36
ELA-mengversterker
Deze handleiding is bedoeld voor installateurs
van geluidsinstallaties (hoofdstuk 4 tot 7) en
voor gebruikers zonder specifieke vakkennis
(hoofdstuk 8) . Lees de handleiding grondig
door, alvorens het apparaat in gebruik te
nemen, en bewaar ze voor latere raadpleging .
Op pagina 2 vindt u een overzicht van alle
bedieningselementen en de aansluitingen .
1 Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen
1.1 Mengversterker
PA-6010Z /PA-6020Z
1
Afsluitplaat voor de moduleopening;
hier kan een module van MONACOR
worden ingestoken, bijv . tuner, cd-speler,
geheugen voor digitale boodschappen
2
Volumeregelaar voor elk van de ingangs-
kanalen CH 1– CH 5
Regelaar CH 1 dient ook om het geluids-
volume van de tafelmicrofoons PA 4300PTT
te regelen .
Regelaar CH 2 dient ook om het geluids-
volume van de commandomicrofoons
PA-2400RC te regelen . (uitzondering met
de PA-6010Z:
☞
hoofdstuk 8 .7 .1)
3
Regelaars lage en hoge tonen voor het
instellen van de klank voor elk van de in-
gangskanalen CH 1– CH 5
4
Regelaars lage en hoge tonen voor het
instellen van de klank voor een plug-in-
module
5
Toets CHIME om de gong te activeren
6
Volumeregeling van het gongsignaal
7
Geluidsvolumeregeling TEL PAGING voor
een signaalbron op de ingangsklemmen
PAGING IN (24)
8
Volumeregeling van de sirene
9
Toetsen voor het in- en uitschakelen van
het sirenegeluid
herhaald stijgende en dalende toon
na het stijgen aangehouden toon
10
Controle-led PROTECT; brandt bij het uit-
vallen van de versterker, bijv . door overlast
of oververhitting
11
Regelaar MASTER voor het totale geluids-
volume
12
Controle-led‘s
STAND BY: Stand-by
ON:
In bedrijf
13
POWER-schakelaar
14
alleen PA-6020Z:
zoneselectietoetsen
Z1– Z 20: zones 1– 20
ALL CALL: alle zones van deze rij toetsen
Nadat u de respectieve toet-
sen opnieuw 2 seconden lang
hebt ingedrukt, geldt weer de
vorige selectie .
15
Het uitgangsniveau weergeven
CLIP: Oversturingsaanduiding
16
alleen PA-6010Z:
volumekeuzeschakelaar telkens voor de
zones 1–10
OFF: Zone uit
17
Netsnoer voor aansluiting op een stopcon-
tact (230 V/ 50 Hz)
18
Steekschroefklemmen (aftrekbaar) voor
de 100-V-luidsprekers van de zones 1–10
of 1– 20
Belangrijk:
Elke uitgang is alleen met een
sinusvermogen tot 100 W (PA-6020Z) of 60 W
(PA-6010Z) belastbaar . De belasting van alle aan-
gesloten 100 V-luidsprekers mag samen in geen
geval de waarde van 600 W overschrijden .
19
Schroefklemmen AC POWER REMOTE
voor het afstandsbediend in- en uitscha-
kelen van de versterker via een sluitcontact
20
Schroefklemmen DC POWER voor een
noodvoeding (
⎓
24 V)
21
Steekschroefklemmen LOW IMP voor een
laagohmige luidspreker met een minimale
impedantie van 4 Ω, onafhankelijk van de
zoneselectie
Belangrijk:
Deze uitgang nooit gelijktijdig met de
100 V-uitgangen (18, 22) gebruiken; de versterker
zou overbelast kunnen worden .
22
Steekschroefklemmen HIGH IMP voor het
aansluiten van 100 V-luidsprekers, onaf-
hankelijk van de zoneselectie
Belangrijk:
De belasting op deze uitgang mag
met de luidsprekers op de zone-uitgangen (18)
samen in geen geval hoger zijn dan 600 W; de
versterker zou overbelast kunnen worden .
23
Zekering voor de noodvoeding van 24 V
Vervang een gesmolten zekering uitslui-
tend door een zekering van hetzelfde type!
24
Steekschroefklemmen PAGING IN voor
de aansluiting van een signaalbron met
lijnniveau-uitgang voor aankondigingen
met verhoogde prioriteit (
☞
tabel afb . 5
in hoofdstuk 3)
25
Steekschroefklemmen E / M MESSAGE
CONTROL voor het aansluiten van een
sluitcontact om een bericht te activeren
(bijv . noodbericht), wanneer een berich-
tengeheugen (bijv . PA-1120DMT) geïn-
stalleerd is .
26
Aansluitmogelijkheid, bijv . voor een ap-
paraat om de klank te bewerken, via
6,3 mm-stekkerbussen PRE OUT en AMP IN
Het gebruik van de bus AMP IN onder-
breekt de interne signaalverbinding met
de eindversterker
27
Aansluitingen REC voor een opnameap-
paraat zoals cinch-jacks
De bussen zijn als L (links) en R (rechts) be-
schikbaar voor stereo-opnameapparatuur .
Omdat de versterker monostabiel werkt,
zijn de signalen op beide bussen identiek .
28
Ingangen LINE IN voor de kanalen CH 4
en CH 5 als cinch-jacks; de bussen zijn
voor stereo-signaalbronnen als L (links)
en R (rechts) beschikbaar . Omdat de ver-
sterker monofoon werkt, wordt het mo-
nomastersignaal intern steeds op basis van
de stereosignalen gevormd .
29
Ingang voor het microfoon- en lijnniveau
als gecombineerde XLR- / stekkerbus, ge-
balanceerd bedraad, voor elk van de in-
gangskanalen CH 1– CH 3
30
Regelaar GAIN om de ingangsversterking
aan de signaalbron (microfoon- tot lijn-
niveau) aan te passen voor elk van de in-
gangskanalen CH 1– CH 3
31
Schakelaar PHANTOM POWER voor elk van
de ingangskanalen CH 1– CH 3; bij inge-
drukte schakelaar is aan de XLR-contacten
van de ingangsbus (29) een gelijkspanning
van 15 V voor microfoons met fantoom-
voeding
Opgelet:
Schakel de versterker uit, demp de
uitgangen of draai de MASTER-regelaar (11) in
Overzicht van de bedienings-
elementen en aansluitingen
11 Mengversterker PA-6010Z /PA-6020Z 36
12 Tafelmicrofoon PA-4300PTT
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
13 Commandomicrofoon PA-2400RC
(afzonderlijk verkrijgbaar toebehoren)
Prioriteit van de plug-inmodule
51 PA-2400RC: Bericht M6 sperren 39
72 Monogeluidsbronnen, microfoons 39
721 Fantoomvoeding 39
722
76 Opnameapparaat, monitorsysteem 40
77 Externe signaalbewerking 40
78 Schakelingangen 40
781
Afstandsbediend in- en uitschakelen 40
782 Alarmingang 40
79 Net- en noodvoeding 41
Instellingen op de PA-4300PTT 41
87 Commandomicrofoon PA-2400RC 42
871
Extra versterker in de PA-6010Z 42
Verdere instellingen op de PA 2400RC 42
Beveiligingscircuits en
foutsignalisatie
101 Versterker 43
102 Commandomicrofoon PA-2400RC 43
103 Tafelmicrofoon PA-4300PTT 43
Nederlands
Nederlands Pagina
Inhoudsopgave