NEDERLANDS
6
4.2
Verbinding controleren
Met de ‘
Opdrachtprompt
’ van Windows kunt u nagaan of uw netwerkaansluiting (via kabel of draadloos)
een correct IP-adres heeft gekregen. Het volgende voorbeeld is gebaseerd op Windows 7 en op Vista met
Service Pack 1. Om de onderstaande stappen te kunnen uitvoeren, moet u onder Windows 7 en Vista over
administrator-toegangsrechten beschikken.
A.
Klik op de ‘
Start
’-knop van Windows en selecteer ‘
Alle programma's
’ gevolgd door ‘
Bureau-
accessoires
’, klik met de rechter muisknop op ‘
Opdrachtprompt
' en selecteer ‘
Als administrator
uitvoeren
’.
Als u een waarschuwing krijgt, moet u deze accepteren door op
‘Verder gaan
’ of ‘
Ja
’ te klikken.
Het venster Opdrachtprompt verschijnt. Controleer of de titelbalk van het opdrachtpromptvenster
aangeeft: ‘
Administrator: Opdrachtprompt
’. Wanneer ‘
Administrator
’ niet wordt aangegeven, heeft u
niet de administrator-rechten die u nodig heeft voor de volgende stappen en moet u stap
A
opnieuw
uitvoeren.
B.
Geef de opdracht ‘
IPCONFIG
’ in en druk op ‘
ENTER
’ op uw toetsenbord.
U moet nu de volgende informatie zien:
IPv4-adres
:
192.168.0.xxx
(
xxx
is een getal tussen
100 en 199
)
Subnetmasker
: 255.255.255.0
Standaardgateway
:
192.168.0.1
Als de getoonde informatie overeenkomt met het bovenstaande, kunt u verdergaan met de configuratie
van het apparaat in
hoofdstuk 5
.
Als de getoonde informatie niet overeenkomt met het bovenstaande (bijv. als uw IP-adres 169.254.xxx.xxx
is), moet u de volgende stappen uitvoeren:
B