ExhaustRail System 920/400
3 Beschrijving
ExhaustRail System 920/400 is een eenvoudig te
hanteren afzuigsysteem voor alle soorten werkplaat-
sen. Het bestaat uit een basisrailsysteem aangevuld
met een uitlaatgasafzuigset. ExhaustRail System
920/400 heeft een zeer hoog afzuigrendement. Eén
afzuigunit kan meerdere werkstations bedienen. Er
zijn twee 400-units nodig voor auto's met dubbele
uitlaatpijpen.
3.1 Technische gegevens
ExhaustRail System
920/400
Montagehoogte
3 - 4 m (10 - 13 ft)
Slangdiameter
100 mm (4")
Lengte slang
5 m (16 ft) of 7,5 m (25
ft)
Totale raillengte
2,5 - 50 m (8-164 ft)
Gewicht
• Afzui slang
Max. 13 kg (28.6 lb)
• Rail, incl. rubberaf-
dichtingen
6,7 kg/m (4.5 lb/ft)
Aanbevolen luchtstroom voor iedere afzuigwagen
• 100 mm (4")-slang
400 m
3
/h (235 cfm)
Temperatuur
continu max. 150°C
(300°F)
Materiaal
• Rubberen strips
EPDM
• Afzuigwagen
Glasvezelcomposiet
• Rail
Aluminium
• Slang
EPDM
4 Installatie
4.1 Railmodules en ventilator
Zie montagehandleiding, "Montagehandleiding, Rail".
4.2 Installatiecontrolelijst
Wanneer de mechanische montage en de ventilator-
installatie van de System 920/1500 tot stand zijn ge-
bracht, is het systeem klaar voor gebruik, na controle
van de volgende punten.
• Controleer de luchtstroom (aanbevolen 400 m
3
/
uur) in de mondstukopening met behulp van een
luchtstroommeter. Controleer zo nodig de draairich-
ting van de ventilatorrotor en/of de werking van de
klep.
• Controleer of de slang goed wordt opgetrokken. Pas
zo nodig het hefvermogen van de stabilisator aan,
zie
.
• Controleer de werking van de demper.
• Controleer of de afzuigwagen soepel over de rail
loopt.
OPMERKINGEN!
Indien het systeem voor enkel stilstaande
voertuigen is opzet, mag het voertuig niet wor-
den verplaatst zolang het mondstuk is aan-
gesloten op de uitlaatpijp. Voor de beste wer-
king van afzuigwagensdie zijn ontworpen voor
voertuigen in beweging, wordt aanbevolen het
voertuig niet meer dan 1,5–2,0 m parallel aan
de rail te rijden, zie
.
5 Gebruik FilterBox
5.1 Vergrendelingsmechanisme
Zie
. ExhaustRail System 920/400 met
stabilisator wordt geleverd met een vergrendelings-
mechanisme, dat de slang blokkeert in de gewens-
te uitgetrokken stand. Het vergrendelingsmechanis-
me wordt losgekoppeld wanneer de slang iets verder
wordt uitgetrokken. De slang keert automatisch te-
rug, maar moet worden vastgehouden totdat de slang
weer in de uitgangspositie ligt.
5.2 Functie van de regelklep
Zie
. Het ExhaustRail System 920/400
kan worden uitgerust met een mechanische smoor-
klep die automatisch opent als de slang er uitgehaald
wordt.
De smoorklep sluit als de slang weer in de uitgangspo-
sitie terugkeert.
1
Gesloten.
2
Geopend.
5.3 Veiligheidskoppeling
Zie
. De borgkoppeling maakt de slang
los als handmatig/automatisch ontkoppelen mislukt,
of als het mondstuk een deel van het voertuig raakt.
Systemen met een borgkoppeling zijn uitgevoerd met
een centrifugaalrem waardoor de slang kalm en lang-
zaam teruggaat naar de uitgangspositie.
Ontkoppelingskracht: 4"-slang: 450 N, 6"-slang: 650
N.
OPMERKINGEN!
Vermijd snelle acceleratie als het mondstuk is
verbonden met de uitlaatpijp van het voertuig.
NL
31