50
ń
9 Bijzondere functies (‘Select’)
Afhankelijk van het type camera staan verschillende, bijzondere functies ter
beschikking. Voor het oproepen en instellen van de bijzondere functies moet er
daarom eerst een uitwisseling van gegevens tussen camera en flitser plaats heb-
ben gevonden, bijv. door het aantippen van de ontspanknop op de camera. Het
oproepen van de individuele bijzondere functies vindt plaats met de knopcombi-
natie ‘Select’, dat betekent dat u tegelijk op de toetsen ( - ) c.q. ( + ) moet druk-
ken. De bij de bijzondere functies horende en gewenste instellingen worden
aansluitend met alleen de toets ( - ), c.q. ( + ) uitgevoerd.
Het instellen moet onmiddellijk na het oproepen van de bijzondere functie
plaatsvinden, daar de flitser anders na enige seconden automatisch weer
naar de normale flitsfunctie omschakelt!
9.1 Motorische zoominstelling van de hoofdreflector (‘Zoom’)
De motorische zoom van de hoofdreflector
van de flitser kan de beeldhoek
van objectieven met een brandpuntsafstanden vanaf 24 mm (kleinbeeldformaat)
uitlichten. Door het gebruik van de ingebouwde groothoekdiffusor
vergroot
de verlichtingshoek zich tot die van een 18 mm objectief.
Autozoom
Als de flitser gebruikt wordt op een camera die de gegevens van de brandpuntsaf-
stand van het objectief doorgeeft past de zoomstand van de reflector
zich auto-
matisch daaraan aan. Na het inschakelen van de flitser wordt in het display 'Zoom'
en de actuele zoomstand van de hoofdreflector
aangegeven..
De automatische aanpassing geschiedt voor objectieven met een brandpuntsaf-
stand van 24 mm of meer. Als u een objectief met een kortere brandpuntsafstand
dan 24 mm gebruikt dan knippert in het display de aanduiding ‘24’ als waar-
schuwing dat het onderwerp niet volledig kan worden uitgelicht.
Naar wens kan de stand van de hoofdreflector
met de hand worden versteld
om bepaalde verlichtingseffecten te bereiken (bijv. een spotlight-effect enz.).
☞
Manual zoomfunctie
Bij camera's die geen gegevens van de brandpuntsafstand van het objectief
doorgeven moet de zoomstand van de hoofdreflector met de hand aan de
brandpuntsafstand van het objectief worden aangepast. De autozoomfunctie is
in die gevallen niet mogelijk! Na het inschakelen van de flitser wordt in het
display ‘Zoom’ en de actuele stand van de reflector
aangegeven.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toetscombinatie ‘Select’, dat ‘Zoom’ knipperend in het
display naast de zoomstand (mm) aangegeven wordt.
• Met de toetsen ( + ) en ( - ) de gewenste instelling uitvoeren. In het display wis-
selt de knipperende aanduiding daarbij naar ‘M.Zoom’ voor de manual
zoomfunctie. De volgende zoomstanden voor de hoofdreflector zijn mogelijk:
24 - 28 - 35 - 50 - 70 - 85 - 105 mm (kleinbeeldformaat).
De instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 seconden houdt de
aanduiding op te knipperen en wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Als de camera de brandpuntsafstand naar de flitser overbrengt en een
manual instelling ertoe leidt, dat de hoofdreflector het onderwerp niet
volledig kan uitlichten (bijv. bij een spotlight-effect), dan knippert, als
waarschuwing daarvoor, de aanduiding van de zoomstand van de
hoofdreflector!
Tip:
Als u niet altijd de volle energie en reikwijdte van de flitser nodig heeft, kunt u de
hoofdreflector ook laten staan in de in de stand van de aanvangsbrandpuntsaf-
stand. Daardoor is gegarandeerd dat het gehele onderwerp in het beeld altijd
volledig uitgelicht wordt. U bespaart zich dan het steeds moeten aanpassen aan
de brandpuntsafstand van het objectief.
☞
707 47 0065.A1-48AF-1O Inh. 17.09.2007 13:58 Uhr Seite 50