129
Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
staalborstel.
LET OP
Een botte of onjuist geslepen ketting kan resulteren in
een te hoog motortoerental tijdens het zagen, wat kan
leiden tot ernstige motorschade.
WAARSCHUWING
Onjuist slijpen van de ketting vergroot het risico op
terugslag.
WAARSCHUWING
Nalatigheid bij het vervangen of repareren van een
beschadigde ketting kan resulteren in ernstig letsel.
WAARSCHUWING
De zaagketting is zeer scherp. Draag altijd
beschermende handschoenen tijdens het uitvoeren van
onderhoud aan de ketting.
VIJLHOEK BOVENPLAAT
Zie afbeelding 57.
(A) JUIST 30° – vijlhouders zijn gemarkeerd met
geleidingsmerktekens om de vijl op de juiste wijze uit te
lijnen zodat de bovenplaat op juiste wijze wordt geslepen.
(B) MINDER DAN 30° – voor haaks op de boomstam
zagen.
(C) MEER DAN 30° – afgeschuinde rand wordt snel bot.
HOEK ZIJPLAAT
Zie afbeelding 58.
(D) JUIST 80° – komt automatisch tot stand wanneer u
een vijl met de juiste diameter gebruikt in de vijlhouder.
(E) HAAK – “hapert” en wordt snel bot, verhoogt het risico
op TERUGSLAG. Is het gevolg van een vijl met een te
kleine diameter of een vijl die te laag wordt gehouden.
(F) NEGATIEVE HOEK – hiervoor is een te hoge
aanduwdruk vereist, zorgt voor buitensporige slijtage
aan het zaagblad en de ketting. Is het gevolg van een vijl
met een te grote diameter of een vijl die te hoog wordt
gehouden.
SPELING DIEPTESTELLERNOK BEHOUDEN
Zie afbeelding 51. Zie afbeelding 59 - 60.
■ Zorg dat de tanddiepte (A) een speling behoudt van
ca.0,6 mm (0,025”). Gebruik een tanddieptemeter
voor de controle van de tanddieptespeling.
■ Elke keer wanneer u de ketting vijlt, dient u de speling
van de dieptestellernok te controleren.
■ Gebruik een platte vijl (B) (niet meegeleverd) en
een dieptestellermal (C) (niet meegeleverd) om
alle tanddiepten uniform te verlagen. Gebruik een
dieptestellermal van 0,6 mm (0,025”). Na het verlagen
van alle tanddieptes, herstelt u de oorspronkelijke
vorm door de voorzijde (D) af te ronden. Zorg ervoor
dat de naastliggende aandrijfschakels niet beschadigd
worden door de rand van de vijl.
■ Tanddieptes moeten met een platte vijl in dezelfde
richting worden aangepast waarin de naastliggende
snijschakel is gevijld met een ronde vijl. Wees
voorzichtig om te voorkomen dat de platte vijl in
contact komt met de snijkant tijdens het aanpassen
van de dieptestellernokken.
HET ZAAGBLAD ONDERHOUDEN
Zie afbeelding 61.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de ketting stil staat voordat u eventuele
werkzaamheden aan de zaag uitvoert.
Elke week voor gebruik keert u het zaagblad om om
de slijtage gelijkmatig te verdelen voor een maximale
levensduur van het zaagblad. Het zaagblad moet elke
gebruiksdag worden schoongemaakt en gecontroleerd op
slijtage en schade.
Afgeschuinde randen en bramen bij de zaagbladsleuf zijn
normale verschijnselen bij zaagbladslijtage. Dergelijke
gebreken moeten worden gladgevijld met een vijl zodra
ze optreden.
Een zaagblad met de volgende defecten moet worden
vervangen:
■ Slijtage in de zaagbladsleuf waardoor de ketting over
de randen kan schuiven;
■ Een krom zaagblad;
■ Gebarsten of kapotte rails;
■ Uiteengebogen rails.
Daarnaast dient u zaagbladen (met een kettingwiel aan
de neus) wekelijks te smeren. Gebruik een smeerspuit en
spuit wekelijks smeervet in het smeergat.
Draai het zaagblad om en controleer of de smeergaten (A)
en de zaagbladsleuf vrij zijn van verontreinigingen.
HET LUCHTFILTER REINIGEN
Zie afbeelding 62. Zie afbeelding 63 - 66.
OPMERKING:
Maak altijd eerst het luchtfilter schoon