Nice UDL 1, Инструкции и информация по установке и использованию

Страница: 51 / 60

Nederlands – 1
NL
De planning en de productie van de inrichtingen waaruit de bedie-
ningscentrales voor laadbruggen UDL1 bestaan en de instructies
die in deze handleiding staan zijn volledig conform de geldende vei -
ligheidsnormen. Desalniettemin kan het verkeerd installeren ernstige
verwondingen veroorzaken aan de personen die werken aan de in-
stallatie of die deze gebruiken. Om deze reden, is het belangrijk om
tijdens de installatie alle instructies uit deze handleiding op te volgen.
Ga niet verder met de installatie in geval van twijfel van welke
aard dan ook en neem, indien noodzakelijk, contact op met
de klantenservice van Nice.
WERK VEILIG!
LET OP! – Het is voor de veiligheid van de personen belangrijk
om deze instructies in acht te nemen.
LET OP! – Bewaar de instructies altijd zorgvuldig voor de vei -
ligheid.
Volg zorgvuldig de volgende aanwijzingen op:
– Voer uitsluitend de elektrische aansluitingen uit die be-
schreven zijn in deze handleiding: het verkeerd uitvoeren
van de aansluitingen kan ernstige schade aan de installatie
veroorzaken.
– Indien buiten gebruikt, moet de bijgeleverde voedingskabel
geheel beschermd worden met een speciale beschermings -
buis.
Rekening houdend met de bij de installatie behorende risico's
en met de bediening van het systeem, moet het product in de
verpakking geïnstalleerd worden, met in acht neming van de
volgende instructies:
– Voer op de besturing alleen de modificaties uit die beschreven
worden in deze instructies. Iedere andere modificatie kan enkel
de werking ernstig nadelig beïnvloeden. De fabrikant wijst alle ver
-
antwoordelijkheid af voor eventuele schade veroorzaakt door wil -
lekeurig aan de inrichtingen aangebrachte modificaties.
– Plaats de besturing niet in de buurt van warmtebronnen of open
Omschrijving en gebruik
De UDL 1 is een bedieningscentrale voor laadbruggen met een hy-
draulische pomp met 1 ventiel (24V/DC).
Druk op de knop OP van de besturing om de brug in werking te
stellen.
Ieder ander gebruik wordt als ondoelmatig beschouwd! De
fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid af voor eventuele
schade veroorzaakt door ondoelmatig gebruik van de ver-
schillende componenten van het systeem, niet conform het -
geen aangegeven is in deze handleiding.
De installateur van de installatie is verantwoordelijk voor de complete
installatie. Hij moet zorgen dat de geldende normen en richtlijnen
nagekomen worden (bijv. DIN 1986, EN 12050, EN 1398). Hij is
verantwoordelijk voor het opstellen van de technische documentatie
van de volledige installatie, die geleverd moet worden met de instal
-
latie zelf.
De geldende bepalingen en de nationale en lokale normen
met betrekking op de installatie en de veiligheidsvoorschrif -
ten moeten in acht worden genomen.
Sluit de installatie af van de elektrische voeding tijdens werk -
zaamheden aan de brug of aan de deur.
Controles voor de installatie
Lees deze instructies voor montage en gebruik aandachtig door,
voordat men begint met de installatie van de bedieningscentrale.
De fabrikant wijst alle verantwoordelijkheid en garantieverplichting
af, indien er eventuele willekeurige constructieve modificaties aan
-
gebracht zijn zonder schriftelijke toestemming vooraf of indien de
installatie niet conform de montage-instructies uitgevoerd is.
De fabrikant van de installatie moet zich er van verzekeren dat de
EMC-richtlijnen, de richtlijnen voor lage spanning, de richtlijnen voor
de auto's en de richtlijnen betreffende bouwproducten in acht geno
-
men worden.
LET OP!
Deze bedieningscentrale mag niet gebruikt worden in zones met ex-
plosierisico.
LET OP!
Sluit de voedingskabel aan op de klem (L1, L2, L3) en op de PE-
klem van de printplaat.
De 3-polige hoofdschakelaar is aangesloten op de klemmen HPT
IN en OUT.
De voedingskabel moet ter plekke beschermd worden met zekerin-
gen 3x 16 A.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NEDERLANDS
KENNIS VAN HET SYSTEEM EN
VOORBEREIDING VAN DE INSTALLATIE
vlammen. Dit kan een slechte werking, branden en andere geva -
ren veroorzaken.
– Tijdens de installatie de besturing niet onderdompelen in water of
in andere vloeistoffen. Voorkom tijdens de installatie de infiltratie
van vloeistoffen in de besturing.
– Het verpakkingsmateriaal moet nauwkeurig volgens de geldende
normen in de materie verwerkt worden.
LET OP! – Bewaar de huidige handleiding uiterst zorgvuldig, om
in de toekomst de afvalverwerking van en het onderhoud aan de
inrichtingen te vergemakkelijken.
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1
KENNIS VAN HET SYSTEEM EN VOORBEREIDING VAN
DE INSTALLATIE
1
BEDIENINGSELEMENTEN en AANSLUITING 2
BESCHRIJVING VAN DE WERKING 2
OVERZICHT KAART UDL 1 3
AANSLUITINGSSCHEMA UDL1 4
LEGENDE 5
TECHNISCHE GEGEVENS KENMERKEN 6
TRANSPORT / OPSLAG / AFVALVERWERKING 6
TECHNISCHE DIENST /RESERVEONDERDELEN /
ACCESSOIRES
6
CONFORMITEITSVERKLARING 7