44
NEDERL
ANDS
LED
AAN (contact gesloten)
UIT (contact open)
STOP
Commando niet actief
Commando actief
OPEN A
Commando actief
Commando niet actief
OPEN B
Commando actief
Commando niet actief
BUS
Zie par. 7.2
6 INBEDRIJFSTELLING
6.1 CONTROLE VAN DE LEDS
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds weergegeven
in relatie tot de status van de ingangen (de conditie van het
automatische systeem gesloten, in de ruststand, is dikgedrukt).
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van
de volgende tabel.
Tab. 1 - Werking van de leds voor de signalering van de status
6.4 ZELFLERENDE PROCEDURE TIJDEN - SETUP
Alvorens enige manoeuvre uit te voeren moet
een SETUP-cyclus worden uitgevoerd.
Tijdens de SETUP-procedure mogen de fotocellen
niet worden onderbroken, als dat namelijk wel
gebeurt, wordt de vleugel namelijk onmiddellijk
stilgezet. Om de procedure te beëindigen moet
de SETUP vanaf het begin worden herhaald.
Als de voeding naar de kaart wordt ingeschakeld terwijl er nog
nooit een SETUP-cyclus is uitgevoerd, beginnen de leds LD4 en LD5
langzaam te knipperen om aan te geven dat een SETUP-cyclus
moet worden uitgevoerd.
Er zijn twee soorten SETUP mogelijk: AUTOMATISCH en HANDMATIG
6.3.1 AUTOMATISCHE
SETUP
Om de AUTOMATISCHE SETUP uit te voeren moet de volgende
procedure worden uitgevoerd:
Zet de vleugels half open.
Houd de SETUP-knop (SW1) ingedrukt tot de 2 leds daarnaast
(LD4 en LD5) blijven branden.
Laat de SETUP-knop los, de leds LD4 en LD5 beginnen snel
te knipperen.
Vleugel 2 (indien aanwezig) start de sluitingsbeweging en
stopt zodra de mechanische aanslag voor het sluiten is
bereikt
Vleugel 1 start de sluitingsbeweging en stopt zodra de
mechanische aanslag voor het sluiten is bereikt.
Vleugel 1 start de openingsbeweging.
Vleugel 2 (indien aanwezig) start de openingsbeweging na
een vaste vertragingstijd bij het openen.
De vleugels 1 en 2 (indien aanwezig) stoppen zodra ze de
mechanische aanslag voor het openen hebben bereikt.
Wacht tot de LD4 en LD5 doven, hetgeen betekent dat de
SETUP-procedure is beëindigd.
Geef een OPEN-impuls om de poort te sluiten
Als, wanneer de SETUP-procedure is opgestart,
de vleugels bij punt 4 en 5 open in plaats van
dicht gaan, moeten de voedingskabels van de
motoren worden omgedraaid.
M e t d e A U T O M AT I S C H E S E T U P z i j n d e
vertragingsruimte, de vertragingen van de
vleugel bij het openen en sluiten, en de pauzetijd
(30 sec, met A-logica) reeds vastgelegd door de
kaart, en kunnen niet worden gewijzigd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
6.4.2 HANDMATIGE
SETUP
Om de HANDMATIGE SETUP uit te voeren moet de volgende
procedure worden gevolgd:
Zet de vleugels half open.
Houd de SETUP-knop (SW1) ingedrukt tot de vleugels beginnen
te bewegen.
Laat de SETUP-knop los, de leds LD4 en LD5 beginnen snel
te knipperen
Vleugel 2 (indien aanwezig) start de sluitingsbeweging en stopt
zodra de mechanische aanslag voor het sluiten is bereikt
Vleugel 1 start de sluitingsbeweging en stopt zodra de
mechanische aanslag voor het sluiten is bereikt
Vleugel 1 start de openingsbeweging.
Vleugel 2 (indien aanwezig) start de openingsbeweging na
een vaste vertragingstijd bij het openen.
De vleugels 1 en 2 (indien aanwezig) stoppen zodra ze de
mechanische aanslag voor het openen hebben bereikt.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
6.2 PROGRAMMERING DIPSCHAKELAAR
DS1
DS2
DS3
DS4 Beschrijving
OFF
OFF
LAGE KRACHT
OFF
ON
GEMIDDELD-LAGE KRACHT
ON
OFF
GEMIDDELD-GROTE KRACHT
ON
ON
GROTE KRACHT
ON
WINDBEVEILIGING ON
OFF
WINDBEVEILIGING OFF
ON
KORTE TEGENGESTELDE
BEWEGING ON
OFF KORTE TEGENGESTELDE
BEWEGING OFF
Als een elektrische vergrendeling op klem
J4 wordt aangesloten, zet dan DS4 op ON
om de korte tegengestelde beweging te
activeren (alvorens te openen duwen de motoren
in de sluitrichting, waardoor de elektrische
vergrendeling makkelijker wordt losgekoppeld).
Als de dipschakelaar DS3 op ON wordt gezet,
wordt een speciale windbeveiliging geacti-
veerd, di ervoor zorgt dat de poort ook kan
werken bij windvlagen.
In de volgende tabellen is weergegeven hoe de dipschakelaar
DS1 moet worden ingesteld om de kracht, het voorknipperen en
de korte tegengestelde beweging te programmeren.
Tab. 2 - Programmering DS1 (de default-instellingen zijn
dikgedrukt)
6.3 VOORKNIPPERFUNCTIE
De voorknipperfunctie kan in- en uitgeschakeld worden (na een
OPEN-commando activeert de apparatuur de waarschuwing-
slamp dan gedurende 3 seconden, alvorens de beweging te
starten), door het volgende te doen:
Druk minstens 5 sec. op de toets LOGIC (SW3) om de
voorknipperfunctie te ACTIVEREN.
Druk minstens 5 sec. op de toets SPEED (SW2) om de
voorknipperfunctie te DEACTIVEREN.
Controleer in beide gevallen of de led die bij de
ingedrukte toets hoort niet van status verandert,
als dat wel het geval is, is de functie die bij die
toets hoort gewijzigd, en niet de voorknipperfunc-
tie.
1.
2.
Содержание BRAIN 06 24V
Страница 1: ...BRAIN 06 24V...