91
8
• Indien het apparaat niet op de juiste manier kan worden bediend nadat het bovenstaande proefdraaien is uitgevoerd, dient u de onderstaande tabel te raadplegen om de
oorzaak weg te nemen.
Symptoom
Oorzaak
Afstandsbediening met draad
LED 1, 2 (printplaat in buitenapparaat)
H0
H0
→
Foutcode
Schermberichten verschijnen niet terwijl
de bedieningsschakelaar is ingescha-
keld (bedieningslampje licht niet op).
Gedurende
ongeveer 2 minuten
na het inschakelen
Nadat ongeveer 2
minuten zijn
verstreken na het
inschakelen
Na het oplichten van LED 1 en 2, wordt LED
2 uitgeschakeld, en blijft alleen LED 1 oplich-
ten. (Juiste werking)
Alleen LED 1 licht op.
→
LED 1en 2 knippe-
ren.
Alleen LED 1 licht op.
→
LED 1 knippert twee-
maal, LED 2 knippert eenmaal.
• Gedurende ongeveer 2 minuten na het inschakelen is het
gebruik van de afstandsbediening niet mogelijk vanwege het
opstarten van het systeem. (Juiste werking)
• Het aansluitstuk voor het beschermingsapparaat van het
buitenapparaat is niet aangesloten.
• Draai de fasebedrading om of open deze bij het aansluitblok
(L1, L2, L3) van het buitenapparaat.
• Onjuiste bedrading tussen het binnen- en buitenapparaat
(onjuiste polariteit van S1, S2, S3)
• Snoer van de afstandsbediening is te kort.
Bij een draadloze afstandsbediening zoals hierboven beschreven, is het volgende van toepassing:
• Er worden geen signalen van de afstandsbediening geaccepteerd.
• De OPE-lamp knippert.
• De zoemer maakt een kort piepend geluid.
Opmerking:
Bediening is niet mogelijk gedurende ongeveer 30 seconden na het annuleren van de functieselectie. (Juiste werking)
Raadpleeg de onderstaande tabel voor een beschrijving van de LED’s (LED 1, 2, 3) op het bedieningspaneel binnen.
LED1 (spanning voor microcomputer)
Geeft aan of er spanning voor de bediening wordt geleverd. Zorg ervoor dat deze LED brandt.
LED2 (spanning voor afstandsbediening)
Geeft aan of er spanning aan de afstandsbediening wordt geleverd. Deze LED brandt alleen wanneer
het binnenapparaat is aangesloten op het koeleradres “0” van het buitenapparaat.
LED3 (communicatie tussen binnen- en buitenapparaat)
Geeft de toestand van de communicatie tussen de binnen- en buitenapparaten aan. Zorg ervoor dat
deze LED altijd knippert.
• Qualora non sia possibile far funzionare l’unità correttamente dopo aver eseguito la prova di funzionamento di cui sopra, fare riferimento alla tabella sottostante per eliminare
la causa della disfunzione.
Sintomo
Motivo
Comando a distanza con filo
LED 1, 2 (scheda a circuiti stampati della sezione interna)
H0
H0
→
Codice di errore
Non appaiono i messaggi sul display
anche quando l’interruttore di funziona-
mento è acceso (ON) (la spia di funzio-
namento non si accende).
Per 2 minuti circa
dopo l’accensione
Dopo che sono
trascorsi 2 minuti
dall’accensione
LED 1 e LED 2 sono accesi, quindi LED 2 si
spegne e solo LED 1 è acceso (funzionamento
corretto).
Solo LED 1 è accesso.
→
LED 1 e LED 2
lampeggiano.
Solo LED 1 è acceso.
→
LED 1 lampeggia
due volte, LED 2 lampeggia una volta.
• Per circa 2 minuti dopo l’accensione dell’unità, l’attivazione
con il comando a distanza non è possibile a causa dell’av-
viamento del sistema (funzionamento corretto).
• Il connettore del dispositivo di protezione della sezione ester-
na non è collegato.
• Cablaggio della fase aperta o di inversione del blocco termi-
nale di alimentazione della sezione esterna (L1, L2, L3)
• Cablaggio non corretto fra le sezioni interne e esterne
(polarità non corretta di S1, S2, S3)
• Cortocircuito del filo del comando a distanza
Sul comando a distanza senza filo con le condizioni di cui sopra, si possono verificare i seguenti fenomeni.
• Non vengono accettati i segnali provenienti dal comando a distanza.
• La spia OPE lampeggia.
• Il cicalino fa un breve suono acuto.
Nota:
Il funzionamento non è possibile per circa 30 secondi dopo la cancellazione della selezione della funzione (funzionamento corretto).
Per una descrizione di ciascun LED (LED 1, 2, 3) previsto per l’unità di controllo interna, fare riferimento alla tabella seguente.
LED1 (alimentazione del microcomputer)
Indicata la presenza dell’alimentazione di comando. Accertarsi che questo LED sia sempre acceso.
LED2 (alimentazione del regolatore a distanza)
IIndica se il regolatore a distanza è alimentato. Questo LED si accende solo nel caso in cui la sezione
interna collegata alla sezione esterna di refrigerante abbia indirizzo “0”.
LED3 (comunicazione fra le sezioni interne ed esterne)
Indica lo stato della comunicazione fra le sezioni interne ed esterne. Accertarsi che questo LED
lampeggi sempre.
I
NL
8. Prova di funzionamento
8. Proefdraaien