65
6. Elektrische aansluitingen
6.3. Functie-instellingen
6.3.1. Voor afstandsbediening met draad
1
(Fig. 6-11)
•
Selecteer “Service” in het Main menu (Hoofdmenu) en druk op de toets [SELEC-
TEREN].
• Selecteer “Function settings” (Functie-instellingen) met de functietoets [F1] of
[F2] en druk op de toets [SELECTEREN].
2
(Fig. 6-12)
• Stel de koeladressen van de binnenunit en unitnummers in met de knoppen [F1],
[F2], [F3] en [F4], en druk vervolgens op de toets [SELECTEREN] om de huidige
instelling te bevestigen.
<Het unitnummer van de binnenunit controleren>
Wanneer op de toets [SELECTEREN] wordt gedrukt, gaat de ventilator van de
opgegeven binnenunit draaien. Bij gebruik in groep of wanneer alle units worden
gebruikt, gaat de ventilator van alle binnenunits voor het geselecteerde koelmid-
deladres draaien.
3
(Fig. 6-13)
• Wanneer het verzamelen van gegevens van de binnenunit voltooid is, worden
de huidige instellingen gemarkeerd weergegeven. Niet-gemarkeerde items zijn
items waarvoor geen instellingen ingesteld zijn. De weergave van het scherm
hangt af van de instelling voor “Unit No.”.
4
(Fig. 6-14)
• Gebruik de [F1]- of [F2]-knop om de cursor te verplaatsen en het modusnum-
mer te selecteren, en wijzig het instellingsnummer vervolgens met de [F3]- of
[F4]- knop.
5
(Fig. 6-15)
• Als u klaar bent met instellen drukt u op de toets [SELECTEREN] om de instel-
lingsgegevens te verzenden vanaf de afstandsbediening naar de binnenunits.
• Als de overdracht succesvol verlopen is, keert het scherm terug naar het scherm
Function setting.
F1
F2
F3
F4
Service menu
Cursor
Main menu:
Test run
Input maintenance info.
Function setting
Check
Self check
F1
F2
F3
F4
Function setting
Cursor
Address
Monitor:
Ref. address
Unit No.
Grp.
/1/2/3/4/All
Fig. 6-11
Fig. 6-12
F1
F2
F3
F4
Function setting
Cursor
Cursor
Request:
Ref. address
Mode 1
Mode 2
Mode 3
Mode 4
Grp.
F1
F2
F3
F4
Function setting
Cursor
Cursor
Request:
Ref. address
Mode 7
Mode 8
Mode 9
Mode 10
Unit # 1
Fig. 6-13
Fig. 6-14
F1
F2
F3
F4
Function setting
Ref. address
Sending data
Grp.
Fig. 6-15
Fig. 6-16
Fig. 6-18
Fig. 6-17
Fig. 6-19
A
B
C
6.3.2. Voor draadloze afstandsbediening
1
Ga naar de modus voor functieselectie
Houd de toets
5 seconden ingedrukt.
(Begin deze bediening met uitgeschakelde schermweergave op de afstandsbe-
diening.)
[CHECK] wordt verlicht en "00" knippert. (Fig. 6-16)
Druk op de toets om "50" in te stellen.
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van de binnenunit en
druk op de toets
.
2
Stel het unitnummer in
Druk op de toets om het unitnummer
A
in te stellen. (Fig. 6-17)
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van de binnenunit en
druk op de toets
.
3
Kies een modus
Druk op de toets om het modusnummer
B
in te stellen. (Fig. 6-18)
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van de binnenunit en
druk op de toets
.
Huidige instellingsnummer:
1=1 piep (1 seconde)
2=2 piepen (elk 1 seconde)
3=3 piepen (elk 1 seconde)
4
Kies het instellingsnummer
Wijzig het instellingsnummer
C
met de toets . (Fig. 6-19)
Richt de draadloze afstandsbediening op de ontvanger van de binnenunit en
druk op de toets
.
5
Wijzig meerdere functies achter elkaar
Herhaal stap
3
en
4
om meerdere functie-instellingen achter elkaar te wijzigen.
6
Rond functiekeuze af
Richt de draadloze afstandsbediening op de sensor van de binnenunit en druk
op de toets
.
Opmerking:
Stel de bovenstaande instellingen waar nodig in op Mr. Slim-units.
• Tabel 1 vat de instellingsopties samen voor elk modusnummer.
• Zorg dat u de instellingen van alle functies opschrijft indien er begininstel-
lingen gewijzigd zijn na het voltooien van het installatiewerk.
RG79F077K03_DU.indd 65
11/28/2016 6:13:38 PM