36 NEDERLANDS
16.
Zorg ervoor dat geen vuildeeltjes, stof of
grond vast komt te zitten op/in de contactpun
-
ten, openingen en groeven van de accu.
Dit kan
leiden tot slechte prestaties of een defect van het
apparaat of de accu.
17.
Behalve indien gebruik van het apparaat is toe-
gestaan in de buurt van hoogspanningsleidin-
gen, mag u de accu niet gebruiken in de buurt
van een hoogspanningsleiding.
Dit kan leiden
tot een storing of een defect van het apparaat of
de accu.
18.
Houd de accu uit de buurt van kinderen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
LET OP:
Gebruik uitsluitend originele Makita
accu’s.
Het gebruik van niet-originele accu’s, of
accu’s die zijn gewijzigd, kan ertoe leiden dat de accu
barst, waardoor brand, persoonlijk letsel en schade
kunnen worden veroorzaakt. Ook vervalt daarmee de
garantie van Makita op het apparaat en de lader van
Makita.
Tips voor een maximale levens-
duur van de accu
1.
Laad de accu op voordat deze volledig ontla-
den is. Stop met het gebruik van het apparaat
en laad de accu op zodra u merkt dat het ver-
mogen van het apparaat afneemt.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit
opnieuw op. Te lang opladen verkort de
levensduur van de accu.
3.
Laad de accu op bij een omgevingstempera-
tuur tussen 10 °C en 40 °C. Laat een warme
accu afkoelen alvorens hem op te laden.
4.
Als de accu niet wordt gebruikt, verwijdert u
hem vanaf het apparaat of de lader.
5.
Laad de accu op als u deze gedurende een
lange tijd (meer dan zes maanden) niet gaat
gebruiken.
REPARATIE
1. Reparatie van dit apparaat mag uitsluitend worden
uitgevoerd door een vakbekwame reparateur.
Reparatie of onderhoud uitgevoerd door onbe-
kwaam personeel kan leiden tot kans op letsel.
2. Gebruik tijdens reparatie van dit apparaat uit
-
sluitend identieke vervangingsonderdelen. Het
gebruik van niet-goedgekeurde onderdelen of het
niet volgen van de onderhoudsinstructies kan lei-
den tot de kans op elektrische schokken of letsel.
3. Verbrand dit apparaat niet, ook niet als het ernstig
beschadigd is. De accu’s kunnen ontploffen in het
vuur. Verwerk het apparaat in overeenstemming
met de lokale regelgeving.
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
►
Fig.1
1
Verlichtingssector-keuzeknop
2
Helderheidsniveau-indicator
3
Helderheidsniveau-keuzeknop
4
Aan-uitknop
5
Accu-indicator
6
Draaghandgreep
7
Gat voor een hangslot
8
Accudeksel (XGT-accu)
9
Dekselvergrendeling
10
Accudeksel (LXT-accu)
11
Onderbreker-/herstartknop
12
Wisselstroomingang
13
Wisselstroomuitgang
14
Haken voor het netsnoer
15
Reflector
16
Aansluitingendeksel
17
Netsnoer
-
-
OPMERKING:
De vorm van de wisselstroomingang, de wisselstroomuitgang en de stekker van het netsnoer
verschilt van land tot land.