
12
Gys wenst u geluk met uw keuze, want deze toestel werd verwerkt met de grootste zorg.
Om er een maximale voldoening uit te halen, aandachtig lezen de volgende aanduidingen :
I - WERKING
Alle deze models hebben een automatische lading en eventueel een manuele lading.
Op de “AUTOMATIC” stand kan het laden gedaan worden zonder toezicht dankzij een elektronische controle van
de batterijvoltage met automatische onderbreking of herhaling van de lader naar gelang de batterijnoden.
(karakteristiek W2). Wanneer de batterij voldoende opgeladen is, aangaat het OK controlelampje. Dit
controlelampje kan opnieuw uitgaan en daarna aangaan om de batterijlading aan zijn maximum capaciteit
automatisch brengen.
Dankzij deze technologie mag de batterijlader aan de batterij en aan het net zonder risico aangesloten blijven.
Op de “MANUAL” stand kan het laden met toezicht en manueel stoppen van bediener gedaan worden. Deze stand
maakt een herladen zonder spanningsbeperking mogelijk om batterijen die te lang ontladen gebleven hebben
terug te winnen of om snelle ladingen te maken (omvangrijke stroomdebiet gedurende een korte tijd).
II - LADING : GEBRUIKSAANWIJZING
1-
Kiezen een beschutte lokaal die voldoende verlucht of daarvoor speciaal ingericht is.
2-
De voeding aan het net 230 V + aarde aansluiten nadat de groene lichtschakelaar op “OFF” stand geplaatst
wordt.
3-
De doppen van de batterij uittrekken (indien het ervan voorzien is) en zich overtuigen dat het vloeistofpeil
(elektrolyt) correct is, zo niet gedistilleerd water toevoegen. De batterij klems en kabelschoenen correct
schoonmaken.
4-
Nagaan of de batterijcapaciteit met uw lader verenigbaar is (de benaming nummer bekijken).
5-
Voor de multi-spanningen laders, de schakelaar op de gewenste spanning plaatsen : 6, 12 of 24 V.
6-
De klems + (rood) en – (zwart) met de + en – batterijklems verbinden verzekerende een goed contact.
7-
De groene lichtschakelaar op stand “ON” plaatsen, eventueel de laadstroom sterkte regelen of door middel
van de “lent - rapide” (langzaam - snel) omkeerschakelaar of door middel van de 3 posities schakelaar. De
aangeraden lading is ongeveer 1/15de van de batterijcapaciteit (Ah). Achter 1/10de van de capaciteit, de lader
voortbrengt een omvangrijke stroom dat is passend om voor een korte tijd lading te bereiden.
8-
Naar gelang de models, de schakelaar op “AUTOMATIC” of “MANUAL” stand plaatsen afhandelijk van de
gewenste type van lading.
9-
Na het laden, de groene lichtschakelaar op “OFF” stand plaatsen ALVORENS de batterijkabels uit te schakelen.
III - OPMERKINGEN
Starten
Men mag nooit een voertuig met een aangesloten batterijlader starten. Uw loopt het risico om de zekering te
doorslaan.
Afwijking
Een te vlugge lading kan een afwijking veroorzaken :
- de zekering springt en verbreekt het laden.
- Het OK controlelampje aangaat zonder dat de batterij voldoende opgeladen is en het regelmatig komt op
gang en uitbreekt.
In dat geval, het apparaat terug starten na een kleinere laadstroom gekozen te hebben
Thermische bescherming
Uw toestel transformator is met een thermostaat uitgerust. Indien het kan niet zijn warmte afvoeren verbreekt
het de werking. De toestel in een geluchte plaats zetten, wachten tot dat het afgekoeld is en de laden hervatten
(na ongeveer een kwartier wachten).