70
6
S
MART
S
WITCH
-ONTSTEKINGSSYSTEEM
B
A
C
D
F
E
KOPLAMPEN
De koplampen kunnen gebruikt worden zonder wachtwoord
en met de motor uitgeschakeld.
MET MOTOR UIT:
• Druk eenmaal op de koplampentoets (E) om de koplampen
gedurende één minuut in te schakelen.
• Houd de koplampentoets (E) ingedrukt tot de koplampen
tweemaal knipperen om de koplampen gedurende vijf mi-
nuten in te schakelen.
OPMERKING
Als de motor draait en om wat voor reden dan ook afslaat, dan
gaan de koplampen ook uit.
ACCU-INDICATORTOETS
De accu-indicatortoets (F) bevindt zich op de SmartSwitch
Ignition-module en wordt gebruikt om de status van de accu
weer te geven. De indicator werkt pas als de wachtwoordcode
is ingevoerd en groen knippert.
• Houd de accu-indicatortoets (F) drie (3) seconden ingedrukt.
• De SmartSwitch Ignition-toets (C) gaat branden en geeft
de accustatus als volgt aan:
ROOD
Opladen is noodzakelijk
ROOD EN GROEN
Opladen wordt aanbevolen
GROEN
Opladen is niet nodig
• Druk eenmaal op de accu-indicatortoets (F) om te stoppen
met het bekijken van de accustatus.
OPMERKING
Wanneer de accu te zwak is en na de eerste mislukte startpoging
knippert de accu-indicatortoets twee (2) seconden en blijft
dan branden tot de accu is opgeladen, of tot ongeveer vijf (5)
minuten na de laatste startpoging.
DE WACHTWOORDCODE VAN HET S
MART
S
WITCH
-
ONTSTEKINGSSYSTEEM RESETTEN
De SmartSwitch-ontsteking is in de fabriek ingesteld met de
standaardcode “321”. Om de wachtwoordcode te resetten of
te veranderen hoeft de bestuurder niet in de tractor te zitten.
F, E en D worden gebruikt als de numerieke invoertoetsen 1,
2 en 3 voor het invoeren van de wachtwoordcode.
1. Druk eenmaal op de SmartSwitch Ignition (SSI)-toets (C)
(of ga op de stoel zitten). Controleer of het lampje blauw
knippert.
2. Houd de toetsen (1) en (3) (F en D) tegelijkertijd ongeveer
drie (3) seconden ingedrukt tot de SSI-toets ononderbroken
blauw gaat branden.
3. Voer de gewenste wachtwoordcode in met de genummerde
toetsen. De wachtwoordcode kan één tot vijf cijfers lang
zijn.
4. Nadat de gewenste wachtwoordecode is ingevoerd drukt
u eenmaal op de SSI-toets (C).
OPMERKING
Wanneer de indicator groen knippert, is de wachtwoordcode
geaccepteerd. Als de indicator rood knippert, is de
wachtwoordcode niet geaccepteerd. Wacht tot de indicator
weer blauw knippert en herhaal deze procedure, beginnend
bij stap twee (2).
LAMPJES VAN HET S
MART
S
WITCH
-ONTSTEKINGSSYS-
TEEM
Het SmartSwitch-systeem is uitgerust met controlelampjes die
gebruikt worden om systeemfuncties of storingen aan te geven.
FUNCTIES
• De SmartSwitch Ignition (SSI)-toets (C) knippert blauw terwijl
het systeem wacht op invoer van de juiste wachtwoordcode.
De SSI-toets knippert groen als de tractor gereed is om te
starten en blijft groen branden terwijl de tractor rijdt.
• Het parkeerremsymbool (A) gaat branden als de parkeerrem
niet is ingeschakeld tijdens een startpoging.
• Het bladschakelaarsymbool (B) gaat knipperen als de kop-
pelingshendel niet in de “UITGESCHAKELDE” stand staat
tijdens een startpoging.
• De Reverse Operation System (ROS)-toets (D) is verlicht
wanneer het Reverse Operation System in gebruik is.
• De koplampentoets (E) brandt wanneer de koplampen
worden gebruikt.
• Tijdens normaal gebruik brandt de accu-indicatortoets (F)
niet.
STORINGEN
• De SSI-toets (C) knippert twee seconden rood als de ver-
keerde wachtwoordcode is ingevoerd.
• De Reverse Operation System (ROS)-toets (D) knippert
wanneer er een storing met het Reverse Operation System
is. Zie “Reverse Operation System (ROS)” in hoofdstuk 5
van deze handleiding.
• Na de eerste mislukte startpoging knippert de accu-
indicatortoets (F) gedurende twee (2) seconden en blijft
daarna branden. Dit betekent dat de accuspanning onder
het normale werkingsniveau ligt. Als de motor draait, kan
dit lampje ook wijzen op een storing in het laadsysteem.
• De koplampentoets (E) knippert als één van beide of beide
koplampen het niet doen.
• Alle indicatielampjes knipperen als de motor afslaat om on-
bekende redenen; bijvoorbeeld als de motor geen brandstof
meer heeft.