NL
O N D E R H O U D
DiBO 46
8
Gasbrander
Controleer of de waaieropening vrij is van vervuiling. Leidingen en verbindingen
controleren op lekkages en uiterlijke beschadigingen.
Alle onderhoudswerkzaamheden of service werkzaamheden
enkel door een erkend service technieker laten uitvoeren! Voer als
eindgebruiker geen manipulaties uit aan de gascomponenten!
Ontsteektransformator brander:
Het is van belang dat op de ontsteektransformatoren een verbruiker
aangesloten is. Het aanschakelen van de ontsteektransformator zonder dat de
ontsteekpennen zijn aangesloten is niet toegestaan. Wij adviseren om tijdens
onderhoudswerkzaamheden zeker de verbindingen van de ontsteekkabels
te controleren en voor het geval de brander niet zou werken, zeker niet de
brander te laten aan staan.
Werkzaamheden aan de ontstekingstrafo enkel uitvoeren wanneer er
geen gastoevoer mogelijk is! Zorg tevens voor voldoende ventilatie!
9
Watertank
Controleer de watertank op uiterlijke beschadigingen en lekkages.
Controleer bij het vullen van de tank of het vulsysteem goed werkt.
10
CNG tanks
Controleer op beschadiging, corrosie of lekkage (visuele - & geurdetectie)
en bij negatieve vaststellingen de tank laten herstellen/vervangen. Indien
beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden vervangen
door een
erkende installateur
. Spanbanden controleren op vastzitten met gewenste
aanhaalmoment; 30 Nm. Controle tussen tank en beugels op aanwezigheid van
de isolerende stof (rubber). Controleer op de aanwezigheid van de afscherming
(noodzakelijk voor het proper houden van de vulaansluiting en het voorkomen
van vuil in het systeem) van de vulaansluiting.
Controleer tevens dat de breekplaat van de elektromechanische afsluiter
voorzien is van de plastic zegel (zie foto). Als niet aanwezig: afsluiter dient
vervangen te worden door erkend installateur! Een grondige (her)controle van
de gasmodule is ook vereist als de volgende situaties zich voordoen, bv:
• Gaslucht
• Onverklaarbaar drukverlies in het gassysteem
• Indicaties van losse onderdelen en ongebruikelijke geluiden
• Overschrijding van de toegestane werkdruk
• Ernstige wijzigingen aan het gassysteem
• Ontmanteling of verplaatsing van de gasmodule
Het apparaat onmiddelijk elektrisch uitschakelen in geval
van lekken en/of beschadigde componenten. Gasventiel
van de tank(s) handmatig dichtdraaien indien mogelijk.
11
Batterij
Controleer de batterij op goede aansluitingen/mogelijke slijtage & of de batterij
opnieuw dient opgeladen te worden. Zie ook:
“32 Batterij” op pagina 27 .
Ten allen tijde de service schakelaar (oranje plug)
uittrekken als de batterij service nodig heeft. Service aan
de batterij mag enkel worden uitgevoerd door erkende,
gekwalificeerde (DiBO) techniekers of contacteer DiBO!
Let op: zorg voor voldoende ventilatie bij herladen of zorg
ervoor dat de gastanks leeg zijn als men wil herladen!
Vermijd risico van vonken (niet roken), zorg voor een correcte
elektrische aansluiting van de lader met de batterij!