ExhaustRail System 920/400
NL
5.4 Mondstuk opslag (optioneel)
Zie
. Als de stabilisator niet wordt ge-
bruikt, kan de optionele mondstukophanging worden
gebruikt om het mondstuk op te slaan en de mechani-
sche klep te sluiten. Het ophangen van het mondstuk
sluit de mechanische klep; verwijderen van het mond-
stuk opent de klep.
Om Nozzle Storage te gebruiken:
1
Maak een uiteinde van het akkoord naar de bron.
[Jan van Doorn] koord vast aan de veer. Zie
(A).
2
Monteer de veer aan.
3
Bind het andere uiteinde het koord aan de ring.
6 Onderhoudsinstructies
Zie
. Controleer een tot meerder ekeren
per jaar de volgende punten, met name als het gaat
om het bevestigen, de werking en slijtage of het mon-
teren van reserveonderdelen.
1
Bevestiging van de beugels van de rail.
2
Slang
3
Eindstops
4
Stop van het afzuigwagentje.
5
Wielen van de afzuigwagen.
6
Controleer of het afzuigwagentje over de hele
lengte van de rail soepel loopt.
7
Controleer de geleiderails van de afzuigwagen op
slijtage. Reinig indien nodig de geleiding.
8
Controleer de rubberen demper en schokdemper
van de afzuigwagen.
9
Het mondstuk.
10 Controleer of de afzuigslang voldoende zuigkracht
heeft.
11 De werking van de stabilisator, controleer of de
slang goed wordt opgetrokken. Regel zo nodig het
hefvermogen van de stabilisator volgens instruc-
ties, zie
.
12 De koord van de stabilisator.
13 Controleer het functioneren van de ontkoppeling
bij systemen met automatische ontkoppeling. In-
dien noodzakelijk de Bowdenkabel op de zuigtrol-
ley bijstellen. Vérifier que les vis des connecteurs
du joint sont bien serrées.
14 Controleer of de schroeven van het verbindings-
stuk goed vastzitten.
6.1 Trekkracht van de lifter instellen
Zie
. De stabilisator heeft af fabriek een
ingestelde hijskracht. De hijskracht kan als volgt wor-
den afgesteld.
6.1.1 Trekkracht verhogen
1
Maak de stopbal (C) los.
2
Draai de borgmoer (A) los.
3
Gebruik een blokkeerhendel (B) en draai steeds
een slag tegen de klok in. Na iedere slag is een
“klik” hoorbaar. Draai totdat de slang in de ge-
wenste ruststand staat.
4
Druk de stopbal (C) zo ver mogelijk naar boven. Zet
de stopbal vast in deze stand.
5
Draai de blokkeerhendel nog een slag.
6
Controleer of de stopbal wordt opgevangen door
de eindstop en of de klep wordt gesloten. Als dat
niet het geval is, moet de afstelschroef (D) naar
beneden worden gedraaid.
7
Haal de borgmoer (A) aan.
6.1.2 Trekkracht verlagen
1
Draai de borgmoer (A) los.
2
Gebruik een blokkeerhendel (B) en tegen de klok
in. Druk vervolgens op de knop (E). Laat steeds
een slag per keer rechtsom terugdraaien. Voor ie-
dere slag keert de knop (E) terug in de beginstand.
Na iedere slag is een “klik” hoorbaar. Draai totdat
de slang in de gewenste ruststand staat.
3
Druk vervolgens op de knop (E). Laat steeds een
slag per keer rechtsom terugdraaien. Voor iedere
slag keert de knop (E) terug in de beginstand. Na
iedere slag is een “klik” hoorbaar. Draai totdat de
slang in de gewenste ruststand staat.
4
Indien nodig de positie van de stopbal op de draad
afstellen.
6.1.3 Controleren van de procedure
1
Controleer of de borgmoer (A) is gemonteerd.
2
Trek de slang maximaal uit en controleer of de ba-
lancer de slang gelijkmatig en constant oprolt tot
de normale stand. Houd de slang vast tijdens het
oprollen.
7 Reserveonderdelen
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan
het materieel
Gebruik uitsluitend originele reserveonderde-
len en accessoires van N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
Neem contact op met uw dichtstbijzijnde erkende
dealer of met N
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
voor technisch advies en re-
serveonderdelen. Zie ook w
$
w
$
w
$
.
$
n
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
$
c
$
o
$
m
$
.
7.1 Bestellen van reserveonderdelen
Wanneer u reserveonderdelen bestelt dient u steeds
het volgende te vermelden:
• Onderdeel- en controlenummer (raadpleeg het pro-
ductidentificatieplaatje).
• Detailnummer en naam van
het reserveonderdeel (zie
w
$
w
$
w
$
.
$
n
$
e
$
d
$
e
$
r
$
m
$
a
$
n
$
.
$
c
$
o
$
m
$
/
$
e
$
n
$
/
$
s
$
e
$
r
$
v
$
i
$
c
$
e
$
/
$
s
$
p
$
a
$
r
$
e
$
-
$
p
$
a
$
r
$
t
$
-
$
s
$
e
$
a
$
r
$
c
$
h
$
).
• Het aantal benodigde onderdelen.
32