
24
NEDERLANDS
WWW .MAXTEC .COM • (800) 748-5355
10.0 ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
De informatie in dit hoofdstuk (zoals de afstanden) is in het algemeen specifiek opgesteld voor de Handi+.
De vermelde cijfers vormen geen garantie voor een foutloze werking, maar bieden hiervoor wel een redelijke mate van zekerheid. Deze informatie is mogelijk niet van toepassing op andere
medische elektrische apparatuur; oudere apparatuur kan bijzonder gevoelig zijn voor interferentie.
OPMERKING:
Medische elektrische apparatuur vereist speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en moet worden geïnstalleerd en in bedrijf
worden gesteld volgens de EMC-informatie in dit document en de andere instructies voor het gebruik van dit apparaat.
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan invloed hebben op medische elektrische apparatuur.
Gebruik alleen de kabels en accessoires die in de gebruiksaanwijzing worden vermeld. Het gebruik van andere kabels en/of accessoires kan een negatieve invloed hebben op de veiligheid,
prestaties en elektromagnetische compatibiliteit (verhoogde emissie en verminderde immuniteit).
Wees voorzichtig als het apparaat naast of bovenop andere apparatuur wordt gebruikt; als het gebruik naast of bovenop andere apparatuur onvermijdelijk is, dan moet men controleren of het
apparaat normaal werkt in de te gebruiken configuratie.
ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES
Het apparaat is bedoeld om gebruikt te worden in de elektromagnetische omgeving die hieronder wordt beschreven. De gebruiker
van dit apparaat moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
EMISSIES
OVEREENKOMSTIG
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING
RF-emissies (CISPR 11)
Groep 1
De Handi+ gebruikt RF-energie alleen voor interne functies. De RF-
emissies zijn dus erg laag en zullen waarschijnlijk geen interferentie
veroorzaken in elektronische apparatuur in de nabije omgeving.*
Classifi catie CISPR Emissies
Klasse A
De Handi+ is geschikt voor gebruik in alle instellingen,
uitgezonderd woonomgevingen en instellingen die rechtstreeks
zijn aangesloten op openbare laagspanningsnetwerken
voor gebouwen die worden gebruikt voor bewoning.
Harmonische straling
(IEC 61000-3-2)
Klasse A
Spanningsschommelingen/-fl ikkeringen
(IEC 61000-3-3)
In overeenstemming
ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
Het apparaat is bedoeld om gebruikt te worden in de elektromagnetische omgeving die hieronder wordt beschreven.
De gebruiker van dit apparaat moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
IMMUNITEIT TEGEN
IEC 60601-1-2 TESTNIVEAU
CONFORMITEITSNIVEAU
(VAN DIT APPARAAT)
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING
elektrostatische ontlading,
ESD (IEC 61000-4-2)
contactontlading:
± 6 kV
luchtontlading: ± 8 kV
± 6 kV
± 8 kV
Vloeren moeten van hout of beton zijn, of betegeld zijn.
Indien de vloeren zijn bedekt met synthetisch materiaal moet
de relatieve vochtigheid op een niveau worden gehouden
waarop elektrostatische ontladingen minimaal zijn.
elektrische snelle overgangsstromen/
bursts (IEC 61000-4-4)
stroomvoorzieningsleidingen: ± 2 kV
langere input/outputleidingen: ± 1 kV
± 2 kV
± 1 kV
De kwaliteit van de netspanning dient de normale kwaliteit
voor een bedrijfs- of ziekenhuisomgeving te zijn.
pieken op
wisselstroomvoorzieningsleidingen
(IEC 61000-4-5)
Common mode: ± 2 kV
diff erentiële modus: ± 1 kV
± 2 kV
± 1 kV
De kwaliteit van de netspanning dient de normale kwaliteit
voor een bedrijfs- of ziekenhuisomgeving te zijn.
netfrequentie magnetisch veld
50/60 Hz (IEC 61000-4-8)
3 A/m
3 A/m
Apparatuur die een hoog niveau aan magnetische velden
uitzendt (meer dan 3 A/m) moet op afstand worden
gehouden om de kans op interferentie te verminderen.
spanningsdalingen en
korte onderbrekingen op
wisselstroomvoorzieningsleidingen
(IEC 61000-4-11)
daling >95%, 0,5 periodes
daling >60%, 5 periodes
daling >30%, 25 periodes
daling >95%, in 5 seconden
>95%, 0,5 per.
60%, 5 per.
30%, 25 per.
>95%, 5 sec.
De netspanning dient te voldoen aan de eisen van een
typische commerciële of ziekenhuisomgeving. Als de
gebruiker tijdens stroomuitval moet kunnen doorwerken, zorg
dan dat de levensduur van de batterij langer is dan de langste
verwachte stroomuitval of zorg voor een extra noodvoeding.