Functionele veiligheidshandleiding
Nederlands
162
Detecting Gas Saving Lives
8.4 Hardwareconfiguratie
Route 1H (hardwarestoringstolerantie en fractie veilige storingen) is gebruikt om het integriteitsniveau
van de hardware te beoordelen.
8.5 Softwareconfiguratie
De productfirmware is beoordeeld op basis van de vereisten van IEC 61508:3 2010.
8.6 Systematische storingen
Route 1S (zoals gespecificeerd in IEC 61508:2 2010 paragraaf 7.4.2.2c) wordt gebruikt voor naleving
met de vereisten om systematische storingen te voorkomen.
8.7 Diagnostisch interval
De meeste diagnostische functies worden voortdurend gemonitord.
Testen van de systeembewaker moeten worden uitgevoerd tijdens de jaarlijkse proeftest door een
rustfase in te lassen: de IRmax moet elk jaar een rustfase doorlopen (door het verwijderen en weer
aansluiten van de 24 Vdc stroomtoevoer) als onderdeel van het onderhoudsprogramma voor het
product (raadpleeg ook deel 3.2).
8.8 Beperkingen
Storingsfrequentie is constant.
Een proeftest die minstens eenmaal per jaar wordt uitgevoerd wijst op alle verborgen storingen.
Reparaties duren gemiddeld 8 uur.
Aangenomen wordt dat de gebruiker de diagnostische voorziening gebruikt die wordt geleverd via het
IR Display en/of de pc-interface om de mogelijke stilstand te minimaliseren.
De betrouwbaarheidsbeoordeling is een statistisch proces voor toepassing van historische storingsdata
op de voorgestelde designs en configuraties. Dit levert een geloofwaardig doel of een goede schatting
van de waarschijnlijke betrouwbaarheid van de apparatuur, als de productie, het design en de
bedrijfsomstandigheden identiek zijn aan die van de apparatuur waarvan de gegevens zijn verzameld.
Dit is een waardevolle techniek voor het vergelijken van alternatieve designs, het vaststellen van de orde
van grootte van de prestatietargets en het evalueren van de mogelijke gevolgen van designwijzigingen.
De eigenlijke voorspelde waarden kunnen echter niet worden gegarandeerd, omdat het exacte aantal
veldstoringen afhangt van veel facturen die niet gecontroleerd kunnen worden.
Aangenomen wordt dat de storingsfrequentie (symbool
λ
), voor het doel van deze prognose, over
tijd constant is. Zowel vroege als slijtagestoringen reduceren de betrouwbaarheid, maar aangenomen
wordt dat dergelijke storingen worden voorkomen door inbranden en preventieve vervanging.