9
9.3 Stappenplan inregelen
Indien de MX bedoeld is voor woningventilatie, maak dan gebruik van deze tabel. Volg de aangekruiste aanwijzingen van boven naar beneden volgens de kolom
die van toepassing is.
☞
Zie voor uitgebreidere informatie: J.E. StorkAir Ventilatiesystemen Woningbouw Informatie, tabblad ‘Inregelinstructie’.
x
x
x
x
x
x
Stel eventuele externe regelaars weer in de juiste stand.
x
x
x
x
x
Maak een meetrapport.
x
Controleer de luchthoevelheden door de wassemkappen. Controleer de
onderdruk achter het ventiel het verst van de ventilator. Deze moet mini-
maal 50 Pa zijn.
x
x
Controleer nogmaals de luchthoevelheden door de ventielen en
x
Controleer de onderdruk achter het ventiel het verst van de ventilator.
Deze moet minimaal 50Pa zijn.
x
x
Controleer nogmaals de luchthoeveelheden door de ventielen.
x
Open de 2-standenventielen en de wasemkappen.
x
x
Open de wasemkappen.
x
x
x
x
Pas, indien nodig, het gewenste druk ‘setpoint digital [1]’ aan. Zie de
tabel. Hoe lager, hoe minder energieverbruik. Pas ook ‘setpoint digital [0]
aan. 50% van ‘setpoint digital [1].
x
x
Pas, indien nodig, het gewenste% maximum capaciteit aan. Zie de tabel.
Hoe lager, hoe minder energieverbruik.
x
x
x
x
Is het merendeel van de afwijking min [of plus] zorg er dan voor dat
alle afwijkingen min [of plus] zijn. Zorg er ook voor dat het ongunstigste
ventiel geheel open staat.
x
x
Controleer de onderdruk achter het ventiel het verst van de ventilator.
Deze moet minimaal 50Pa zijn. Controleer de onderdruk achter het ven-
tiel dichtst bij de ventilator. Deze mag maximaal 200Pa zijn. Maak even-
tueel extra weerstand in de aftakking.
x
x
Controleer de luchthoeveelheden door de ventielen. Begin zo
dicht mogelijk bij de plaats waar de druk gemeten wordt.
x
x
Controleer de luchthoeveelheden door de ventielen.
Begin zo dicht mogelijk bij de ventilator.
x
x
x
Monteer de wasemkappen en stel de vlinderkleppen in volgens
berekende instelstaat. Sluit de wasemkappen.de
x
Monteer de juiste ventielen in de juiste ruimte. Sluit
de 2-standenventielen.
x
Monteer de juiste ventielen in de juiste ruimte.
x
x
x
x
Monteer de ventielen en stel deze in volgens de
berekende instelstaat.
x
x
x
x
x
x
Controleer de aanwezigheid van bouwkundige
overstroomvoorzieningen [min. 12cm per l/s].
x
x
x
x
x
x
Open alle daarvoor bedoelde toevoeropeningen.
x
x
x
x
x
x
Sluit ramen en deuren.
x
x
x
x
x
x
Stel eventuele externe regelaars in de hoogste stand.
x
x
Stel ook de berekende maximum capaciteit in.
x
x
x
x
Stel ook de berekende constante druk in.
x
x
x
x
x
x
Stel de MX in volgens tafel bij §9.1.
STB-ventielen
wasemkappen
Alleen STB-
ventielen
STZ-ventielen waarvan
ook 2-standen en/of
wasemkappen
Alleen STZ-
ventielen zonder
2-standen
STB-
ventielen en
wasemkappen
Allen
STB-
ventielen
Wel ZMV
Geen ZMV
Nederlands