023-001-058 REV C Fresh Air Supply System Instructions Page 8 of 41
M08SC3S
Brilmontuur (zonder lenzen)
MO8SC3VC/10
Reserve wegtrekruitjes voor silicone volgelaatsmasker (van elk 10)
M08SC3B
Beschermende opberg zak
Reservegezichtsmaskers voor motoraangedreven systemen (systemen met mini-turbine).
Ademluchtsysteem met geïntegreerde mini-turbine die een maximale slanglengte van 40 meter aankan, getest en goedgekeurd
voor gebruik met type MSA 3S volgelaatsmaskers, productcodes: D2055000 en D2055718, met nominale luchtstroom van 120
l/min.
Lees de gebruikershandleiding van het MSA-masker voor classificatie van het masker, markeringen, onderhoud, en pas-
instructies.
Waarschuwingen
Het gezichtshaar of een bril met oorveren die onder de gezichtsafsluiting van het masker doorgaan kan de afsluiting van het
volgelaatsmasker beïnvloeden. Dit kan eventueel een lekkage veroorzaken en kan de prestaties van het systeem ernstig
benadelen. Neem kontakt op met Centurion Martindale voor informatie van een geschikte bril die op het systeem kan worden
gebruikt.
Zowel de onaangedreven en de turbine aangedreven systemen voorzien de drager van lucht uit een bron ver van het
onmiddellijk vervuilde gebied. De kwaliteit van de geleverde lucht is afhankelijk van de kwaliteit van de lucht bij deze bron.
De gebruiker moet zich ten allen tijden verzekeren van de zuiverheid van de luchtlevering.
Bij een zeer hoge werkbelasting kan de druk in het masker bij piek inhalatie negatief worden (is bij systemen zonder turbine
steeds het geval bij het inademen).
Het onaangedreven systeem (M26/400 en M26/450) kan in een potentieel brandbare atmosfeer worden gebruikt.
Het aangedreven systeem (M26/500, M26/500EURO) kan ook in een potentieel brandbare atmosfeer worden gebruikt op
voorwaarde dat de mini turbine eenheid zelf niet binnen of dicht bij deze brandbare atmosfeer wordt gesitueerd.
De mini-turbine is
NIET
intrinsiek veilig.
Montage Instructies
VERSTERKTE SLANG
Slangen aansluiten
Het is mogelijk om twee versterkte slangen indien nodig met mekaar te verbinden met een M26A adaptor mits de beperkingen
hieronder in acht worden genomen.
•
Alleen de goedgekeurde M26A adapter van Martindale mag gebruikt worden. Deze moet voor gebruik gecontroleerd
worden.
•
Men kan een maximum van twee slangen aan elkaar sluiten. (d.w.z. Slechts een M26A mag gebruikt worden per
gebruikers systeem.)
•
De maximum totale lengte van aaneengesloten slang assemblage is 20 meter voor onaangedreven systemen en 40 meter
voor aangedreven systemen.
•
Controleer dat de O ringen aanwezig zijn aan de uiteinde van de slang alvorens de adapter vast te maken. De adapter moet
stevig vast geschroefd worden in de uiteinden van de slang zodat de bouten op het einde van de slang strak ziten en het niet
mogelijk is om de slang te roteren.
Onaangedreven Apparaten (M26/400 en M26 /450)
Breng de zeef aan het einde van de versterkte slang aan door met de hand stevig vast te schroeven. Steek, haak of bindt de zeef
in een plaats/positie vast waar de in te ademen lucht van goede kwaliteit is (en zo zal blijven voor de voorgenomen periode van
gebruik van het apparaat) Zie diagram. De luchtkwaliteit van ademlucht wordt beschreven in EN 132.
Zorg ervoor dat de slang van krommingen of knikken vrij is, deze kunnen de luchtstroom
belemmeren, en dat ze zo wordt geplaatst/geïdentificeerd om te beveiligen/beschermen
tegen platdrukken door gemotoriseerde voertuigen
Aangedreven apparaten (M26/500 en M26/500/EURO)
Plaats de turbine op een droge plaats waar de in te ademen lucht van goede kwaliteit is (en zo
zal blijven voor de voorgenomen periode van gebruik van de apparaten). De kwaliteit van
ademlucht wordt beschreven in EN 132. Verbind de stroom aanvoer met de turbine en
verwijder de afdekdop van een van de turbine uitlaatkleppen. Zorg ervoor dat de stroom
geleverd aan de turbine binnen het bereik is zoals afgedrukt op de turbine. Zet de stroom aan
en zet de turbine aan. Controleer dat de turbine werkt en dat de lucht wegstroomt aan de
uitgang van de turbine. Verbind de versterkte slang aan de uitgang van de turbine door deze stevig met de hand vast te
schroeven, het mag niet mogelijk zijn om de slang te roteren waneer de bout vast gedraaid is. (Voor twee gebruikers herhaal de
vorige stappen door de tweede uitgang te gebruiken voor de tweede gebruiker). Nota: als er slechts een gebruiker is moet de
geperforeerde afdekkap op de andere uitlaat geplaatst worden. Als de eenheid niet start kan de stoomnet spanning te laag zijn
–
zet de turbine uit, draai de luchttoevoer op maximum en start de eenheid opnieuw, laat de eenheid opwarmen voor 5 minuten.
Pas de luchtstroom aan een vereist niv
eau aan. Als de eenheid niet start verwijzen we u naar de “Electro veiligheids paragraaf”
op pagina 8.