70
2. Inbouw
De tweede lipafdichting moet in de afdek-
plaat worden aangebracht. Hierbij moet wor-
den opgepast dat afdichtingslip en centreer-
neus bij de montage naar boven wijzen. De
centreerneus dient in de uitsparing te worden
gelegd (zie afb. 5). Bij de inbouw moet wor-
den opgelet dat de groepen in het kanaal
niet door bouwmateriaal in hun functie wor-
den belemmerd.
Inbouw van afdekkingen met kiesbaar opper-
vlak (tegelhoogte max. 15 mm incl. tegellijm)
Bij de afdekkingen met kiesbaar oppervlak
kunnen op locatie tegels of natuurstenen in
de afdekking worden gelegd, waardoor zij aan
de vloerbedekking van de ruimte kunnen wor-
den aangepast. Voor het leggen van tegels
zijn producten bv. van PCI, Schomburg, Dei-
termann geschikt. Wij adviseren de volgende
werkwijze om een probleemloze afwerking en
hechting te krijgen:
Verlijmen van tegels:
a)
Voorstrijken van de afdekplaat bv. met PCI-
Flächengrund 303. Na navenante ventilatie-
tijd verlijmen van de tegels met silicone. Deze
verlijming is vooral bij vrij dunne tegels ge-
schikt, omdat tot op de vereiste hoogte kan
worden gespateld.
b)
Verlijmen van de tegels bv. met PCI-Silco-
ferm S (zelfhechtende silicone). Hiermee kan
vooral voor vrij dikke tegels een dun lijmbed
worden gerealiseerd.
Verlijmen van natuursteen:
(marmer, graniet, agglomarmer):
a)
Voorstrijken van de afdekplaat bv. met PCI-
Flächengrund 303. Verlijmen van de platen
natuursteen bv. met PCI-Carralit.
b)
Verlijmen van de platen natuursteen bv.
met PCI-Carraferm (speciale natuursteensili-
cone). Toepassingsbereiken analoog aan
„Verlijmen van tegels“.
2.2 Verdiepte inbouw in de grondplaat
(Best.nr. 83071)
Bij de inbouw in drukkend water moet hoofd-
stuk 2.4 in acht worden genomen. Afhankelijk
van de inbouwdiepte kunnen één of twee ver-
lengstukken tussen opzet- en tussenstuk
worden geplaatst. De desbetreffende pakkin-
gen dienen dienovereenkomstig te worden
ingevet. Het opzetstuk moet worden ingekort
tot op de vereiste afmeting als het in het ver-
lengstuk wordt gestoken. Als een verlengstuk
wordt gebruikt (art.nr. 83070), moet worden
opgelet dat de lege kabelbuis boven de vlo-
erplaat wordt gelegd.
Attentie!
Bij de inbouw van meer dan twee tussenstuk-
ken is niet meer gewaarborgd dat de SWA
toegankelijk is voor onderhoudswerkzaam-
heden.
2.3 Voor inbouw in een vrijliggende afval-
waterleiding
(Art.nr. 73100.10, 73125.10, 73150.10, 73200.10)
De uitvoering voor de vrije opstelling wordt
geleverd met een beschermkap om te voor-
komen dat onderdelen na de inbedrijfstel-
ling beschadigd raken. Om de beschermkap
weg te nemen moet tegelijkertijd aan beide
klemmen van één kant worden getrokken.
Vóór de demontage van het zwarte onder-
gedeelte van de beschermkap moeten de
toe- en afvoerdeksels worden verwijderd.
2.4 Inbouw in drukkend water
Als in drukkend water wordt ingebouwd,
dient de flens als noodzakelijk afdich-
tingsniveau voor een witte of zwarte