57
5. Gebruik
<De werking stoppen>
N
Druk nogmaals op ON/OFF
1
.
• Het ON-lampje
gaat uit en het schermgebied wordt donker.
Opmerking:
Zelfs als u direct op de ON/OFF (AAN/UIT)-toets drukt nadat u de air-conditio-
ner net uitgeschakeld hebt, zal het apparaat voor ongeveer drie minuten niet
starten. Dit is om te voorkomen dat interne onderdelen schade oplopen.
5.2. Kiezen van de werkingsstand
N
Druk op knop Operation mode (
)
2
en kies de gewenste
werkingsstand
.
Koelen
Drogen
Ventileren
Verwarmen
Automatisch (koelen/verwarmen)
Ventilatiestand
Wordt alleen aangegeven als het volgende geldt
Er wordt een afstandsbediening met kabel gebruikt
Die is aangesloten op LOSSNAY
Informatie over de multi system-airconditioner (Buiten-
unit: MXZ-LIJN)
► Bij de Multi-System-airconditioner (buitenunit: MXZ-lijn) kunt u
twee of meer binnenuniten op één buitenunit aansluiten. Afhan-
kelijk van de capaciteit kunt u meer dan twee binnenuniten tege-
lijk in werking hebben.
• Wanneer u probeert meer dan twee binnenuniten, aangesloten op één
buitenunit, te gelijk te gebruiken, een voor koelen en een andere voor
te verwarmen, wordt de werkstand gekozen van het binnenunit dat als
eerste in werking werd gesteld. De andere binnenapparaten die later
zullen starten kunnen niet werken, hetgeen wordt aangegeven door
een knipperende bedrijfsindicator.
In dit geval dient u alle binnenuniten op dezelfde werkstand in te stellen.
• Als de binnenunit is ingeschakeld in de automatische modus
(AUTO),
is het mogelijk dat de bedieningsmodus (COOL
↔
HEAT) niet kan wor-
den gewijzigd. In plaats hiervan wordt de unit dan stand-by gezet.
• Wanneer het binnenunit in werking treedt terwijl het buitenunit bezig
is met ontdooien, duurt het enkele minuten (maximaal 15) voordat het
warme lucht begint uit te blazen.
• In de verwarmingsstand kan de binnenunit warm worden of kan het
geluid van stromende koelvloeistof worden gehoord, terwijl de binnen-
unit niet functioneert. In deze gevallen is er geen sprake van een sto-
ring. De oorzaak ligt in het feit dat de koelvloeistof voortdurend door
de binnenunit stroomt.
Automatisch bedrijf
N
Uitgaande van een ingestelde temperatuur, begint het koelbedrijf als
de ruimtetemperatuur te hoog is en begint het verwarmingsbedrijf als
de ruimtetemperatuur te laag is.
N
Bij automatisch bedrijf schakelt de airconditioner over naar koelbedrijf
als de ruimtetemperatuur verandert en 15 minuten lang minstens 2 °C
boven de ingestelde temperatuur blijft. Op dezelfde wijze schakelt de
airconditioner over naar verwarmingsbedrijf als de ruimtetemperatuur
15 minuten lang minstens 2 °C onder de ingestelde temperatuur blijft.
►
N
Aangezien de ruimtetemperatuur automatisch wordt geregeld om een
vaste effectieve temperatuur te behouden, wordt het koelbedrijf een
paar graden hoger en het verwarmingsbedrijf een paar graden lager
uitgevoerd dan de ingestelde ruimtetemperatuur, zodra die tempera-
tuur is bereikt (automatisch energiebesparend bedrijf).
5.3. Temperatuurinstelling
► Om de kamertemperatuur te verlagen:
Druk
op
3
om de gewenste temperatuur in te stellen.
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven
.
► Om de kamertemperatuur te verhogen:
Druk
op
3
om de gewenste temperatuur in te stellen.
De ingestelde temperatuur wordt weergegeven
.
• Het beschikbare temperatuurbereik dat ingesteld kan worden is:
Koelen & Drogen:
19 - 30 °C
Verwarmen:
17 - 28 °C
Automatisch:
19 - 28 °C
• Het display knippert op 8 °C of op 39 °C ten teken dat de kamertem-
peratuur onder 8 °C of boven 39 °C ligt.
5.4. Instelling ventilatorsnelheid
N
Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op de knop voor de ventila-
tiesnelheid
5
als nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de kracht. De momenteel gese-
lecteerde snelheid wordt weergegeven bij
.
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
5.5. Instelling van de richting van de luchtstroom
<De richting van de luchtuitstroom wijzigen naar beneden of naar boven>
N
Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op Airflow Up/Down
6
als
nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de richting. De huidige richting
wordt weergegeven bij
.
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
* Tijdens de “swing”-handeling wijzigt de richtingsindicatie op het
scherm niet synchroon met de richting van de ventilatorbladen.
* Op sommige modellen worden richtingsaanduidingen niet onder-
steund.
Opmerking:
●
De beschikbare richtingen zijn afhankelijk van het type unit dat is aange-
sloten. Sommige units bevatten geen instelling “Auto”.
●
In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke luchtrichting van de
richting die op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
1. Als op het display “STAND BY” of “DEFROST” wordt getoond.
2. Direct na het starten van de modus HEAT (als het systeem wacht tot de
moduswijziging van kracht wordt).
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de inge-
stelde temperatuur.
• Displayweergaven van de draadloze afstandsbediening worden tus-
sen haakjes weergegeven.
Opmerking:
●
Het aantal ventilatorsnelheden is afhankelijk van het type unit dat is aange-
sloten. Sommige units bevatten geen instelling “Auto”.
●
In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke ventilatorsnelheid van
de snelheid die op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
1. Als op het display “STAND BY” of “DEFROST” wordt getoond.
2. Als de temperatuur van de warmtewisselaar in de verwarmingsstand laag
is. (bijvoorbeeld onmiddellijk na het starten van het verwarmingsbedrijf)
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de inge-
stelde temperatuur.
4. Als de unit in de modus DRY staat.
N
Voor de draadloze afstandsbediening
N
Voor de snoer afstandsbediening
1
Horizontale blaasrichting 30°
2
Naar beneden gerichte blaasrichting 45°
3
Naar beneden gerichte blaasrichting 55°
Koelen
15 minuten (schakelt van
verwarmen over naar koelen)
Ingestelde temperatuur
+2°C
Ingestelde temperatuur
Ingestelde temperatuur
-2°C
15 minuten (schakelt van
koelen over naar verwarmen)
4
Naar beneden gerichte
blaasrichting 70°
5
Zwenken
Ventilator-
snelheid
Display van de afstandsbediening
Laag
Medium
Hoog
3-staps
T
(
)
(
)
(
)
1
→
2
→
3
→
4
→
5
T
T