20 / 32
P/N 1060715 (ML) • REV D • ISS 09JUL19
De ATS7200N monteren op het controlepaneel ATS1000A-
MM, ATS2000A-MM, ATS2000, ATS3000, en ATS4500
Zie figuur 2 en 3.
1. Plaats de klemmetjes in de vierkante uitsparingen (item 4)
(gebruik metalen montagepootjes indien deze beschikbaar
zijn).
2. Bevestig de ATS7200N met schroeven.
De spraakmodule aansluiten
1. Sluit de bandkabel aan (item 2) tussen het controlepaneel
(stekker J20 of MI) en de ATS7200N (stekker CON1 of
CON2).
2. Sluit de telefoonlijn aan op het controlepaneel of op de
ISDN-module.
Beschrijving van de ATS7200N
Figuur 6
Nr.
Beschrijving
Functie
(1)
CON3
Wordt gebruikt voor de opname en controle
van berichten
(2)
CON1/CON2
(systeemstekker)
Communiceert tussen de ATS7200N en het
hoofdpaneel
(3)
LED (Rood)
Aan: Opname
Knipper: Weergave
(4)
Drukknop
Bestuurt de opname en controle van
spraakberichten
(5)
LED (Groen)
MI LED
(6)
Jumpers
Selecteren extra apparaatadressen als er
meer dan een module wordt gebruikt voor
één paneel
Mi-adresselectie en de stand van de
jumpers
Het adres van de ATS7200N op de MI-bus wordt bepaald door
drie jumpers. Deze jumpers dragen de labels A0, A1 en A2.
Als er slechts één module wordt gebruikt, zijn alle jumpers
aanwezig. Bij gebruik van een tweede module wordt jumper A0
verwijderd.
Opmerking:
De jumpers A1 en A2 zijn bestemd voor
toekomstige toepassingen.
Tabel 1:
Jumpers
Apparaat
Jumpers
A0
A1
A2
Module 1
I
I
I
Standaard
I = Geplaatst
Module 2
R
I
I
R = Verwijderd
Volgorde van doormelden
De ATS7200N meldt eerst het eerste bericht 1 door, daarna
een of meer alarmberichten (3 t/m 8) en tot slot het
adresbericht 2. Het eerste bericht wordt maximaal 10 keer
herhaald, tenzij de gebruiker op "0" drukt om naar het
eigenlijke alarmbericht te gaan. Als de gebruiker niet tijdig op
nul drukt, wordt er opgehangen en wordt het nummer later
opnieuw gekozen. Wanneer er een tweede ATS7200N wordt
geïnstalleerd, zijn alle 8 berichten van het tweede apparaat
alarmberichten. Dit betekent dat de berichten 3 t/m 16
beschikbaar zijn voor alarmberichten.
Opmerking:
De totale opnametijd voor de acht berichten is
40 s.
Tabel 2: Volgorde van doormelden
Positie
Functie
Voorbeelden
Bericht 1
(Eerste bericht)
Laat de luisteraar weten
dat er een spraakbericht
is. Wordt een aantal
keren afgespeeld.
"Er is een alarm. Druk
op ‘0’ (nul) voor nadere
info".
Bericht 2
(Adresbericht)
Geeft het adres op van
het beveiligde pand.
"…Bij UTC Fire &
Security, Kelvinstraat,
Weert. Druk op ‘0’ (nul)
om dit bericht te
accepteren."
Berichten 3
–8
(Alarmberichten
1
–6)
Zorgen voor doormelding
van verschillende
alarmtypen (die kunnen
worden afgespeeld op
MI-audiolijnen).
"Inbraak, voordeur."
"Sabotage".
"Netspanningsuitval".
Opnamemodus
Een bericht opnemen:
1. Maak een lijst met de berichten voordat u begint met
opnemen. Gebruik de programmeringsoverzichten (zie
figuur 5).
2. Schakel het apparaat in (sluit de accu aan en schakel de
netspanning in) en sluit de telefoon aan op CON3.
3. Neem de hoorn op van de programmeringstelefoon en
houd deze tegen uw oor aan.
4. Druk op de knop (figuur 6, item 4) naast de RJ12-stekker,
wacht op de pieptoon en begin met inspreken.
5. Laat de knop pas los als u het hele bericht hebt
opgenomen.
Opmerking:
Als u een fout maakt, laat u de knop meer
dan 10 seconden los of drukt u korter dan 1 seconde op
de knop. Het programma wordt opnieuw gestart en u kunt
een nieuwe opname maken.
6. Druk binnen de time-outperiode van 10 seconden
nogmaals op de knop om het volgende bericht op te
nemen. Begin met inspreken na de pieptoon.
7. Herhaal de stappen 3 en 4 totdat u alle 8 berichten hebt
opgenomen.
Figuur 5
M# Berichtnr.
RM Opgenomen spraakbericht
LM Introductiebericht
AM Adresbericht
RC Doormeldcode
Controlemodus
De opgenomen berichten afspelen:
1. Druk korter dan een seconde op de drukknop (figuur 6,
item 4).
Opmerking:
Als u langer drukt dan een seconde, gaat u
terug naar de programmeringsmodus.)
