60
NEDERLANDS
OPMERKING:
Als geen van de lampjes op het bedie
-
ningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar
eenmaal in voordat u op de snelfunctieschakelknop
drukt.
OPMERKING:
U kunt de bedieningsfunctie niet
veranderen als u het gereedschap ongeveer één
minuut niet hebt bediend. Knijp in dat geval de trek
-
kerschakelaar eenmaal in en druk op de knop , de
knop
of de snelfunctieschakelknop.
OPMERKING:
Raadpleeg “Een bedieningsfunctie
registreren” in het gedeelte “Snelfunctieschakelen”
voor informatie over het registreren van de
bedieningsfunctie.
Snelfunctieschakelknop
De werking van de snelfunctieschakelknop verschilt
afhankelijk van of een bedieningsfunctie in het gereed
-
schap is geregistreerd.
►
Fig.8:
1.
Snelfunctieschakelknop
Wanneer geen bedieningsfunctie is
geregistreerd:
De slagkracht verandert elke keer wanneer op de
snelfunctieschakelknop wordt gedrukt. De lampen
aan beide zijden op de voorkant knipperen eenmaal
wanneer de slagkracht wordt veranderd door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
Wanneer een bedieningsfunctie is
geregistreerd:
Het gereedschap schakelt om tussen de geregistreerde
bedieningsfunctie en de huidige bedieningsfunctie elke
keer wanneer op de snelfunctieschakelknop wordt
gedrukt. De lampen aan beide zijden op de voorkant
knipperen eenmaal wanneer de bedieningsfunctie
wordt omgeschakeld door op de snelfunctieschakel-
knop te drukken.
OPMERKING:
Als de status van de lamp uit is, knip-
peren de lampen op de voorkant niet wanneer de
bedieningsfunctie wordt omgeschakeld door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
OPMERKING:
Raadpleeg “Een bedieningsfunctie
registreren” in het gedeelte “Snelfunctieschakelen”
voor informatie over het registreren van de
bedieningsfunctie.
De snelfunctieschakelknop uitschakelen
U kunt de snelfunctieschakelknop ook uitschakelen.
Nadat de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld,
werkt deze niet meer voor het veranderen van de slag-
kracht en het omschakelen van de bedieningsfunctie.
Om de snelfunctieschakelknop uit te schakelen, houdt u
de snelfunctieschakelknop en de knop
tegelijkertijd
ingedrukt totdat alle lampjes op het bedieningspaneel
knipperen.
Om de snelfunctieschakelknop weer in te schakelen,
voert u de bovenstaande procedure nogmaals uit.
OPMERKING:
Registreren en wissen van een
bedieningsfunctie kan zelfs worden gedaan wanneer
de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld. Na het
registreren of wissen van de bedieningsfunctie wordt
de snelfunctieschakelknop ingeschakeld.
Referentietabel
De onderstaande tabel toont de werking van de snelfunctieschakelknop.
geeft de snelfunctieschakelknop aan.
Knop(pen) / Handeling
Handeling
Bevestiging
(Wanneer het snelfunctieschakelen is
uitgeschakeld)
De slagkracht veranderen met de
snelfunctieschakelknop
Indrukken
De lampen op de voorkant van het gereed-
schap knipperen eenmaal.
(Wanneer het snelfunctieschakelen is
ingeschakeld)
Naar de geregistreerde bedieningsfunc-
tie omschakelen
Indrukken
De lampen op de voorkant van het gereed-
schap knipperen eenmaal.
+
Een bedieningsfunctie registreren
Ingedrukt houden (elke knop)
Voorbeeld: Houtfunctie is ingesteld.
Het lampje van de gewenste bedienings
-
functie knippert.