Baus durchgeführt werden. In der Position der Kabine kleben Sie zwischen die Rumpflängsträger eine
Platte aus dem Balsaholz 1,5 mm ein, auf die Sie dann die einzellne Teile der RC-Anlage montieren.
Der Seitenruder ist nur einseitig auf dem Klebenband aufgehängt und muß sich sehr leicht bewegen.
Der Seitenruderhebel ist aus Sperrholz 0,8 mm oder aus dem Kunststoff hergestellt. Stellen Sie die
Schubstange für das Seitenruder aus der Balsaleiste 2 x 2 mm her, kleben Sie auf beiden Ende der
Stange die Drähte 0,4, versehen Sie die Ende mit der Biegung und schieben Sie die gebogenen
Schubstangeende iin die Hebe. Der Schalter montieren Sie am besten auf eine Rumpfseite. Bei der
Installation der RC-Anlage richten Sie sich nach der Anweisung des Anlageherstellers.
Auf der Zeichnung ist auch die Variante für Gummiantrieb dargestellt. Ob Soe diese Antriebsvariante
wählen, müssen schon während des Baus einige Einrichtungen durchgeführt werden. Kleben Sie in
Rumpfheckteil die Zwischenwände
73,
die mit dem Sperrholzteil
74
versteift werden, und mit den
Löcher für den Dübel
75,
der für die Gummibündelaufhängung dient. Schneiden Sie in dem
Motorspannt ein Loch ca. 18 mm aus.
Kleben Sie ein Balsaholzprisma
77
auf die Motorhaubeinnenseite, dann bohren Sie in das Prisma ein
Loch für Wellenlager
78
mit der Neidung von 4 Grad. Dann installieren Sie die Wellle
79
mit der
Luftschraube
80,
Lager
78
und mit der Fallklinke
81.
Kleben Sie auf die innere Seite der Matorhaube
die Stützen
76
so ein, daß die Stützen den Motorspannt berühren.
Verwenden Sie für den Antrieb ein Gummibündel mit Querschnitt von 16 mm2 ( 4 Faden 4 x 1 mm ) und
Länge von 320 mm. Schmieren Sie das Gummibündel mit ein paar Tropfen von Rizinus oder mit
speziellem Schmiermittel. Für den Einflug verwenden Sie erst nur ca. 50 Umdrehungen, die Sie dann
kontinuierlich auf das Maximum erhöhen können, d.h. ca. auf 400 Umdrehungen. Vermeiden Sie den
Bündelbruch, der das Modell ernst beschädigen kann.
Viel Erfolg bei dem Bau und Fliegen mit dem Modell Tiger Month wünscht Ihnen die Firma
HACKER MODEL PRODUCTION
DH 82 TIGER MOTH
scale model of English sport biplane for rubber power or CO engine.
2
The Tiger Moth has been developed by Mr. Geoffrey de Havilland in his construction bureau at the
beginning of the year 1930. It was used at sport version, as a couriers, as a planes for transport of mail
and for sanitary matters. Before the World War II, Tiger Moth worked at a plenty of Air Schools and Air
Clubs. Many of the war pilots including the czechoslovak ones had gone through the training exactly
on these planes. The Tiger Mothes are very popular that is why they still work on the Airports of the
whole world.
Regarding the high quality of the prepared parts of the kit the construction of Tiger Moth is easy and can
be done even by modeler with less of experiences. On the drawing there are shown both versions of
power: CO engine (GM 120, Modela 0,27) and rubber power.
2
Generally, all structures of your TIGER MOTH are built directly over the full size plan. To ensure they
do not stick to the plan either cover with plastic wrap or rub a wax candle over the areas where frame
members meet.
Balsa cement or cyanoacrylate glue can be used for the majority of the balsa structure, although epoxy
resin is recommended for the undercarriage and engine mount.
The following tools and materials will help in building:
1)
A flat, soft wood board about 1´x 2´and about 1/2" thick.
2)
Straight pins.
3)
Plastic food wrap or wax candle.
4)
Pliers, preferably long nose type.
5)
A single edged razor blade or model knife.
6)
A ruler.
7)
A soft bristle brush about 1/4" wide.
8)
Sandpaper, 200 grit or finer.
9)
Balsa cement, or cyanoacrylate glue.
10)
Clear cellulose dope.
11) Orange
paint.
12)
Cellulose thinner for brush cleaning.
13) Epoxy
glue.
14) Scissors.
15) Tissue
paste.
randen van de bekleding. Lijm vulstukken
21
op de plaats van de cabine op de bekleding.
Lijm balsaonderlaag
15
op motorspant
7
. Schuur het frontgedeelte van de onderlaag af onder een hoek
van
4
graden. Controleer de hoek door het aanleggen van een liniaal op het geschuurde vlak. Bij een dikte
van 3 mm aan de bovenkant van de onderlaag moet het aangelegde liniaal de onderkant van spant
6
aanraken. Lijm triplex onderlaag
16
op het glad geschuurde vlak en bevestig hetzelfde onderdeel ook op
de achterkant van motorspant
7
.
