
NL
B U I T E N W E R K I N G S T E L L E N
DiBO 38
Buiten werking stellen
Wanneer u de reinigingswerken onderbreekt, neem dan de volgende regels in
acht om de reiniger uit te schakelen.
LANS EN PISTOOL
Ontkoppel de lans en berg deze op. Zet de bedrijfsschakelaar op OFF.
Draai de wateraanvoer dicht. Hoge- en lagedrukslangen oprollen.
REINIGER
Laat het resterende water uit de voorraadtank d.m.v. de aflaatkraan onderaan
de aanhangwagen. Reinig indien nodig de waterfilters. Maak de reiniger lichtjes
proper met een doek. Sluit de beschermkap en vergrendel de sloten.
Berg de handleiding en contactsleutels binnen handbereik op.
De gastoevoerkranen van de CNG tanks volledig dichtzetten.
Deze kranen bij opnieuw in gebruik terug volledig open draaien!
WATER AFVOEREN
Zie hoofdstuk
“Veiligheid–algemene waarschuwingen” op pagina 9 .
REINIGER OPBERGEN
Stal de reiniger in een droge en vorstvrije lokatie op een zo horizontaal mogelijk
en stabiele ondergrond. Trek de oplooprem aan en/of plaats wielblokkeringen.
Draai het neuswiel omlaag en vergrendel dit. Maak de veiligheidkabel en de
stekker van de aanhangwagen weer los. Ontkoppel de dissel van de JMB-M
van de trekhaak.
Sla de reiniger preventief op in een ruimte vrij van mogelijke
ontstekingsbronnen! Zorg ervoor dat deze ruimte goed geventileerd
wordt! Gebruik van een gaslekdetectiemeter wordt aangeraden!
BATTERIJ
De batterij lang stockeren (lang niet gebruiken) zal zorgen voor
capaciteitsverlies. Dit verlies is groter bij hogere temperaturen. Stockeer
daarom de trailer met batterij in een koele omgevingstemperatuur (< 25°C).
Neem volgende punten in acht bij opslag:
• Laad het systeem op naar bij voorkeur tussen 70% en 90%.
• Druk de noodstopknop in.
• Verwijder de service disconnect schakelaar.
• Controleer bij langdurige stockage (elke 2-3 maanden) je batterij capaciteit
regelmatig! Laad eventueel het accusysteem bij als het voltage onder 52 volt
gezakt is (de meting kan alleen plaats vinden met volledig opgestart systeem).
• Bij langdurige stilstand: Laad het systeem altijd eerst volledig op, inclusief de
balanceerfase van het accusysteem, dus tot de fase “charging finished”.
Dit kan na lange stilstand vele uren duren.
Batterij niet leeg bewaren of stockeren! De batterij moet maximaal
tot 80% opgeladen zijn (opladen via netvoeding) alvorens langdurig
te stockeren! Tijdens gebruik dus niet geheel ontladen (de BMS
controleer dit). Het is aangeraden dat de batterij capaciteit altijd
tussen minimaal 30% en maximaal 80% procent moet zijn.
GEBRUIKTE VLOEISTOFFEN MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN
Er mogen geen vloeistoffen (antikalk, olie, ...) willekeurig geloosd worden
omwille van het milieu! Zorg daarom als gebruiker, steeds voor een
milieuvriendelijke afvoer van deze vloeistoffen (zonder bodemverontreiniging)
volgens de lokaal, geldende richtlijnen.