37
Instellen van de inschakelduur (uitschakelvertraging)
Voorzichtig de frontklep openen, de schuifschakelaar
7
in de
positie AUTO plaatsen.
► De inschakelduur selecteren
9
:
Vijf instellingstijden zijn mogelijk: ca. 20 sec. /
ca. 1 min / ca. 5 min / ca. 15 min / ca. 30 min.
► Impulsuitgang
9
:
Stel de regelaar op , met andere woorden, de
uitgang bevindt zich in de impulsmodus (bijvoorbe-
eld om een trappenhuisrelais aan te sturen) AAN: ca.
1 seconde / UIT: ca. 9 seconden
De aangegeven waarden zijn geschatte waarden en zijn on-
derhevig aan technische schommelingen
Fijne gevoeligheidsinstelling (gevoeligheid)
Voorzichtig de frontklep openen.
De schuifschakelaar
7
in de positie AUTO plaatsen.
De reikwijdteherkenning op de stelschroef„METER“
fijn
instellen tussen de posities „-“ en „+“.
„-“ kleinst mogelijke registratiereikwijdte
„+“ grootst mogelijke registratiereikwijdte
Looptest
De looptest dient om de bewegingschakelaar op de gewenste
montageplaats op perfecte registratie te controleren.
Om de looptest uit te voeren, de pijl
9
in de positie „test“
plaatsen. Daarvoor de volgende instellingen uitvoeren:
De schuifschakelaar
7
in AUTO plaatsen.
De stelschroef METER
in de positie „+“ draaien.
De stelschroef TIME
9
in de positie „test“ draaien.
De schemeringregistratie is gedeactiveerd.
De bewegingschakelaar correct monteren en op de netspan-
ning
4 5
aansluiten.
De looptest
van buiten de waarschijnlijke registratiezone
beginnen en de registratiezone doorkruisen tot de beweging-
schakelaar schakelt.
De LED
en de aangesloten verbruiker schakelen gedurende
2 seconden.
De stelschroef „METER“
zolang verplaatsen tot de gewens-
te registratiezone ingesteld is.
De looptest
herhalen tot het resultaat tevredenstellend is.
LED
13
12
Start
Einde
NL