www.foodsavereurope.com
www.foodsavereurope.com
56
57
Marineren in een FoodSaver
™
Quick Marinator
1. Trek de handsealer
U
uit het apparaat. Verwijder
het reservoir (doorzichtige onderste deel) van
de sealer door dit naar beneden te trekken en
van het bovenste deel af te nemen.
2. Sluit het uiteinde van de handsealer aan op
het ventiel van de Marinator en controleer of
het stevig is aangesloten. Volg de specifieke
instructies die bij het FoodSaver
™
-accessoire zijn
geleverd.
3. Druk op de marineerknop
V
om de lucht te
gaan verwijderen. Het apparaat stopt en start
het vacumeerproces automatisch drie keer
om ervoor te zorgen dat de marinade zo diep
mogelijk in het voedsel wordt opgenomen.
4. Druk nogmaals op de marineerknop of druk op
de uitschakelknop
W
om de vacuümprocedure
te stoppen.
Onderhoud en reiniging
Dompel het apparaat, het stroomsnoer
en de stekker nooit onder in water of een
andere vloeistof. Neem altijd de stekker uit
het stopcontact voordat het apparaat wordt
gereinigd.
Neem de behuizing van het apparaat af met een
zachte, droge doek.
Verwijder en leeg het lekbakje
J
na ieder gebruik.
Was dit af in warm water met afwasmiddel of in een
vaatwasmachine (bovenste rek). Droog het bakje
goed voordat u dit weer in het apparaat aanbrengt.
Controleer of de bovenste afdichting
I
, onderste
afdichting
K
en het gebied om het lekbakje vrij zijn
van voedselresten. Neem de afdichtingen zo nodig
af met een doekje met warm water en afwasmiddel.
Verwijder het reservoir van de handsealer na elk
gebruik. Reinig dit in warm water met afwasmiddel
en droog het goed voordat het reservoir weer wordt
aangebracht.
Opbergen
Duw de balk voor vacumeren en sealen in en zorg
dat grendel
D
in de ontgrendelde stand staat ( ).
Zorg dat het apparaat schoon is en zet het rechtop
weg op een platte, vlakke ondergrond, uit de buurt
van de rand van het werkblad op een plek waar het
apparaat niet kan vallen.
Hints en tips voor het
bewaren van voedsel
Vacuüm verpakken en voedselveiligheid
Door voedingswaren vacuüm te verpakken wordt de
meeste lucht uit de gesealde verpakking verwijderd. Dit
verlengt de levensduur van het voedsel doordat oxidatie
wordt verminderd. Oxidatie heeft een negatief effect op
de voedingswaarde, smaak en kwaliteit van het voedsel.
Het verwijderen van lucht remt tevens de groei van micro-
organismen, die onder bepaalde condities problemen
kunnen veroorzaken:
Voor voedselveiligheid is het essentieel dat voedsel
bij lage temperaturen worden bewaard. De groei van
micro-organismen kan aanzienlijk worden geremd bij
temperaturen van 4°C of lager.
Invriezen op -17°C doodt de micro-organismen niet,
maar stopt hun groei. Voor langdurig bewaren moeten
bederfelijke etenswaren die vacuüm zijn verpakt, altijd
worden ingevroren. Na het ontdooien moeten ze in de
koelkast worden bewaard.
Het is belangrijk te weten dat vacuüm verpakken
GEEN vervanging is voor inblikken en dat hiermee
voedselbederf niet kan worden omgekeerd. Deze manier
van verpakken heeft uitsluitend een vertragende werking
op de kwaliteitsverandering. Het is moeilijk te voorspellen
hoe lang voedingswaren qua smaak, uiterlijk of textuur
hun topkwaliteit behouden, aangezien dit afhankelijk is
van hoe oud ze zijn en wat hun conditie was op de dag
dat ze vacuüm werden verpakt.
Belangrijk: Vacuüm verpakken is GEEN vervanging voor
koelen of invriezen. Bederfelijke etenswaren die in de
koelkast moeten worden bewaard, moeten ook worden
gekoeld of ingevroren als ze vacuüm zijn verpakt. Om
ziekte te voorkomen, mogen zakken waarin rauw vlees,
rauwe vis of vette etenswaren zijn bewaard niet opnieuw
worden gebruikt. Ook zakken met inhoud die in de
magnetron of in kokend water is opgewarmd mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
Vacuüm verpakte
voedingswaren ontdooien en
opnieuw opwarmen
Ontdooi voedingswaren altijd in een
koelkast of magnetron en ontdooi
bederfelijke etenswaren nooit op
kamertemperatuur.
