PSC020T13 01 72x182mm Black
e. Zonder de interne zuiger terug te draaien: schroef de
patroonhouder en de penhuls stevig op elkaar. Dit
zorgt ervoor dat de patroonzuiger vrijkomt en dat er
insuline vrijkomt. De VetPen is echter nog niet klaar
voor gebruik.
f. Houd de pen rechtop en herhaal stappen G en H om
de VetPen volledig voor te bereiden.
Een dosis toedienen bij uw huisdier
I. Zorg ervoor dat de pijl (
►
) op de penhuls naar de startlijn
(—) op de doseerknop wijst.
Kies het aantal eenheden zoals voorgeschreven door uw
dierenarts. (De dosering op de foto’s “I” op de voorpagina
van deze bijsluiter is enkel een voorbeeld. Uw dierenarts zal u
de aanbevolen dosering voor uw hond of kat meedelen.)
Tracht nooit de doseerknop met kracht achteruit te draaien;
dit kan de insulinepen beschadigen en leiden tot een
onnauwkeurige dosering.
Indien u een te hoge dosis selecteert, raden wij aan
deze verkeerde dosis niet in uw huisdier te injecteren.
De verkeerde dosis dient volledig en veilig verwijderd te
worden (bijv. via de gootsteen). Selecteer de juiste dosering
voorgeschreven door uw dierenarts. Verzeker u ervan voor
de toediening, dat de pijl (
►
) op de penhuls naar het correcte
aantal eenheden op de doseerknop wijst.
J. De injectieplaats en -methode moet worden gevolgd
zoals aanbevolen door uw dierenarts. De injectie dient
subcutaan toegediend te worden, 2 tot 5 cm (3/4 tot 2
inch) van de middelruglijn, variërend van achter het
schouderblad tot de midden-lumbale (middenrug) zone
en afwisselend links en rechts. Na het plaatsen van de
naald, druk de ontspanner in de richting van de naald en
houd deze ingedrukt tot de startlijn op de doseerknop
terugkeert naar de pijl op de penhuls (
►
—).
Het vroegtijdig loslaten van de doseerknop resulteert in
een onvolledige toediening van een dosis.
Nadat de startlijn op de doseerknop teruggekeerd is
naar de pijl op de penhuls, wacht
tenminste 5 seconden
vooraleer de naald uit de huid te verwijderen.
Als de naald loskomt van de huid of verwijderd wordt
voordat tenminste 5 seconden voorbij zijn, probeer
dan niet opnieuw een dosering toe te dienen. Wacht en
geef uw huisdier de gebruikelijke dosis bij de volgende
injectiebeurt.
Als de doseerknop stopt
vooraleer
de startlijn op de
doseerknop (—) terugkeert naar de pijl (
►
) op de penhuls
(
►
—) betekent dit dat uw huisdier geen volledige dosis
gekregen heeft.
Indien enkel een gedeeltelijke dosering is toegediend,
probeer dan niet opnieuw een dosering toe te dienen.
Wacht en geef uw huisdier de gebruikelijke dosis bij de
volgende injectiebeurt.
Als u insuline ziet druppelen of vloeien als u de VetPen
naald terugtrekt, kan het zijn dat uw huisdier een
gedeeltelijke dosis heeft gekregen. Probeer niet opnieuw
een dosering toe te dienen. Wacht en geef uw huisdier
de gebruikelijke dosis bij de volgende injectiebeurt.
Controleer of de VetPen goed is voorbereid. Als de insuline
uit de naald druppelt of vloeit na twee opeenvolgende
injecties, raadpleeg uw dierenarts voor advies over het
voorbereiden en gebruiken van de VetPen.
This Artwork was approved by: Zakrzewski, Ella (CMO EMEA Support Co-ordinator)12-Jan-2015 10:48:02