NL-15
D
GB
NL
RUS
PL
F
E
UA
CN
3
Om te ontgrendelen op de RESET-toets drukken.
Het apparaat werkt dan in de laatst gekozen
gebruiksmodus.
▷
Mogelijke fouten:
Weergave
Soort fout
F
Vlamfout
A
Luchtfout
C
Temperatuurfout
E
Elektronische fout
U
Overige mogelijke fouten
4
Reageert de branderbesturing niet, alhoewel
alle mogelijke fouten als hieronder beschreven
verholpen zijn, contact opnemen met uw leve-
rancier.
? Storing
! Oorzaak
• Remedie
?
Het 7-segmentsdisplay is ondanks aanwe-
zige spanning verdwenen?
!
De zekering F2 is defect.
•
Contacten van de zekering controleren.
Een vervangende zekering bevindt zich direct
naast de zekeringhouder.
Attentie! De juiste zekering voor 4 A plaatsen!
L
N
L
N
N
LT
LV
+T
–
+V
mA
V
1
2
L
L
i
N
1
2
+
0 V
D – 49018 Osnabrück, Germany
ACU
?
Foutcode
F.
en
1
wisselen elkaar knipperend
af?
De branderbesturing herkent bij het opstarten
van de brander tijdens de veiligheidstijd de vlam
niet. Bij geparametreerd herstarten wordt meer-
maals automatisch geprobeerd te starten.
!
Onvoldoende inlaatdruk aanwezig.
•
Inlaatdruk controleren.
!
De ontsteking werkt niet correct.
•
De aansluiting van de ontstekingskabels op be-
schadiging of vocht controleren. De bougiedop
moet correct geplaatst zijn.
•
De ontstekingsvonk tijdens de 3 s ontstekings-
tijd vanaf de branderventilatorzijde akoestisch
controleren.
•
Ontstekingspen reinigen.
•
Ontstekingstransformator controleren en indien
nodig vervangen.
!
Een slecht vlamsignaal door een verkeerde instel-
ling van de brander.
•
CO
2
bijstellen, zie pagina 10 (Verwarmings-
toestel instellen).
!
Een slecht vlamsignaal door een vervuilde of
slecht aangesloten ionisatiepen.
•
Ionisatiepen controleren en indien nodig met fijn
schuurpapier reinigen.
•
De aansluiting van de leiding, kabel en stekker
op beschadiging of vocht controleren. De stekker
moet op de juiste manier zijn aangebracht.
•
De geel-groene leiding van de massa van de
brander op vaste aansluiting en corrosie con-
troleren.
•
De ionisatiepen is defect en moet vervangen
worden.
!
Lucht in de gasleiding.
•
Gasleiding ontluchten.
!
De kleppen gaan niet open.
•
De klepstekker op de gasregelcombinatie eraf
trekken en tijdens de veiligheidstijd de spanning
op de klepstekker meten.
•
Bij onvoldoende spanning eerst de zekering F2
(4 A) controleren. Wanneer het display en de leds
niet branden, is deze defect.
•
Bij onvoldoende spanning de gasregelcombinatie
vervangen en naar de leverancier sturen.
?
Foutcode
F.
en
1
wisselen elkaar knipperend
af en de lamp begint rood te branden?
De fout kon niet worden verholpen. Alle start-
pogingen zijn gedaan en de branderbesturing
wordt vergrendeld.
▷
Ontgrendeling alleen met de RESET-toets op de
branderbesturing of, indien voorhanden, met de
afstandsontgrendeling mogelijk.
•
De foutoorzaak als eerder bij de waarschuwing
F.1
beschreven verhelpen.
? Foutcode
F.
en
2
wisselen elkaar knipperend
af?
De vlam is tijdens een werkende installatie uit-
gegaan. Bij een geparametreerde herstart wordt
een automatische herstart uitgevoerd.
!
Een slecht vlamsignaal door een verkeerde instel-
ling van de brander.
•
CO
2
bijstellen, zie pagina 10 (Verwarmings-
toestel instellen).
!
Een slecht vlamsignaal door een vervuilde of
slecht aangesloten ionisatiepen.
•
Ionisatiepen controleren en indien nodig met fijn
schuurpapier reinigen.
RGA100_NF.indd 15
13.09.20 23:11