![Energic Plus NG3 Скачать руководство пользователя страница 25](http://html1.mh-extra.com/html/energic-plus/ng3/ng3_installation-and-user-manual_2409960025.webp)
Nederlands
D01019
49
Laadindicator
RODE LED toont aan dat de batterij in de initiële laadfase zit.
GELE LED toont aan dat de batterij voor 80% geladen is.
GROENE LED toont aan dat de batterij voor 100% geladen is.
Verdere informatie kan gevonden worden bij de beschrijving van de laadcurve.
Voorbeeld:
de RODE LED die knippert toont een constante spanningsfase aan.
Alarm
(bitonale
verwittiging)
Een bitonale verwittiging en een knipperende LED verwittigen de gebruiker van een alarmsituatie:
Status Alarmtype
Omschrijving
(actie)
Auditieve verwit
ROOD knipperlicht
Batterij
aanwezigheid
Batterij ontkoppeld of niet conform. (Controleer de
verbinding en het nominaal voltage).
Auditieve verwit
GEEL knipperlicht
Thermische
sensor
De thermische sensor werd losgekoppeld tijdens het
herladen of hij is buiten bereik. (Controleer de
verbinding van de sensor en meet de temperatuur
van de batterij).
Auditieve verwit
GROEN knipperlicht
Tijdoverschrijding Fase 1 en/of fase 2 hebben een duur die de max.
toegestane duur overschrijdt (Controleer de capaciteit
van de batterij).
Auditieve verwit
ROOD-GEEL knipperlicht
Batterijstroom
Verlies outputstroomcontrole. (Fout van de
controlekaart).
Auditieve verwit
ROOD-GROEN
knipperlicht
Batterijvoltage
Verlies outputvoltagecontrole. (Batterij losgekoppeld
of fout van de controlekaart).
Auditieve verwit
GEEL-GROEN
knipperlicht
Selectie
Een niet-beschikbare configuratie werd geselecteerd
(Controleer de stand van de selectieknop)
Auditieve verwit
ROOD-GEEL-GROEN
knipperlicht
Thermisch
Oververhitting van de semiconductoren. (Controleer
de werking van de ventilator).
Wanneer het alarm afgaat, stopt de batterijlader met het leveren van stroom.
Thermische sensor en/of externe indicator
De thermische sensor en/of externe indicator zijn opties die verbonden moeten worden met het 5-polig
contact (180°).
Behalve indien anders vermeld, bedraagt de compensatie van het
batterijvoltage in functie van de temperatuur van de thermische sensor -
5mV/°C voor de batterijcel.
Het controlebereik van de thermische sensor gaat van -20°C tot +50°C.
De externe indicator geeft exact de LED indicator weer die geïnstalleerd
is op de uitrusting.
100%
START
80%
80%
Nederlands
50
D01019
CURRENT
50%
100%
Verdere informatie kan gevonden worden bij de beschrijving van de laadcurve.
Hulpcontacten
Technische Gegevens: wisselcontacten
0,3A 125VAC
0,3A 110VDC
1A 30VDC
Connector:
faston 6,3
×
0,8 mm
Tenzij anders vermeld, leveren de hulpcontacten de volgende functies:
Sectie Functie
Omschrijving
AUX1 Aanwezigheid
hoofdkabel
Wanneer de uitrusting aan staat, gaat het NO contact
(normaal open) DICHT en in plaats gaat het NC
contact (normaal dicht) OPEN.
AUX2
Einde laden of Trickle
fase (druppelfase)
Wanneer de Stop fase of de Niet Stop fase bereikt is,
gaat het NO contact (normaal open) DICHT en in
plaats gaat het NC contact (normaal dicht) OPEN.
LED Grafiek
De LED grafiek is een optie die het percentage outputstroom aangeeft in vergelijking met
de max. waarde.
Batterij
Een batterij wordt gekarakteriseerd door twee zaken: spanning en capaciteit.
Elk element heeft een nominale spanning, die afhangt van het type batterij (ongeacht de grootte).
Teneinde een hogere spanning te bekomen, worden veel elementen verbonden in serie, waardoor men
een “BATTERIJ” elementen creëert.
Het aantal elementen wordt berekend door de nominale spanning van de
batterij te delen door de spanning van elk afzonderlijk element in de tabel:
Capaciteit:
Dit is de hoeveelheid elektriciteit die de batterijen kunnen leveren aan een
extern circuit alvorens de spanning afneemt onder de uiteindelijke
minimumwaarde en deze wordt verkregen door de intensiteit van de
ontladingsstroom
I
, uitgedrukt in ampère (
A
) te vermenigvuldigen met de
ontladingstijd
t,
uitgedrukt in uren (
h
):
C = I x t
De capaciteit van de tractiebatterij wordt normaal verwezen naar het ontladingssysteem 5h:
C5 = I x 5h.
De capaciteiten die kunnen worden herladen door de batterijladers kunnen worden teruggevonden bij de
beschrijving van de laadcurve (deze waarde is niet aanwezig bij de curves die eender welke capaciteit
kunnen laden).
NO
C
NC
NO
C
NC
AUX2
AUX1
Typ
e
Nominale
Spanning
Pb 2
V/cel
NiCd 1,2
V/cel
NiMH 1,2
V/cel
NiZn 1,714
V/cel
Spanning: