NL
124
•
Gebruik de eenheid niet voor andere doeleinden dan de meting van de bloeddruk.
•
Het wordt afgeraden het apparaat te gebruiken tijdens het bewegen.
•
Gebruik het apparaat niet bij aanwezigheid van een hoog vochtgehalte.
•
Niet de hoofdeenheid of de armband van de bloeddrukmeter demonteren, repareren of manipule-
ren. De eenheid zou daarna mogelijk niet meer correct kunnen werken.
•
Controleer of de aansluitleidingen niet gebogen zijn, voordat de meting begonnen wordt, om letsel
voor de patiënt of fouten in de werking te voorkomen.
•
Voer voor ongeacht welke patiënt niet meer dan 3 metingen kort op elkaar uit, wacht minstens
5 minuten tussen twee opeenvolgende metingen, ten behoeve van de betrouwbaarheid van het
resultaat.
•
Meet de bloeddruk niet vaker dan 6 keer per dag.
•
Breng de armband niet aan op een wond omdat dit bijkomend letsel kan veroorzaken.
•
Draag de armband uitsluitend op de arm. Draag hem niet op andere delen van het lichaam.
•
Voer geen metingen op de arm uit in de nabijheid van letsel of waar chirurgische ingrepen uitge-
voerd zijn, om geen potentieel letsel te veroorzaken.
•
Waarde van de druk wordt weergegeven op het LED-display.
•
Gebruik geen kracht om de armband of de luchtleiding te buigen.
•
Niet tegen de hoofdeenheid stoten en deze niet laten vallen.