58
NEDERLANDS
Tips voor een maximale levens-
duur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen
is. Stop het gebruik van het gereedschap en
laad de accu op telkens wanneer u vaststelt
dat het vermogen van het gereedschap is
afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit
opnieuw op. Te lang opladen verkort de
levensduur van de accu.
3.
Laad de accu op bij een omgevingstempe-
ratuur tussen 10°C en 40°C. Laat een warme
accu afkoelen alvorens hem op te laden.
4.
Als de accu niet wordt gebruikt, verwijdert u
hem vanaf het gereedschap of de lader.
5.
Laad de accu op als u deze gedurende een
lange tijd (meer dan zes maanden) niet gaat
gebruiken.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens de functies op het gereedschap af te
stellen of te controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►
Fig.1:
1.
Rood deel
2.
Knop
3.
Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed
-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
De resterende acculading
controleren
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop
-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer de accu wordt gebruikt op een manier waarop een
abnormaal hoge stroomsterkte wordt getrokken, stopt het
gereedschap automatisch. In dat geval schakelt u het gereed-
schap uit en stopt u met het gebruik dat er toe leidde dat
het gereedschap overbelast raakte. Schakel vervolgens het
gereedschap in om weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap oververhit is, stopt het gereed-
schap automatisch en knipperen de lampen op de voorkant.
In die situatie laat u het gereedschap eerst afkoelen voordat u
het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.