118
Nederlands
Met de rode knop kunnen verschillende drukniveaus
worden ingesteld in 2 regelmodi:
• Variabele verschildruk (
Δ
p-v)
• Constante verschildruk (
Δ
p-c)
Variabele verschildruk (
Δ
p-v)
Constante verschildruk (
Δ
p-c)
Ontluchtingsfunctie
Min debiet=1 ; Max debiet=3
‘‘Set Up’’-procedure :
Fabrieksinstelling =
Δ
p-c 8
Alle functies kunnen worden ingesteld en in- en
uitgeschakeld met de rode knop:
• De regelmodus
Δ
p-v wordt ingesteld links van de
middelste positie (van 1 tot 8).
• De regelmodus
Δ
p-c wordt ingesteld rechts van de
middelste positie (van 1 tot 8).
• Om de pomp te ontluchten, draait u de knop in de
middelste positie (de ontluchtingsfunctie wordt
ingeschakeld na 3 seconden en duurt 10 minuten, daarna
wordt overgegaan naar de
Δ
p-c max modus).
OPMERKING:
* De variabele drukmodus (
Δ
p-v or PP) wordt aangeraden
in verwarmingssystemen met radiatoren.
* De constante drukmodus (
Δ
p-c of CP) wordt aangeraden
voor vloerverwarmingscircuits.
* Alle watercurves zijn vastgesteld in constante
drukmodus voor min, midden en max toerental.
5.6 - Selectie pompsnelheid
De pompen in de module zijn circulatiepompen met
variabel toerental. De installateur selecteert de snelheid
van de modulepomp om het gewenste debiet te
garanderen (± 20 %) in de verwarmings- / koelkring. De
beschikbare druk van het systeem bij verschillende
pompsnelheden
(zie fig. 13, 14 en 15) en de drukval van de installatie zijn
hierbij bekend.
Zorg ervoor dat de drukval in de SWW-kring niet te laag
is; zo nodig installeert u een klep om de drukval te
moduleren; in deze kring moet het verschil tussen in- en
uitlaattemperatuur 8 – 10 °C bedragen.
Hydronische
module
80AW - 150
80AW - 115
80AW - 150
CDU
38AW
050
38AW
065
38AW
090
38AW
115
38AW
120
38AW
150
Nominaal
vermogen
[kW]
5,0
6,5
9,0
11,5
12,0
15,0
Nominale DT
[ °C]
5
5
5
5
5
5
Nominaal
debiet [lt/h]
860
1118
1548
1978
2064
2580