49
ń
camera met de hand, of automatisch door het belichtingsprogramma, een korte-
re belichtingstijd dan de flitssynchronisatietijd is ingesteld.
Let er op, dat het richtgetal van de flitser bij de synchronisatie bij korte
belichtingstijden mede afhangt van de gekozen belichtingstijd: hoe korter
de belichtingstijd, des te lager het richtgetal!
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets„Mode“
, dat in het display „
HSS
“ c.q. „
HSS
“ knippert. De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ongeveer 5
seconden houdt de aanduiding op te knipperen en wordt hij automatisch
opgeslagen. In het display wordt „
HSS“ c.q. „
HSS“ aangegeven. Om
de synchronisatie bij korte belichtingstijden te deactiveren, drukt u zo vaak op
de toets „Mode“
, dat het symbool HSS uit het display is verdwenen.
8 Met de hand in te stellen correctie op de flitsbelichting
De automatiek van de flitsbelichting is in de meeste camera’s gebaseerd op een
reflectiegraad van 25% (gemiddelde reflectiegraad van flitsonderwerpen). Een
donkere achtergrond die veel licht absorbeert of een lichte achtergrond die sterk
reflecteert (bijv. tegenlichtopnamen), kunnen leiden tot te ruim, c.q. te krap
belichte onderwerpen.
Om het bovengenoemde effect te compenseren kan de flitsbelichting via een met
de hand in te stellen correctiewaarde worden aangepast aan de opnamesituatie.
De hoogte van die correctiewaarde hangt af van het contrast tussen onderwerp
en achtergrond!
Op de flitser kunnen in de TTL-flitsfuncties met de hand correctiewaarden voor de
flitsbelichting van -3 tot +3 stops (EV) in stappen van 1/3 stop worden inge-
steld.
Tip:
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond: positieve correctiewaarde. Licht
onderwerp tegen donkere achtergrond: negatieve correctiewaarde.
M
TTL
M
TTL
☞
Een belichtingscorrectie door veranderen van de diafragmaopening van
het objectief is niet mogelijk, omdat de belichtingsautomatiek van de
camera het veranderde diafragma weer als werkdiafragma ziet. Bij het
instellen van een correctiewaarde kan de aanduiding van de reikwijdte in
het display veranderen en aan de correctiewaarde worden aangepast
(hangt af van het type camera)!
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetsen ( - ), c.q. ( + ), dat in het display ‘EV’ knippert.
Met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling uitvoeren:
Stel met de toets ( - ) een negatieve, c.q. met de toets ( + ) een positieve correc-
tiewaarde in.
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de
aanduiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Na het opslaan wordt ‘EV’ met de ingestelde correctiewaarde aangegeven.
Voor het deactiveren van een correctiewaarde zo vaak op de toetsen ( - ), c.q.
( + ) drukken, dat, ‘EV’ zonder correctiewaarde wordt aangegeven. De instelling
treedt onmiddellijk in werking. Na ong.. 5 seconden houdt de aanduiding op te
knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Een met de hand ingestelde correctie op de flitsbelichting in de TTL-flits-
functies kan alleen dan plaatsvinden als de camera het instellen van een
correctiewaarde op de flitser ondersteunt (zie de gebruiksaanwijzing van
de camera)!
Als de camera die functie niet ondersteunt moet de correctiewaarde met de hand
op de camera worden ingesteld. In het display van de flitser wordt dan geen
correctiewaarde aangegeven.
Vergeet vooral niet, de correctiewaarde na de opname weer op de camera terug
te zetten!
☞
☞
707 47 0065.A1-48AF-1O Inh. 17.09.2007 13:58 Uhr Seite 49