24
Montage (Fig. 11)
1. Verwijder de opvangzak van de grasmaaier
2. Pak de dop met één hand stevig vast aan de achterhand-
greep.
3. Hef met de andere hand het achterluikje van de grasmaaier op.
4. Steek de dopvoorkant in het afvoerkanaal van de grasmaai-
er.
5. Druk de bevestigingsveer naar beneden wanneer de dop
bijna helemaal aangebracht is en duw de grasmaaierdop aan
totdat de referentielipjes in contact zijn met de achterkant van
de grasmaaier.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de Mulchingdop op de juiste
wijze gemonteerd en gedemonteerd wordt. Een verkeerde in-
stallatie kan de dop met het snijmes in aanraking brengen.
Demontage
1. Hef het achterluik met één hand op.
2. Pak de Mulchingdop stevig vast aan de achterhandgreep
3. Met de andere hand drukt u tegelijkertijd de bevestigings-
veer naar beneden.
4. Trek de dop voorzichtig van achter uit de grasmaaier.
5. Blijf trekken wanneer de dop ongeveer één centimeter bui-
ten de grasmaaier uitsteekt en duw hem naar boven totdat hij
geheel verwijderd is.
TIJDEN HET MAAIEN
Houd Kinderen en huisdieren tijdens het maaien altijd uit de
buurt (fig. 6).
Voor u begint te maaien, verwijder dan eerst alle voorwerpen
(bv.: stenen. stokken, touw, EA.) die door het mes kunnen weg-
geslingerd worden (fig. 6).
Kontroleer voor het starten van de motor dat ofwel de op-
vangzak bevestigd is, ofwel de deflector dichtgeklapt is (fig. 7).
Houd handen en voeten weg van de deflector en het mes zo-
lang de maaier in werking is (fig. 8).
Het gemaaide gras kan opgevangen of verspreid worden over
het gazon (Mulching).
Het materiaal van de opvangzak houdt het meeste afval tegen
dat het mes zou kunnen uit- werpen (stokjes, grind, enz.).
Het is dan ook erg belangrijk dat u regelmatig nakijkt of de zak
niet beschadlgd of versleten is. In dat geval moet u hem on-
middellijk vervangen door een nieuwe opvangzak van IBEA.
Tijdens het maaien kan het gebeuren dat het maaimes met
iets hards in aanraking komt waardoor de breckpennen van
de meshouder breken (fig. 9). De machine zain dat geval ab-
normaal gaan trillen.
Om verdere schade aan uw maaimachine te voorkommen
dient u uw motor onmiddellijk stil te zetten. Wacht tot de be-
wegende delen volledig tot stilstand zijn gekomen, verwijder
de bougiekabek en vervang de beschadigde meshouder.
ONDERHOUD
OPGELET: Bij onderhoud en reparatie moet u altijd eerst
kontroleren ot motor en mes nlet meer draaien, en de bou-
giekabel loskoppelen.
Verversen van de olie
1. Zet de maaier op een vlak stuk grond.
2. Start de motor en laat hem een minuut draaien zodat de olie
goed vloeibaar is. Zet de motor af.
3. Ontkoppel de bougiekabel.
4. Haal de opvangzak weg.
5. Maak de benzinetank leeg om morsen en ongelukken te
voorkomen (“Leegmaken van de benzinetank”).
6. Draai de dop van het oliereservoir aan de linker zijkant van
de motor los en leg de grasmaaimachine op haar kant, zodat
de olie kan wegvloeien in een bakje dat u eerder onder de ma-
chine hebt geplaatst.
7. Zet de maaier weer recht en trek de peilstok eruit. Vul bij
met SAE 10W-30 olie (0,6 l).
Noot: Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de lozing
van de gebruikte olie met eerbiediging van het milieu.
Leegmaken van de benzinetank
1. Zet de motor stil en ontkoppel de bougiekabel.
2. Draai de vuldop van de benzinetank los.
3. Pomp de benzine uit de tank met behulp van een hevel. Ge-
bruik een jerrycan om de benzine op te vangen.
Onderhoud van bougie
Reiniging en/of vervanging van de luchtfilter
Hiervoor verwijzen wij naar de instrukties iin de handleiding
die meegeleverd werd door de konstrukteur van de motor.
Afstelling van het aandrijvingkabel (Fig. 10)
Na de eerste uren van gebruik kan het aandrijvingkabel van
de handgreep zich verslappen en schakelt de aandrijving
moeilijk in.
Indien deze toestand zich voordoet, tot de afstelling van de
kabel als volgt overgaan.
De in figuur 10 aangewezen moer in de richting van de pijl
draaien, om op deze manier de ontstane speling terug te krij-
gen en zo de optimale toestand terug te herstellen.
Nu kan de speling van de kabel d.m.v. de regelaar opnieuw
verkregen worden.
De optimale afstelling wordt verkregen, wanneer de invoe-
ging van de aandrijving met een afstand van 30 mm tussen de
aandrijvinghendel en de handgreep wordt uitgevoerd.
Nazicht van het mes
De frekwentie van dit nazicht hangt af van de omstandighe-
den waaronder gemaaid wordt.
1. Leg de motor stil en ontkoppel de bougiekabel.
2. Maak de benzinetank leeg (“Leegmaken van de benzine-
tank”).
3. Kantel de machine op zijn linker zijkant (als u erachter staat).
Zorg ervoor dat u het mes niet ronddraait wanneer de maaier
op zijn kant ligt om startproblemen te vermijden.
4. Kontroleer het mes zorgvuldig:
a) Als de snijrand bot is, moet u hem weer slijpen.
b) Kontroleer in het bijzonder de plaats waar de gebogen en
rechte stukken samenkomen: als er barsten of tekenen van
slijtage zijn, moet u het mes onmiddellijk vervangen.
BELANGRIJK: Een versleten of gebarsten mes kan afbreken
tijdens het maaien, of er kunnen stukken weggeslingerd
worden, wat ernstige verwondingen kan veroorzaken blj de
gebruiker van de machine ot omstaanders.
Slijpen of vervangen van het mes
1. Zet de motor af en ontkoppel de bougiekabel.
Serie 500-550_P5090599_2015.indd 24
08/03/16 10.27