In een magnetron kan voedsel in de zak wel worden
ontdooid, maar niet worden opgewarmd. Bij het
ontdooien van voedsel in FoodSaver
™
-zakken in de
magnetron mag een maximaal vermogen van 180 watt
(stand voor ontdooien) worden gebruikt gedurende
maximaal twee minuten en bij een maximumtemperatuur
van 70°C. Voedsel in FoodSaver
™
-zakken kan ook worden
opgewarmd door de zak ik zacht kokend water te leggen
(maximaal 75°C). Volg de specifieke instructies die bij het
FoodSaver
™
-zakken zijn geleverd.
Richtlijnen voor gebruik
Vlees en vis
Voor de beste resultaten vriest u vlees en vis gedurende 1
tot 2 uur in voordat u ze vacuüm sealt in een FoodSaver-
zak. Zo blijven het vocht en de vorm beter bewaard en
wordt de zak beter geseald. Als u het vlees of de vis niet
van tevoren kunt invriezen, legt u een stuk gevouwen
keukenpapier tussen het vlees of de vis en de bovenkant
van de zak, maar onder de sealrand.
Laat het papier in de zak om overmatig vocht te
absorberen tijdens het vacumeren en sealen.
Opmerking: Door het verwijderen van zuurstof kan
rundvlees donkerder van kleur worden nadat dit vacuüm
is verpakt. Dit is normaal en betekent niet dat het vlees is
bedorven.
Harde kaas
Houd kaas vers door deze na ieder gebruik
opnieuw vacuüm te verpakken. Maak de
FoodSaver
™
-zak extra lang: 25 mm folie
extra voor elke keer dat u van plan bent de
zak te openen en opnieuw te sealen, naast de 75 mm
extra die u gewoonlijk vrij laat tussen de inhoud en de
sealrand.
Knip de sealrand open en neem de kaas uit de zak. Als u
klaar bent, doet u de kaas weer in de zak en sealt u deze
opnieuw.
Belangrijk: Door het risico voor anaerobe bacteriën
mogen zachte kazen niet vacuüm worden verpakt.
Groenten
Groenten moeten worden geblancheerd
(ofwel voorgekookt) voordat ze vacuüm
worden geseald. Zo worden ongewenste
enzymen verwijderd die tot verlies van
smaak, kleur en textuur kunnen leiden.
Verse groenten worden geblancheerd door ze korte tijd in
kokend water of in de magnetron te koken totdat ze gaar
maar nog knapperig zijn. Kooktijden voor blancheren
variëren van 1 tot 2 minuten voor bladgroenten en
doperwten, 3 tot 4 minuten voor peultjes, gesneden
courgettes of broccoli, 5 minuten voor worteltjes en 7
tot 11 minuten voor maïskolven. Dompel de groenten na
het blancheren onder in koud water om het gaarproces
te onderbreken. Droog de groenten tenslotte voordat ze
vacuüm worden verpakt.
Opmerking: Alle groenten (inclusief broccoli, spruitjes,
kool, bloemkool, boerenkool, knolraap) geven gassen af
wanneer ze worden bewaard. Ze kunnen daarom na het
blancheren alleen in de vriezer worden bewaard.
Als u groenten vacuüm wilt verpakken om in te
vriezen, kunt u ze het beste eerst 1-2 uur (of totdat ze
diepgevroren zijn) invriezen. Als u individuele porties
groenten wilt invriezen, verspreid u de porties eerst
op een vel bakpapier zodat ze elkaar niet raken. Zo
voorkomt u dat ze samen als één blok worden ingevroren.
Wanneer ze zijn ingevroren, kunt u ze van het bakpapier
verwijderen en vacuüm sealen in een FoodSaver
™
-zak.
Nadat ze vacuüm zijn verpakt, kunt u ze weer in de
diepvries leggen.
Belangrijk: Door het risico voor anaerobe bacteriën
mogen champignons, uien en knoflook niet vacuüm
worden geseald.
Bladgroenten
Voor optimale resultaten kunnen bladgroenten
het beste in een bus worden bewaard. Was de
groente eerst en droog de bladeren vervolgens
op papier van een keukenrol of in een
slacentrifuge. Leg de droge bladeren vervolgens in een
FoodSaver
™
-vershoudbus en seal de bus vacuüm op
normale wijze. Bewaar de bus in de koelkast.
FFS006X_21MLM1 (EMEA).indd 56-57
FFS006X_21MLM1 (EMEA).indd 56-57
1/7/21 10:08
1/7/21 10:08