48
8. Elektrawerkzaamheden
$
%
"
#
►
Voorzorgen voor elektrawerkzaamheden
Waarschuwing:
• Gebruik altijd een toegewezen circuit met onderbrekers en met het
nominale voltage.
Stroomcircuits met een onvoldoende capaciteit en slecht uitgevoerde
elektrawerkzaamheden zullen een elektrische schok of brand veroorzaken.
Voorzichtig:
• Zorg voor een adequate aarding. Aard de unit niet op water- en gasleidingen,
bliksema
fl
eiders of een telefoonaarding.
Een onjuiste aarding kan een elektrische schok veroorzaken. Een hoge
spannings
fl
uctuatie door bliksem of andere bronnen kan de airconditioner
beschadigen.
• Gebruik de gespecificeerde elektradraden en verzeker dat deze juist
worden verbonden en dat er geen spanning op staat.
Het niet opvolgen van deze vereisten kan de bedrading beschadigen en
oververhitting of brand veroorzaken.
►
Stel de schakelaars in alvorens de aftakdoos in te schakelen.
►
Indien de stroom afzonderlijk naar de aftakdoos en de buitenunit wordt
toegevoerd, moet de aftakdoos als eerste worden ingeschakeld.
►
De bedrading die de aftakdoos en buitenunit, en aftakdoos en
binnenunits verbindt, functioneert zowel als stroomtoevoer- als
signaalkabel. Verbind deze bedrading in overeenstemming met de
nummers op het aansluitblok om de juiste polariteit te verzekeren.
►
Verbind de koelmiddelleidingen en elektrische bedrading met de juiste
poorten die met letters zijn gemarkeerd (bijv. A, B, C, D, E) op deze unit.
Een foute bedrading veroorzaakt een onjuiste werking van de unit.
►
Bevestig ieder aardedraad altijd afzonderlijk met een aardschroef.
►
Voorkom dat bedrading achter het plafond door bijvoorbeeld muizen
wordt beschadigd en plaats het derhalve in een draadbuis, etc.
(1) Verwijder de elektra-afdekking. (Fig. 8-1)
(2) Steek de bedrading in de aftakdoos en zet ieder draad op zijn plaats met
een draadklem vast.
(3) Bevestig ieder draad stevig met de juiste aansluiting op het blok. (Fig. 8-8)
(4) Stel de dipschakelaars in. (Zie 8.3)
(5) Plaats de elektra-afdekking terug.
Fig. 8-1
Fig. 8-2
Fig. 8-3
Fig. 8-4
B
1,5m of minder
Ondersteuning
Fig. 8-7
A
Elektra-afdekking
B
Rubber bus
C
Bedrading
D
Regelbord
E
Aansluitblok: TB5
F
Aansluitblok: TB2B
G
Aansluitblok: TB3A-TB3E
<Naar binnenunit>
H
Aarde-aansluiting <stroomtoevoer>
J
Aarde-aansluiting <voor TB3A>
K
Aarde-aansluiting <voor TB3B>
L
Aarde-aansluiting <voor TB3D>
M
Aarde-aansluiting <voor TB3C>
N
Aarde-aansluiting <voor TB3E>
O
Aarde-aansluiting <naar andere
aftakdoos>
P
Kabelklem <voor TB2B>
Q
Kabelklem <voor TB3A-TB3E>
R
Kabelklem <voor TB5>
8.1. Bij gebruik van een draadbuis (Fig. 8-5, 8-6, 8-7)
Plaats de elektra-afdekking pas terug nadat de draadbuis op zijn plaats is
vastgezet.
A
Elektra-afdekking
B
Draadbuis
C
Sluitring
D
Moer
Een draadbuis met een buitendiameter tot max. 1" kan worden gebruikt.
(1) Bij gebruik van een 1" draadbuis moet de bus worden verwijderd en aan de
aftakbuis worden bevestigd.
Verwijder de elektra-afdekking voor het bevestigen aan de aftakdoos.
(2) Bij gebruik van een draadbuis met een buitendiameter van 3/4" of kleiner, moet
de bus worden ingekeept en de draadbuis ongeveer 100 mm in de aftakdoos
worden gestoken.
* Plaats de elektra-afdekking terug nadat de draadbuis op zijn plaats is
vastgezet.
Voorzichtig:
Voorkom overmatige druk op de aftakdoos en ondersteun derhalve de draadbuis
B
met een of meerdere steunen op 1,5 meter afstand van de aftakdoos of korter.
Zie Fig. 8-7 voor een voorbeeld.
*
Fig. 8-5
Fig. 8-6