38 NEDERLANDS
Apparaat-/accubeveiligingssysteem
Het apparaat is voorzien van een beveiligingssysteem.
Dit systeem schakelt automatisch de voeding uit om de
levensduur van het apparaat en de accu te verlengen.
Het apparaat zal tijdens het gebruik automatisch stop
-
pen wanneer het apparaat of de accu zich in één van de
volgende omstandigheden bevindt.
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het apparaat wordt gebruikt op een manier
die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt, stopt het
apparaat automatisch zonder dat een indicatorlampje
gaat branden. In deze situatie, verwijdert u de accu en
brengt u hem weer aan bij gebruik met gelijkstroom, of
drukt u op de onderbreker-/herstartknop bij gebruik op
wisselstroom. Schakel vervolgens het apparaat in om
het weer te starten.
►
Fig.6:
1.
Onderbreker-/herstartknop
Beveiliging tegen te ver ontladen
Wanneer de acculading laag wordt, gaan de LED’s uit
behalve een deel van de LED’s, zoals afgebeeld. Na
ongeveer vijf tot tien minuten, onderbreekt het systeem
automatisch de voeding. Verwijder in deze situatie de
accu uit het gereedschap en laadt hem op.
►
Fig.7
Zelf-oprichtend ontwerp
Het apparaat kan zich vanuit de gekantelde stand
rechtop zetten mits de hoek 80 graden of minder is ten
opzichte van de loodrechte stand. De rechtopstand van
het apparaat varieert afhankelijk van de omstandigheden
van de ondergrond en de voeding die wordt gebruikt.
►
Fig.8
Gat voor een hangslot
Als beveiliging tegen diefstal van de accu’s is een gat
voor een hangslot aanwezig.
►
Fig.9:
1.
Gat voor een hangslot
BEDIENING
LET OP:
Dit apparaat is bedoeld voor com-
mercieel gebruik. Gebruik het apparaat niet voor
huishoudelijke doeleinden.
Het apparaat in-/uitschakelen
Druk op de aan-uitknop om het apparaat in te schake-
len. Druk nogmaals op de aan-uitknop om het apparaat
uit te schakelen.
►
Fig.10:
1.
Aan-uitknop
OPMERKING:
Het apparaat wordt ingeschakeld in
dezelfde functie waarin het de laatste keer stond.
De helderheid veranderen
Druk op de helderheidsniveau-keuzeknop terwijl het
apparaat is ingeschakeld. De helderheid neemt af elke
keer wanneer u op de helderheidsniveau-keuzeknop
drukt. De helderheid keert na het laagste helderheidsni-
veau terug naar het hoogste helderheidsniveau.
►
Fig.11:
1.
Helderheidsniveau-keuzeknop
De verlichte sector veranderen
Druk op de verlichtingssector-keuzeknop terwijl het
apparaat is ingeschakeld.
►
Fig.12:
1.
Verlichtingssector-keuzeknop
De verlichtingssector verandert elke keer wanneer u op
de verlichtingssector-keuzeknop drukt, zoals afgebeeld.
►
Fig.13
Gebruik op wisselstroomvoeding
WAARSCHUWING:
Gebruik het apparaat
nooit als het netsnoer of de stekker beschadigd is.
WAARSCHUWING:
Raak de stekker niet aan
met natte of vette handen.
WAARSCHUWING:
Laat het netsnoer niet los-
gekoppeld van het apparaat liggen terwijl voeding wordt
geleverd vanuit het stopcontact.
Kleine kinderen kunnen de
stroomvoerende stekker in hun mond stoppen en letsel oplopen.
WAARSCHUWING:
Steek de stekker of het
netsnoer niet in uw mond terwijl er stroom op staat.
Als
u dit doet, kan een elektrische schok worden veroorzaakt.
WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan dat de
netspanningswaarde van de voeding overeen-
komt met die van het apparaat.
WAARSCHUWING:
Een stopcontact waar de
stekker in wordt gestoken, moet zijn geaard.
Wanneer het apparaat op wisselstroom wordt gebruikt,
gebruikt u het netsnoer dat bij het apparaat werd geleverd.
Steek de stekker in de wisselstroomingang van het
apparaat en steek daarna de stekker aan het andere
uiteinde van het netsnoer in een stopcontact.
►
Fig.14:
1.
Netsnoer
2.
Aansluitingdeksel (wissel-
stroomingang)
3.
Stekker (in het apparaat)
4.
Stekker (in het stopcontact)
LET OP:
Steek altijd eerst de stekker in
het apparaat, en daarna pas de stekker aan
het andere uiteinde van het netsnoer in een
stopcontact.
LET OP:
Sluit altijd de aansluitingdeksel ste-
vig wanneer de stekker er niet in zit.
OPMERKING:
Zelfs bij gebruik op gelijkstroom, scha
-
kelt het apparaat automatisch over naar wisselstroom
zodra het netsnoer wordt aangesloten.
OPMERKING:
De wisselstroom laadt de accu die in
het apparaat is aangebracht niet op.
OPMERKING:
De vorm van de wisselstroomingang,
de wisselstroomuitgang en de stekker van het net-
snoer verschilt van land tot land.