75
ń
gedeactiveerd. De aanduiding ‘FB’ in het display dooft.
Bij het instellen van het flitsbelichtingstrapje wordt de correctiewaarde
altijd positief aangegeven!
Flitsbelichtingstrapje in de TTL-flitsfunctie
Een flitsbelichtingstrapje in de TTL-flitsfunctie kan alleen worden uitgevoerd
als de camera het met de hand instellen van een correctie op de flitsbelich-
ting op de flitser ondersteunt. (zie de gebruiksaanwijzing van uw camera)!
Als dat niet het geval is, worden de drie opnamen zonder correctiewaarde
uitgevoerd!
Flitsbelichtingstrapje in de automatisch-flitsenfunctie A
Voor het maken van een flitsbelichtingstrapje in de automatisch-flitsenfunctie
A is het type camera van geen betekenis.
7.4 Extended-zoomfunctie (Zoom Ext)
Bij de extended zoomfunctie wordt de zoomstand van de hoofdreflector ten
opzichte van de brandpuntsafstand van het objectief gereduceerd. De daaru-
it voortvloeiende bredere lichtbundel zorgt in ruimten voor extra strooilicht
(reflecties) en daardoor voor een zachtere flitsverlichting.
Voorbeeld:
De brandpuntsafstand van het objectief bedraagt 50 mm. De flitser stuurt, bij
ingestelde extended-zoomfunctie, de zoomstand van de hoofdreflector aan
op 35 mm. In het display wordt echter wel 50 mm aangegeven.
• Bij de aanduiding ‘EXT ON’ is de extended-zoomfunctie geactiveerd.
• Bij de aanduiding ‘EXT OFF’ is de extended-zoomfunctie gedeactiveerd.
Het instellen:
• Druk zo v aak op de toets ‘SEL’, dat in het display ‘Select’ wordt aangege-
ven.
• Met de toetsen UP
en DOWN
het item ‘ZoomExt’ kiezen. Het geselec-
teerde item wordt daarbij tegen een donker balkje getoond.
• Druk op de topets ‘Set” om de keuze van deze extra functie te bevestigen.
☞
• Met de toetsen UP
en DOWN
de gewenste instelling uitvoeren. De
instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk zo vaak op de toets ‘Return’
, dat het display naar de normale
weergave terug schakelt. Als u niet op de toets ‘Return’
drukt, schakelt
het display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.
Na het activeren van de extended-zoomfunctie wordt in het display, behalve
de brandpuntsafstand, ook ‘E-Zoom’ aangegeven.
Het systeem bepaalt, dat de extended-zoomfunctie alleen voor brand-
puntsafstanden vanaf 28 mm en langer (kleinbeeld 24 x 36) kan wor-
den uitgevoerd. De camera moet voorzien zijn van een objectief met
CPU en hij moet de gegevens van de brandpuntsafstand van het
objectief aan de flitser hebben doorgegeven.
7.5 Draadloze bediening van de flitser (Remote)
• Bij de aanduiding ‘Remote OFF’ is de draadloze remote-functie gedeacti-
veerd.
• Bij de aanduiding ‘Remote Master’ werkt de flitser als sturende masterflitser
op de camera.
• Bij de aanduiding ‘Remote slave’ werkt de flitser, losgekoppeld van de
camera, als slaafflitser. Zie ook hoofdstuk 21
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘SEL’, dat in het display ‘Select’ wordt aangege-
ven.
• Kies met de toetsen UP
en DOWN
het item ‘Remote’ uit. Het gekozen
item wordt tegen een donker balkje getoond.
• Druk op de toets ‘Set’ om uw keuze te bevestigen.
• Stel met de toetsen UP
en DOWN
de gewenste instelling in. De instel-
ling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk zo vaak op de toets ‘Return’
, dat het display weer naar de nor-
male weergave terugschakelt. Als u niet op de toets ‘Return’
drukt,
schakelt het display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.
☞
706 47 0029-A3 58 AF-1 N 30.05.2007 8:05 Uhr Seite 75