Delta SOLIVIA 5.0, Руководство по эксплуатации и установке

Страница: 312 / 392

310 Handleiding SOLIVIA 5.0 EU G3 Handleiding SOLIVIA 5.0 EU G3
4.2 Technische opbouw van de zonne-energieomvormer
Een potentiaalscheiding van de omvormer met het stroomnet wordt gerealiseerd door een hoogfre-
quentomvormer met ingebouwde transformator. Hierbij wordt de fotovoltaïsche spanning zodanig
ingesteld dat het maximale afgiftevermogen van de PV-modules ook wordt gehaald bij verschil-
lende stralingssterkten en temperaturen (MPP-tracking).
Het MPP-bereik van de omvormer bedraagt 150 V tot 450 V. Hierdoor kunnen PV-modules van
diverse fabrikanten worden gebruikt. U dient er in elk geval op te letten dat de maximale leegloop-
spanning van 540 V niet wordt overschreden. Houd er rekening mee dat de maximale leegloop-
spanning optreedt bij de laagste te verwachten temperaturen. Meer informatie over de tempera-
tuurafhankelijkheid vindt u in het gegevensblad van de PV-modules. Het eigen verbruik van het
apparaat is tot een minimum beperkt.
De hoogwaardige behuizing van aluminium voldoet aan beschermingsgraad IP65 (spuitwaterdicht
en stofdicht) en is door een oppervlakteveredeling beschermd tegen weersinvloeden. Het koelpro-
fi el is zo ontworpen dat de omvormer gebruikt kan worden bij omgevingstemperaturen van -25 °C
tot +60 °C.
Een koelprofi el zorgt ervoor dat het door de spanningsomvorming veroorzaakte vermogensverlies
wordt afgevoerd. Een interne temperatuurregeling beschermt het apparaat tegen de hoge binnen-
temperaturen. Bij hoge buitentemperaturen wordt het maximaal overdraagbare vermogen beperkt.
De zonne-energieomvormer wordt bestuurd door microcontrollers die ook zorgen voor de commu-
nicatie van de interfaces en de weergave van waarden en meldingen op het display.
Twee onafhankelijke en overdadige microcontrollers besturen de controle van het elektriciteitsnet
dat consistent is met de terugleveringsrichtlijnen van uw lokale elektriciteitsleverancier en DIN VDE
0126-1-1, EN 50438, DK 5940 Ed. 2.2 en RD 1663 (anti-islanding beveiliging). Dit maakt een instal-
latie van de zonne-inverter in het interne elektriciteitsnetwerk mogelijk.
De bescherming van personen is gegarandeerd door de galvanische scheiding tussen net en PV-
module. Deze galvanische scheiding voldoet aan een basisisolatie. Tussen net, PV-modules en de
aanraakbare interfaces (display en RS485-interface) is extra isolatie aangebracht voor een maxi-
male bescherming van personen. Het apparaat voldoet aan vigerende normen inzake elektroma-
gnetische compatibiliteit (EMC) en veiligheid.
De zonne-energieomvormer werkt uitsluitend als hij parallel aan het net is geschakeld. Een auto-
matische ontkoppelingsbeveiliging die is goedgekeurd door een vergunningenbureau, zorgt ervoor
dat het apparaat veilig wordt uitgeschakeld bij externe stroomuitval en voorkomt eilandwerking.
Het gaat hierbij om een zogenaamde “automatische ontkoppelingsbeveiliging voor zelfopwekkings-
installaties met een nominaal vermogen ≤ 4,6 kVA met eenfasige parallelvoeding via zonne-ener-
gieomvormers in het openbare elektriciteitsnet”.