82 | NEDERLANDS
3.3.3. Bewakingscontroles
Het aggregaat is uitgerust met verschillende bewakings-
en veiligheidsinrichtingen. In de volgende tabel vindt u
een overzicht van de beschikbare opties.
Naargelang het formaat van de persaansluiting kunnen
opties variëren.
Motortype Motorversie
C...
Temperatuurbewaking wikkeling
C.../C
Temperatuurbewaking wikkeling,
afdichtingsbewaking oliekamer
C...EX
Temperatuurbewaking wikkeling, explosieveilig
C.../C EX
Temperatuurbewaking wikkeling,
afdichtingsbewaking oliekamer, explosieveilig
D...
Temperatuurbewaking wikkeling
D.../C
Temperatuurbewaking wikkeling,
afdichtingsbewaking oliekamer
D...EX
Temperatuurbewaking wikkeling, explosieveilig
D.../C EX
Temperatuurbewaking wikkeling,
afdichtingsbewaking oliekamer, explosieveilig
Temperatuurvoeler
In de EX-uitvoering zijn de pompen uitgerust met een tem-
peratuurvoeler-set in de motorwikkelingen.
Op verzoek zijn er ook temperatuurvoelers voor de norma-
le uitvoering leverbaar.
Bij eenfasemotoren in normale uitvoering zijn de tem-
peratuurvoelers (indien ingebouwd) intern in de motor
geschakeld, zodat er geen speciale aansluiting nodig is.
Na afkoeling schakelt de motor automatisch weer in.
Bij alle eenfasepompen in normale uitvoering worden de
aansluitingen van de temperatuurvoelers (indien inge-
bouwd) via de motoraansluitkabel naar buiten geleid en
moeten deze via de adereinden T1 en T3 van de aansluit-
kabel zo worden aangesloten in de schakelkast, dat een
automatische herinschakeling na afkoeling van de motor
plaatsvindt.
De explosieveilige uitvoeringen (1 fase en 3 fasen) hebben
eveneens een temperatuurvoeler-set, die via de aderein-
den T1 en T2 van de aansluitkabel zo moet worden aan-
gesloten, dat na activering een handmatige reset nodig
is. In plaats van de standaard voelers zijn er zelfhoudende
EX-voelers ingebouwd, d.w.z. dat deze bij serieschakeling
ter beveiliging kunnen worden gereset door de pomp van
het net te scheiden (stekker eruit trekken of hoofdschake-
laar) en te wachten op afkoeling.
De temperatuurvoelerset moet in het schakelsysteem
worden aangesloten, opdat deze bij oververhitting uitscha-
kelt.
Activeringstemperatuur van de temperatuurbewa-
king/sensoren:
Motor
Wikkeling normaal
T1+T3 regelaar
Wikkeling Ex
T1+T2 begrenz-
er
AM120…2/4-polig
140 °C
140 °C
AM122…C-2/4-polig
140 °C
140 °C
AM136…D-2/4/6-polig 140 °C
140 °C
Draairichtingscontrole
Alle pompen hebben de juiste draairichting bij aansluiting
op een rechtsdraaiveld (U, V, W -> L1, L2, L3). HOMA-scha-
keltoestellen controleren het net op rechtsdraaiveld. Is er
geen rechtsdraaiveld, dan brandt de rode led. Er moe-
ten twee fasen worden omgewisseld bij de ingang van
het schakeltoestel. Bij kleinere pompen kan de controle
plaatsvinden door de start-schok te observeren. Hiertoe
de pomp verticaal, iets op de rand op de grond zetten en
kort inschakelen. Van bovenaf gezien schokt de pomp bij
de juiste draairichting iets tegen de klok in.
De pomp heeft de juiste draairichting als deze zich tegen
de klok in beweegt, omdat de motor van bovenaf gezien
met de klok mee draait.
ST
AR
T
REACTION
ROTOR
REACTION
AANDACHT
De
draairichting
correct
toegepast als het is
loopwiel / propeller draait
met de klok
mee als je
langs van de top van de
geplaatste eenheid
AANDACHT
De
sterren reactie
is
tegen de klok
Bij grote pompen is de draairichting ook te herkennen
door via de persaansluiting in de pompkamer te kijken.
Hier is de waaier te zien en kan de draairichting worden
gecontroleerd na kort inschakelen, bij het uitlopen van de
waaier.
Waarschuwing voor draaiende waaier!
Raak de draaiende waaier niet aan en grijp niet door
de persaansluiting in de pompkamer! Grijp tijdens
het bedrijf nooit in de pompkamer en raak draaiende
onderdelen niet aan. Schakel de machine vóór on-
derhouds- of reparatiewerkzaamheden uit en laat de
draaiende onderdelen tot stilstand komen!
Afdichtingscontrole voor pompen met oliekamer:
Uitvoering zonder mantelkoeling of ‘U‘ uitvoering met
mantelkoeling en open koelcircuit.
Bij lekkage aan de asafdichting mediumzijde komt wa-
ter de oliekamer binnen en verandert de weerstand van
de olie. Via 2 sensoren wordt de geleidbaarheid van de
olievulling gecontroleerd. De sensoren zijn met 2 aders
(Benaming S1 en S2) van de pompkabels aan te sluiten in
de schakelkast aan een evaluatie-apparaat met galvanisch
gescheiden sondecircuit. Bij de Ex-uitvoering moet een
Elektroderelais met intrinsiek veilig circuit worden gese-
lecteerd. De responsgevoeligheid moet instelbaar zijn van
0-100 kΩ, Standaardinstelling 50 kΩ. Het geschikte relais
kunt u bij HOMA kopen.
Motorkoeling
Voor droge opstelling of niet-ondergedompeld bedrijf met
mantelkoeling door de vloeistof.
3.3.4. Afdichting/afdichthuis
De afdichting vindt plaats door twee onafhankelijk van el-
kaar werkende glijringafdichtingen van siliciumcarbide in
tandemconfiguratie. Het afdichthuis bevindt zich tussen
de motor en het pomphuis. Het bestaat uit het lagerhuis
en de drukdeksel, die samen de met medicinale witte olie
gevulde afdichtingskamer vormen. De inspectieschroef
op het lagerhuis en een optionele elektronische bewaking
bieden controlemogelijkheden.
Содержание TP 50
Страница 25: ...DEUTSCH 25 Notizen Notes...
Страница 72: ...72 FRANCAIS Notizen Notes...