marklin H0-Oberleitung, Руководство пользователя

Страница: 51 / 88

Om een goed optisch beeld te krijgen is een individuele aanpassing van de
bovenleiding noodzakelijk en afhankelijk van het aanwezige railplan. Dit boven-
leidingssysteem houdt rekening met het van de C- en K-rail bekende raster
van 36 cm en de beide standaard radiussen R1 en R2. Desalniettemin moet
juist door de veelheid aan mogelijke wissel-samenstellingen en railfiguren,
normaal gesproken een individuele oplossing gezocht worden.
Door de mogelijkheid om op eenvoudige wijze ook individuele rijdraadlengtes
in lengtes vanaf 120 mm samen te stellen, is dit in de praktijk gemakkelijk
uitvoerbaar.
Houd in de planning en de bouw van de bovenleiding rekening met de
volgende punten:
1. Begin altijd bij kritische plaatsen zoals bij dubbele kruis-, drieweg of enkel-
voudige wissels.
2. Let er op dat de rijdraden op een recht traject, evenals bij het grote voor-
beeld, altijd in een zigzag lijn worden opgehangen. Dit zorgt voor een beter
optisch effect en voor een betere reiniging van rijdraad een sleepstuk van
de pantograaf.
3. Afhankelijk van het gekozen railsysteem kunnen er bij de wissels problemen
ontstaan tussen de optimale plaatsing van de bovenleidingsmast en de
wisselaandrijving. Als de wisselaandrijving naar de andere kant kan worden
omgestoken, heeft het plaatsen van de mast de hoogste prioriteit.
4. Bij een functionerende bovenleiding dient op zijn minst om de 2 tot
3 meter opnieuw de rijdraad van voedingsspanning te worden voorzien.
51
2. Belangrijke opmerkingen voor het gebruik van de bovenleiding