80
NL
Draadlengte afstandsbediening:
1
,
2
10 m (0,3 tot 1,25 mm
2
)
Als de lengte meer dan 10 m is, gebruikt u afgeschermde draad van 1,25 mm
2
en berekent de lengte van dat gedeelte (L
4
en L
7
) als
inbegrepen in de totale lengte voor de maximum draadlengte voor afstandsbediening.
11.4. Bedrading van de hoofdvoeding en apparatuurcapaciteit
Bedradingsschema (Voorbeeld)
[Fig. 11.4.1] (p.9)
A
Schakelaar (stroom- en stroomverlies-)
B
Stroomverliesschakelaars
C
Buitenunit
D
Trekdoos
E
Binnenunit
Kabeldikte voor hoofdvoeding, capaciteit van de schakelaars en systeemimpedantie
Model
Minimale kabeldikte (mm
2
)
Stroomverliesschakelaar
Schakelaar (A)
Stroomonderbreker
(A) NFB
Max. toegelaten
systeemimpedantie
Hoofdkabel Aftakking
Aarde
Capaciteit
Zekering
Buitenunit
PUHY-RP200YJM-B
4
-
4
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
25
25
30
*1
PUHY-RP250YJM-B
4
-
4
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
25
25
30
*1
PUHY-RP300YJM-B
4
-
4
30 A 100 mA 0,1sec. of minder
32
32
30
*1
PUHY-RP350YJM-B
6
-
6
40 A 100 mA 0,1sec. of minder
40
40
40
0,26 Ω
Totale
stroomsterkte
van de
binnenunit
F0=20A of minder *2
1,5
1,5
1,5
20 A Stroomgevoeligheid *3
20
20
20
(volgens IEC 61000-3-3)
F0=30A of minder *2
2,5
2,5
2,5
30 A Stroomgevoeligheid *3
30
30
30
(volgens IEC 61000-3-3)
F0=40A of minder *2
4,0
4,0
4,0
40 A Stroomgevoeligheid *3
40
40
40
(volgens IEC 61000-3-3)
*1: Moet voldoen aan de vereisten van NEN-EN-IEC 61000-3-3
*2: Neem de grootste van F1 of F2 als de waarde voor F0.
F1 = Totale maximale stroomsterkte van de binnenunits × 1,2
Binnenunit
V1
F2 = V1 × Hoeveelheid
Type A
+ V1 × Hoeveelheid
Type B
+ V1 × Hoeveelheid
andere
Type A PLFY-VBM, PMFY-VBM, PEFY-VMS, PCFY-VKM,
PKFY-VHM, PKFY-VKM, PFFY-VKM, PFFY-VLRMM
1,6
Type B PEFY-VMA
3,2
Andere Andere binnenunit
0
*3: Stroomgevoeligheid wordt berekend met gebruik van de volgende formule.
G1 = V2 × Hoeveelheid
Type 1
+ V2 × Hoeveelheid
Type 2
+ V2 × Hoeveelheid
andere
+
V3 × Draadlengte [km]
G1
Stroomgevoeligheid
Binnenunit
V2
Draaddikte
V3
30 mA of minder 30 mA 0,1 sec of minder
Type 1 PLFY-VBM, PMFY-VBM, PEFY-VMS, PCFY-VKM,
PKFY-VHM, PKFY-VKM, PFFY-VKM, PFFY-VLRMM
2,4
1,5 mm
2
48
100 mA of minder 100 mA 0,1 sec of minder
2,5 mm
2
56
Type 2 PEFY-VMA
1,6
4,0 mm
2
66
Andere Andere binnenunit
0
1. Sluit de binnen- en buitenunits op afzonderlijke circuits aan. Voorzie OC en OS van een aparte bedrading.
2. Houd rekening met de omgevingsfactoren (temperatuur, rechtstreeks zonlicht, regenwater, enz.) wanneer de kabels worden gelegd en aangesloten.
3. De kabeldikte is de minimumwaarde voor metalen geleiders. Als de spanning afneemt, gebruikt u een kabel die net iets dikker is.
Zorg ervoor dat de voedingsspanning nooit met meer dan 10% afneemt.
4. Alle gebruikte kabels moeten in overeenstemming zijn met de plaatselijke regelgeving.
5. Apparaatsnoeren voor buitentoestellen moeten minimaal van het type 245 IEC 57 zijn. Dat zijn bijvoorbeeld snoeren met een flexibele mantel van
polychloropreen.
6. De installateur moet zorgen voor de plaatsing van een schakelaar met minstens 3 mm contactafstand tussen elke pool.
Waarschuwing:
Gebruik alleen de opgegeven kabels voor de verbindingen en zorg ervoor dat op de aansluitingen geen externe krachten kunnen inwerken. Gebrekkige
aansluitingen kunnen opwarmen en brand veroorzaken.
Let erop dat u de juiste overstroomschakelaar gebruikt. Denk eraan dat in de gegenereerde overstroom een hoeveelheid gelijkstroom is begrepen.
Let op:
Op sommige installatieplekken kan het nodig zijn dat voor de stroomomvormer een aardlekschakelaar wordt geplaatst. Als geen aardlekschakelaar wordt
geplaatst, bestaat er gevaar op elektrische schokken.
Gebruik steeds een schakelaar en zekering met de correcte capaciteit. Schakelaars of zekeringen met een te grote capaciteit kunnen defecten of brand
veroorzaken.
Opmerking:
Dit apparaat is bedoeld voor aansluiting op een stroomvoorzieningssysteem met een maximale toegestane systeemimpedantie als in de tabel hierboven
op het aansluitpunt (schakelkast) van de stroomvoorziening van de gebruiker.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat dit apparaat wordt aangesloten op een stroomvoorzieningssysteem dat voldoet aan de hoger omschreven
vereisten.
Indien nodig vraagt de gebruiker aan de stroomleverancier naar de systeemimpedantie aan het leverpunt.
Deze apparatuur voldoet aan de standaard IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de kortsluitingsstroom S
SC
groter is of gelijk aan S
SC
(
*
2) op het
leverpunt tussen het gebruikersnet en het openbare net. Het valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker om zich ervan te
verzekeren, indien nodig door navraag bij de openbare stroomleverancier, dat de apparatuur uitsluitend wordt aangesloten op een stroomnet met een
kortsluitingsstroom Ssc groter dan of gelijk aan S
SC
(
*
2).
S
SC
(*2)
Model
S
SC
(MVA)
PUHY-RP200YJM
1,25
PUHY-RP250YJM
1,54
PUHY-RP300YJM
1,75
PUHY-RP350YJM
2,31
•
•
•
•
•
•
•
•