
2 Sportmodus (beweeglijk vlieggedrag)
3 Professionele modus (agressief race-vlieggedrag)
Voor de eerste vlucht is het aangewezen om de schake-
laar in stand (1) te zetten. In deze vliegmodus reageert
de racecopter zeer correct en is uitstekend geschikt voor
de eerste vliegpogingen.
h) Praktische vliegtips voor de eerste start
Let op, belangrijk!
Voor de eerste vluchten is het aangewezen om de beginner-vliegmodus te gebruiken om zich met het model
vertrouwd te maken (zie hoofdstuk 10. g).
• Ondanks het feit dat u de helikopter later op een kleine vlakte kunt laten vliegen, raden wij u toch aan om voor de
eerste vliegpogingen een grote plaats zonder hindernissen, zoals bomen, hekken, gebouwen te kiezen.
• Voor de eerste vlucht moet er absolute windstilte heersen zodat u het model zuiver kunt trimmen (zie volgend
hoofdstuk).
• Ga direct achter uw helikopter gaan staan. Want zolang beide armen met de witte propellers van hen weg wijzen,
reageert uw model van achteraf gezien, op de stuurbevelen rechts, vooruit en achteruit, net zoals u het ziet. Als uw
het model echter met de witte propellers in uw richting wijst, reageert het precies tegengesteld als u het de zender
bestuurt.
• Probeer beide eerste vluchten op ooghoogte te vliegen. Dit maakt een perfecte herkenning van de vliegpositie en
de stuurbewegingen mogelijk en bovendien vliegt de racecopter op deze hoogte duidelijk rustiger dan in de onmid-
dellijke omgeving van de grond, omdat het grondeffect niet meer in werking treedt.
• Vlieg echter niet te ver weg om te allen tijde de vliegpositie altijd duidelijk te kunnen inschatten. Hoe verder de
racecopter zich van u verwijdert, hoe slechter de herkenning van de vliegpositie.
• Als u in een kritieke vliegsituatie terecht komt en de racecopter wilt landen, trekt u de stuurknuppel voor de pitch
-
functie niet te snel terug aangezien het model anders zeer snel hoogte verliest en hard opzet.
Let op!
Als de propellers zich aan voorwerpen zouden stoten en geblokkeerd raken of het model in de stand om-
kantelt, dan schuift u de pitch-knuppel onmiddellijk in de onderste stand opdat de betrokken aandrijfmotoren
niet verder van stroom worden voorzien.
Probeer nooit om de vliegende racecopter met de hand vast te nemen. Er bestaat een verhoogd verwon-
dingsgevaar!
Afbeelding 18