68
2. Inbouw
Algemene instructies voor de inbouw van terugstroombeveiligingen
Het is volgens DIN EN 12056 niet toegestaan alle afvoerpunten van
een gebouw - ook de punten boven het terugstroomniveau (bovenrand
van de straat) - via terugstroomafsluiters te beveiligen, omdat bij een
gesloten terugstroomafsluiter het afvalwater niet meer van bovenaf het
riool kan instromen, maar volgens het principe van de communicerende
buizen eerst uit de op het diepste punt geïnstalleerde afvoerpunten be-
neden het terugstroomniveau (doorgaans kelderruimten) stroomt en
daardoor de kelder laat onderlopen.
Inbouw van een terugstroomafsluiter op de verkeerde plek
Inbouw van een terugstroomafsluiter op de juiste plek
Uitsluitend afvoerpunten beneden het terugstroomniveau mogen wor-
den beveiligd tegen terugstroming. Alle afvoerpunten boven het te-
rugstroomniveau moeten met vrij afschot voorbij de terugstroomafslui-
ter naar het riool worden gevoerd.
Consequentie:
Gescheiden leidingaanleg
Huishoudelijk afvalwater boven het terugstroomniveau kan zodoende
in de afvoerleiding maximaal tot de hoogte van de bovenrand van de
straat staan en de kelder niet laten onderlopen. Regenwater dient in
beginsel niet via terugstroombeveiligingen te worden afgevoerd.
Verkeerd:
Juist:
Terugstroomafsluiter
Mengwaterriool
Terugstroomafsluiter
Mengwaterriool
Terugstroom-
niveau
Terugstroom-
niveau