110
NL
9. De koelleidingen installeren
9.1. Let op
Dit apparaat werkt op koelvloeistof van het type R410A. Volg de plaatselijke
bepalingen op inzake buismaterialen en -diktes. (Zie ook de tabel hieronder.)
1
Gebruik voor de koelleidingen de volgende materialen.
•
Materiaal: Gebruik naadloze buizen uit zuurstofvrij roodkoper.
Daarnaast moeten de binnen- en buitenkant van de leidingen vrij zijn
van zwavel, oxiden, vuil en stof, vijlsel, olie, vocht, of om het even
welke andere verontreinigende substantie.
• Afmetingen: Zie 9.2. voor meer informatie over de koelleidingen.
2
Aangekochte leidingen bevatten vaak stof en andere verontreinigende
stoffen. Blaas deze altijd schoon met een droog inert gas.
3
Voorkom dat tijdens de installatie vuil, water of andere verontreinigende
stoffen in de leidingen raken.
4
Beperk in de mate van het mogelijke het gebruik van leidingbochten, en
maak de bochten zo breed mogelijk.
5
Voor de aftakkingen en samenvoegingen voor binnen- en warmtebron-
units zijn de volgende gepaarde en verbindingsleidingen vereist (niet
meegeleverd).
Gepaarde leidingen binnen,
ALLEEN model PQRY-P·Y(S)LM-A
Verbindingsleidingen binnen,
ALLEEN model PQRY-P·Y(S)LM-A
Lijntak
Binnenunit (totaal)
P100~P250
Instroomunit-model
Minder dan 80
CMY-Y102SS-G2
CMY-R160C-J
Gepaarde warmtebron-unit, ALLEEN model PQRY-P·Y(S)LM-A
Warmtebron-unit (totaal)
P400 ~ P600
Warmtebron-unit (totaal)
P700 ~ P900
CMY-Q100CBK2
CMY-Q200CBK
De koelleidingen die vertrekken uit de warmtebron-unit worden in een
aftakkingseenheid vertakt en vervolgens doorgetrokken naar de binnenunits.
De leidingen worden als volgt met elkaar verbonden: buiseinden voor de
binnenunits worden opgetrompt en verbonden; gas (lagedrukleidingen voor
PQRY-P·Y(S)LM-A) en vloeistof (hogedrukleidingen voor PQRY-P·Y(S)LM-A)
voor de warmtebron-units worden gesoldeerd. Alle afgetakte leidingen worden
gesoldeerd.
Waarschuwing:
Gebruik uitsluitend het type koelmiddel dat in de meegeleverde
handleidingen en op het typeplaatje wordt genoemd.
- Als u een ander type gebruikt, kunnen het toestel of leidingen barsten en
bestaat er gevaar voor ontploffing of brand tijdens gebruik, reparatie en
verwijdering van het toestel.
- Ook overtreedt u mogelijk toepasselijke wetgeving als u dit voorschrift niet
volgt.
- MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION kan niet aansprakelijkheid worden
gesteld voor storingen en ongevallen die het gevolg zijn van gebruik van een
verkeerd type koelmiddel.
Draag er de grootst mogelijke zorg voor dat er geen koelgassen lekken
wanneer u met vuur of vlammen moet werken. Als het koelgas in contact
komt met een vlam, bijvoorbeeld van een gasbrander, ontstaat er een
giftig gas waardoor u een gasvergiftiging kunt oplopen. Soldeer of las
nooit in een ongeventileerde ruimte. Controleer na de installatie van de
koelleidingen de gelegde buizen op lekken.
