61
NEDERLANDS
Knop(pen) / Handeling
Handeling
Bevestiging
+
De geregistreerde bedieningsfunctie
wissen
Ingedrukt houden (elke knop)
Alle slagkrachtniveaulampjes knipperen.
+
De snelfunctieschakelknop uitschake-
len/weer inschakelen
Ingedrukt houden (elke knop)
Alle lampjes op het bedieningspaneel
knipperen.
: Het lampje knippert.
Wijzigen van de slagkracht
U kunt de slagkracht in vier stappen instellen: 4 (maximaal), 3 (hard), 2 (gemiddeld) en 1 (zacht).
Zo kunt u de beste aandraaikracht voor het te verrichten werk kiezen.
De slagkracht verandert elke keer wanneer op de knop of de snelfunctieschakelknop wordt gedrukt.
U kunt de slagkracht veranderen binnen ongeveer een minuut nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten.
OPMERKING:
U kunt de tijdsduur gedurende welke u de slagkracht kunt veranderen verlengen met ongeveer één
minuut door op de knop , de knop
of de snelfunctieschakelknop te drukken.
►
Fig.9
Bedieningsfunctie
(Slagkrachtniveau
aangegeven op het
bedieningspaneel)
Maximaal aantal slagen
Doel
Voorbeeld van toepassing
4 (maximaal)
4.400 min
-1
Vastdraaien met de maximale kracht
en snelheid.
Schroeven draaien in ondergrond-
materialen, vastdraaien van lange
schroeven of bouten.
3 (hard)
3.600 min
-1
Vastdraaien met minder kracht en
snelheid dan in de Maximaal-stand
(gemakkelijker te controleren dan in
de Maximaal-stand).
Schroeven draaien in ondergrondma-
terialen, vastdraaien van bouten.
2 (gemiddeld)
2.600 min
-1
Vastdraaien wanneer een goede
afwerking noodzakelijk is.
Schroeven draaien in afwerkplaten of
gipsplaten.
1 (zacht)
1.100 min
-1
Vastdraaien met minder kracht om
schroefdraadbreuk te vermijden.
Vastdraaien van vensterschroeven of
kleine schroeven zoals M6.
: Het lampje brandt.
OPMERKING:
Als geen van de lampjes op het bedieningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar eenmaal in
voordat u op de knop of de snelfunctieschakelknop drukt.
OPMERKING:
Alle lampjes op het bedieningspaneel gaan zijn wanneer het gereedschap is uitgeschakeld om
acculading te besparen. De grootte van de slagkracht kan worden gecontroleerd door de trekkerschakelaar heel
licht in te knijpen zodat het gereedschap nog niet in werking treedt.