Leg onderstel
39
, gebogen van een stalen draad met een diameter van 0,8 mm, tussen spanten
38
. De
vorm van de draad wordt afgedrukt op de binnenvlakken van de spanten. Verdiep deze vorm voorzichtig
met een potlood of een naaldvijl. Lijm dan de draad tussen de beide spanten in. Laat drogen en schuif dan
het onderstel de romp in en lijm het goed. Lijm onderdelen
34
en
35
op de onderkant van de romp. Lijm
achter spanten
22
voor het plaatsen van het hoogteroer en balk
37
voor het bevestigen van de grijper.
Lijm de onderstelbenen van onderdelen
40
. Maak gleuven voor de draad van het onderstel op de
binnenvlakken daarvan. Schuur het balsahout van buitenaf in het profiel volgens de tekening. Lijm dan de
deksel van het onderstel zodanig op, dat er tussen en de romp een spleet van ongeveer 1 mm blijft. Lijm
een "manchtette”
41
op het ondergedeelte van het onderstelbeen, gemaakt van balsa met een dikte van 3
mm.
Verticaal staartvlak (VSV)
Het verticale staartvlak is samengesteld uit raam
23
en spanten
24
(balsa 3x3) en
25
(balsa 2x3). Scheid,
na het lijmen en ronden van de kanten langs de hele omtrek, het richtingsroer af van het kielvlak (het vaste
gedeelte). Snijd met een scheermesje of punt van een mes insnijdingen in de latten om er ophangingen
27
van aluminium plaat 0,2 mm in te kunnen schuiven. Wacht voorlopig met het lijmen van het roer.
Het horizontale staartvlak (HSV)
Het horizontale staartvlak is samengesteld van raam
28
, raam van het hoogteroer
29
en spanten
24
(balsa 2 x 3) en
25
(2 x 3). Beide delen van het hoogteroer zijn ook met ophangingen
27
bevestigd. Dit
maakt het mogelijk de roeren in de benodigde positie uit te buigen en het model op deze wijze
gemakkelijker in te vliegen.
Vleugel
Lijm de bogen van de beneden- en bovenvleugel op de vleugelachterkanten
59
en werk ze af volgens de
tekening. Maak dan de insnijdingen voor de ribben in vleugelachterkanten. Stel van ribben
54
,
55
,
56
en
latten
57
(balsa 2x3) de rechter en linkerhelft van de bovenvleugel samen. Lijm vleugelvoorrand
58
en
vleugelachterkant
59
. Pas eindbogen
61
aan en lijm ze. Stel op dezelfde wijze ook de beide helften van de
benedenvleugel samen met gebruik van ribben
56
,
63
en
64
. Lijm er vormstukken in voor het bevestigen
van ondersteuningen.
Stel het middengedeelte van de bovenvleugel (het zogenaamde vleugelmiddenstuk, die bij het werkelijke
vliegtuig ook als brandstoftank diende) samen van onderdelen
48
,
49
,
50
,
52
en
53
. Pas de boven- en
benedenbekleding
53
volgens voorlat
50
aan. Lijm vleugelvoorrand
51
op en werk het af volgens de
tekening. Slijp de aanrakingsvlakken en lijm de beide helften van de bovenvleugel op het
vleugelmiddenstuk in de benodigde V-positie - de einden van de vleugel moeten zich 25 mm boven de
werkplaat bevinden.
Leg de samengestelde vleugel op het baldakijn
47
en markeer op het vleugelmiddenstuk van de
onderkant af de positie van de gaten voor het lijmen van de ondersteuningen. Maak dan met de punt van
een naaldvijl gaten met een diepte van 3 tot 4 mm op de gemarkeerde plaatsen (de gaten lopen niet door).
Maak van balsalat 1,5 x 8 ondersteuningen voor de vleugel. Rond de kanten van de ondersteuningen af
en pas de einden aan volgens de tekening.
Montage van de motor
Kopieer de gaten voor het bevestigen van de motor volgens de flens van de gebruikte motor en boor de
gaten. Pas de vorm van de pijpen tussen de motor en de tank aan volgens de tekening. Schuif de tank in
de romp door het gat in het motorspant en plaats het in spant
33
.
Voer het einde van de vulstukspijp uit de romp door het gat in spant
34
. Schroef dan de motor op het spant
vast.
Het is aan te bevelen, de moeren op het spant te lijmen met een druppel lijm, met het oog op eventuele
demontage van de motor. Zorg ervoor dat u de schroeven niet op de moeren lijmt. De schroefdraad van de
schroeven kunt u met een beetje vaseline insmeren.
Zet motordeksel
45
op en controleer of er tussen het deksel en de propeller voldoende speling is
(ongeveer 2 mm), en pas aan indien nodig.