2
Waterkwaliteitsnorm
Items
Watersysteem voor de
lagere-middentemperatuur
Tendens
Recirculerend
water
[20<T<60°C]
[68<T<140°F]
Bijvulwater Corrosief
Aan-
slagvor-
ming
Stan-
daard
items
pH (25˚C) [77°F]
7,0 ~ 8,0
7,0 ~ 8,0
Elektrische geleiding (mS/m) (25 ˚C) [77°F]
(µ s/cm) (25 ˚C) [77°F]
30 of minder
[300 of minder]
30 of minder
[300 of minder]
Chloride-ion
(mg Cl-/ℓ)
50 of minder 50 of minder
Sulfaation
(mg SO4
2-
/ℓ)
50 of minder 50 of minder
Zuurverbruik (pH4,8) (mg CaCO
3
/ℓ)
50 of minder 50 of minder
Totale hardheid (mg CaCO
3
/ℓ)
70 of minder 70 of minder
Kalkhardheid
(mg CaCO
3
/ℓ)
50 of minder 50 of minder
Ionensilica
(mg SiO
2
/ℓ)
30 of minder 30 of minder
Refe-
rentie
items
IJzer
(mg Fe/ℓ)
1,0 of minder 0,3 of minder
Koper
(mg Cu/ℓ)
1,0 of minder 0,1 of minder
Sulfide-ion
(mg S
2-
/ℓ)
Niet
waarneembaar
Niet
waarneembaar
Ammoniumion
(mg NH
4+
/ℓ)
0,3 of minder 0,1 of minder
Restchloor
(mg Cl/ℓ)
0,25 of minder 0,3 of minder
Vrije kooldioxide
(mg CO
2
/ℓ)
0,4 of minder 4,0 of minder
Ryznar-stabiliteitsindex
–
–
Gegevens uit: Guideline of Water Quality for Refrigeration and Air
Conditioning Equipment (JRA GL02E-1994)
3
Raadpleeg een expert op het gebied van controlemethoden en
berekeningen van de waterkwaliteit alvorens over te gaan tot het gebruik
van anticorrosiemiddelen.
4
Als u een eerder geïnstalleerde air-conditioning vervangt (of zelfs
alleen de warmtewisselaar ervan), voer dan eerst een grondige
waterkwaliteitscontrole uit en controleer leidingen, etc. op mogelijke
corrosie.
Corrosie kan in koudwatersystemen optreden, zelfs als er eerder geen
tekenen van corrosie waren.
Als de kwaliteit van het water omlaag is gegaan, dient de waterkwaliteit
te worden verbeterd voordat de unit vervangen wordt.
8.4. Koppeling van de pomp
De warmtebron-unit kan beschadigd raken als er tijdens de werking geen water
door de buizen circuleert.
Koppel de inschakeling van de unit aan de inschakeling van de
watercircuitpomp. Gebruik de aansluit - blokken voor koppeling (TB8-1, 2, 3, 4)
die op de unit zijn aangebracht.
Als u het pompkoppelcircuit verbindt met de TB8-3, 4, verwijder dan eerst het
kortsluitsnoer. Bovendien dient u, om een foutieve foutendetectie als gevolg van
een slechte aansluiting te vermijden, in de drukklep 63PW te zorgen voor een
lage blijvende stroomsterkte van 5mA of minder.
Snoeren voor het koppelen van de pomp aan apparaatgedeelten voor
gebruik als warmtebron mogen niet lichter zijn dan een flexibel snoer met
neopreenmantel (ontwerp 245 IEC 57).
[Fig. 8.4.1] (P.4)
A
Aansluiting van pompkoppelingscircuit (meegeleverd)
[Fig. 8.4.2] (P.4)
Dit circuit is bedoeld voor de koppeling van de bediening van de
warmtebron-unit en de pomp van het watercircuit.
A
Warmtebron-unit
B
Bedieningspaneel (meegeleverd)
C
Naar de volgende warmtebron-unit
X
: Relais
DS
: Debietschakelaar
52P : Magnetische schakelaar voor de watercirculatiepomp
MP
: Watercirculatiepomp
MCB : Stroomonderbreker
* Verwijder de kortsluitdraad tussen 3 en 4 als u verbinding maakt met
TB8.
* Gebruik een geïsoleerde ringverbinding om de verbindingen met TB8
te maken.
Nr.
aansluitpunt.
TB8-1, 2
Uitgang
Uitgang
relaiscontacten
Nominale spanning: 220 ~ 240V
Nominale belasting: 1A
Bediening
•
Wanneer instelling nr. 917 voor dipswitch 4 (dipswitch
6-10 staat op ON) op OFF staat.
Het relais sluit tijdens bediening van de compressor.
SW4 0: OFF, 1: ON
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1 0 1 0 1 0 0 1 1 1
•
Wanneer instelling nr. 917 voor dipswitch 4 (dipswitch
6-10 staat op ON) op ON staat.
Het relais sluit tijdens de ontvangst van het koelings- of
verwarmingsignaal vanuit de bediening.
(Opmerking: Het werkt zelfs als de thermostaat op OFF
staat (als de compressor niet werkt).)
Содержание CITY MULTI PQHY-P YLM-A Series
Страница 378: ......