Gutta Garden 4290303, Инструкция по сборке

Страница: 32 / 40

32
Deutsch English Français Netherlands
Windverband oder
Seiten- und Dachstreben-
verbinder einsetzen
Die Verbinder erzeugen eine
höhere Stabilität und schützen
das Gewächshaus vor stärkeren
Windlasten und Sturmböen.
Montieren Sie unbedingt alle
gelieferten Verstrebungen im
Gewächshaus. Die Menge der
Verstrebungen hängt von der
Größe des Geächshauses ab.
Insert transverse brace or
side and roof strut con-
nector
The connectors generate a high-
er level of stability and protect
the greenhouse against severe
wind loads and storm gusts.
It is absolutely necessary to
mount all supplied bracings in
the greenhouse. The quantity
of the bracings depends on the
size of the greenhouse.
Monter le contreventement
ou les raccords d‘entretoise
latérale et du toit
Les raccords assurent une
stabilité accrue et protègent
la serre des vents forts et des
tempêtes.
Monter impérativement tous les
renforcements sur la serre. La
quantité de renforcements dé-
pend de la dimension de la serre.
Windverband of
zij- en dakschoorverbin-
dingsstuk aanbrengen
De verbindingsstukken zorgen
voor een hogere stabiliteit en
beschermen de broeikas tegen
sterkere windbelasting en stor-
machtige rukwinden.
Monteer beslist alle gelever-
de schoren in de broeikas. Het
aantal schoren hangt af van het
formaat van de broeikas.
M 2.
Seitenverbinder
montieren
(nur F4 bis F6)
Befestigen Sie die Seitenverbin-
der (20b) an den inneren Seiten-
streben (10) und Dachstreben
(11) mit Rhombusschrauben
(29) und Muttern (31) .
Muttern fest anziehen.
M 2.
Mount side connector
(only F4 to F6)
Fasten the side connectors
(20b) to the inner side struts (10)
and roof struts (11) with rhom-
bus bolts (29) and nuts (31).
Tighten the nuts securely.
M 2.
Monter raccords latéraux
(uniquement F4 jusqu‘à F6)
Serrer fermement les raccords la-
téraux (20b) sur les entretoises la-
térales intérieures (10) et les entre-
toises du toit (11) avec des vis
losanges (29) et des écrous (31).
Serrer fermement les écrous.
M 2.
Zijverbindingsstukken
monteren
(enkel F4 tot F6)
Bevestig de zijverbindingsstuk-
ken (20b) aan de binnenste zij-
schoren (10) en dakschoren (11)
met ruitschroeven (29) en moe-
ren (31). Moeren vast aandraai-
en. Moeren vast aandraaien.
M 1.
Windverband
(nur F2 bis F3)
Die Windverbände werden in al-
len vier Ecken des Gewächshau-
ses von Eckprofil (3) zu Regen-
rinne (8) mit Rhombusschrauben
und Muttern befestigt.
Muttern fest anziehen.
Im Lieferumfang sind 4 Streben
(2 x links und 2 x rechts) enthalten.
M 1.
Transverse brace
(only F2 to F3)
The transverse braces are atta-
ched at all four corners of the
greenhouse from corner profile
section (3) to rainwater gutter (8)
with rhombus bolts and nuts.
Tighten nuts securely.
Included in the delivery are 4
struts (2 for the right side, 2 for
the left side).
M 1.
Contreventement
(uniquement F2 jusqu‘à F3)
Les contreventements sont fixés
aux quatre coins de la serre du
profilé d‘angle (3) à la gouttière
(8) avec des vis losanges et des
écrous.
Serrer fermement les écrous.
Le contenu de la livraison com-
prend 4 entretoises (2 pour
chaque côté : gauche et droite).
M 1.
Windverband
(enkel F2 tot F3)
De windverbanden worden in al
de vier hoeken van de broeikas
van hoekprofiel (3) naar regen-
goot (8) met ruitschroeven en
moeren bevestigd.
Moeren vast aandraaien.
Bij de levering zijn 4 schoren
(2 links en 2 rechts) inbegrepen.
M 3.
Dachstrebenverbinder
montieren
(nur F4 bis F6)
Montieren Sie die Dachstre-
benverbinder (20c) im First von
Dachstrebe (11) zu Dachstrebe
(11) mit Rhombusschrauben und
Muttern. Beginnen Sie dabei in
der Mitte des Gewächshauses.
Tip: Richten Sie das Gewächs-
haus mit einer Wasserwaage
aus und ziehen Sie nun alle
Schrauben fest an.
M 3.
Mount roof strut
connector
(only F4 to F6)
Mount the roof strut connector
(20c) in the roof ridge from roof
strut (11) to roof strut (11) with
rhombus bolts and nuts. Begin
in the middle of the greenhouse
in this case.
Tip: Align the greenhouse with
a water level and now tighten
all bolts securely.
M 3.
Monter raccords
d‘entretoise du toit
(uniquement F4 jusqu‘à F6)
Monter les raccords d‘entretoise
du toit (20c) sur le faîtage
de l‘entretoise du toit (11) à
l‘entretoise du toit (11) avec des
vis losanges et des écrous. Com-
mencer au centre de la serre.
conseil : Aligner la serre ainsi
assemblée à l’aide d’un niveau à
bulle, puis serrer toutes les vis.
M 3.
Dakschoorverbindings-
stukken monteren
(enkel F4 tot F6)
Monteer de dakschoorverbin-
dingsstukken (20c) in de nok van
dakschoor (11) naar dakschoor
(11) met ruitschroeven en moe-
ren. Begin daarbij in het midden
van de broeikas.
Tip: Lijn de broeikas met een
waterpas uit en draai nu alle
schroeven vast aan.